19 september 2007

Limburg 7
Drielandenpunt

Twee dingen hebben wij op het programma staan. Vaals bezoeken en mijn moeder, die jarig is, bellen. Natuurlijk haalt Naomi de krant. Het ontbijt wordt binnen genuttigd. Het is - zo vroeg op de morgen - nog fris. Tineke doet haar dagelijkse wasje. De vaat wordt door Raema en mij verzorgd. Naomi drukt zich. Zij doet een grote boodschap.
De kinderen worden door Tineke ingesmeerd met zonnebrandolie, want het belooft een warme dag te worden. Daarna is Tineke zelf aan de beurt. Ik heb me zelf al verzorgd.
De weg naar Vaals leggen we snel af. Het gaat licht bergopwaarts, maar we hebben al zoveel klimkilometers onder de wielen weggetrapt dat we daar geen enkel probleem mee hebben. Om Vaals heen gaat een stuk lastiger en daarna begint het beulswerk.
We willen naar het hoogste punt van Nederland: 321 meter. Op de Vaalserberg moet ik als eerste afstappen. Tineke, die de minste punten in het bergklassement heeft, komt het verst. Bij het weer opstappen verliest Naomi haar pet en daarmee de aanloop. Samen met mij stopt zij voor de tweede keer. Ook Tineke moet - een heel stuk verder - enkele meters lopen. De laatste bocht naar de Wilhelminatoren volbrengen we tussen de wielen.
In het restaurant - boven op de berg - nuttigen de kinderen een vlaai. Tineke schaft een nieuw fotorolletje aan en denkt het drielandenpunt al bereikt te hebben. Dat ligt echter nog zo'n vijfhonderd meter verder en negen meter hoger. Daar draaien we onze hand niet voor om.
Volgens de meiden heb ik de stenen, waarop staat aangegeven waar het punt daadwerkelijk is, met mijn magische vingers neergezet. Zij rijden er pardoes voorbij en ik moet ze de juiste weg wijzen en zijn het drielandenpunt al voorbij.Op dit misschien wel beroemdste stukje land van Nederland worden enkele foto's geschoten. We stappen alle richtingen op en komen zo in België en Duitsland. Naomi krijgt enkele stickers op haar fiets geplakt en daarna gaat het weer naar beneden. Naar het centrum van Vaals. Ik probeer mijn moeder te bellen, maar krijg geen gehoor. Tineke gaat bij de VVV langs. Van een extra concert van de Stones hebben ze in het diepe zuiden nog nooit gehoord. Wel beschikken ze hier over allerlei fietskaarten. Maar die hebben we niet meer nodig.
Omdat bij het drielandenpunt geen grenspost te bekennen valt - Naomi heeft dat op weg naar Maastricht al tweemaal meegemaakt - fietsen we nog even naar de Duitse grens. Voor Raema het beseft is zij in Duitsland. Een foto - met Duitse borden - maakt duidelijk dat wij grensoverschrijdend bezig zijn geweest. Hierna keren we snel terug. De Nederlandse douane staat wel aan de grens, maar vraagt niet naar paspoorten en laat iedereen passeren. Zo gaat dat natuurlijk niet. Wij schieten daarom de twee douaniers aan en beginnen een kletspraatje.
Zij staan er toch om het grensverkeer te controleren.
‘Nog wel, maar dat gaat binnenkort veranderen. Dat komt door het Schengenakkoord. Dan vallen de grenzen binnen Europa weg. Alleen verkeer dat uit niet-Schengenlanden komt, moet dan nog worden gecontroleerd. Voor Nederland gebeurt dat in diverse havens en op vliegvelden met internationaal verkeer. Wij krijgen dan een totaal andere taak', wordt ons uitgelegd.
Na dit stukje informatie rijden we terug richting Vaals. Vanuit het westen drijven donkere wolken naderbij en we besluiten zo snel mogelijk terug te fietsen richting Schin op Geul. En snel gaat het. We merken nu pas hoeveel we op de heenweg hebben geklommen.
Tweemaal worden we overvallen door een regenbui. We fietsen door naar Valkenburg, waar Tineke bij het Kruidvat zalf koopt. De rest nestelt zich op een terrasje. Het is gelukkig weer droog geworden en de zon schijnt. Er wordt nog een fles Sonnema aangeschaft en een derde sticker voor op de fiets van Naomi.
Het bellen naar huize Van Maanen slaagt nu wel. Zoals gewoonlijk geef ik de hoorn snel door. Luisteren kan en wil mijn moeder zoals gewoonlijk niet. Zij praat aan een stuk en heeft geen belangstelling voor onze avonturen.

Terwijl Tineke in het huisje het avondeten verzorgt, neem ik de krant mee naar de slaapkamer en val pardoes in slaap. Na het eten doet Tineke een tukje en samen met Naomi wil ik de vaat verzorgen. Naomi zeurt en wordt door mij weggestuurd.
'Ik doe het wel alleen. Ga jij maar naar buiten.'
Daar krijgt zij prompt ruzie met haar zus en deelt een tik uit. Ik stuur haar meteen naar bed, waar zij al snel wegdommelt. Raema volgt een uur later. Naomi wordt daar wakker van en het duurt hierna nog uren voor het tweetal de slaap kan vatten.

Nadat ik het door mij al eerder beschreven rondje over de Keutenberg heb gemaakt, wandelen we met z’n allen naar het station van Schin op Geul.
We willen naar Duitsland - om preciezer te zijn Aken - en moeten eerst naar Valkenburg. Onderweg loopt Naomi haar winkeltje binnen om de ochtendkrant te kopen.
Op het station is geen loket voor kaartjes. Die moeten uit een automaat getrokken worden. Het duurt enige tijd voor we de werking van het apparaat doorhebben, maar dan rollen er toch vier kaartjes uit de machine.
Even voor negenen staan we op het perron klaar. Het boemeltje komt er al aan. In Valkenburg moeten we zoals gezegd overstappen naar de trein naar Aachen, die even later langs het station waar we zijn gestart kruipt. In Simpelveld wordt een tussenstop gemaakt.
Douane komt er niet in de trein. Het passeren van de grens met onze oosterburen gaat ongemerkt. Het over de grens smokkelen van drugs en allerlei contrabande is op deze manier een fluitje van een cent, ontdek ik. Niet dat ik me daar aan wil wagen. Ook voor terroristen is het op deze manier wel heel simpel om van het ene naar het andere land te hoppen.
Regelmatig kom ik in de kranten artikelen tegen van Joegoslaven die in Nederland huishouden en zelden gepakt worden. Doordat de grenzen praktisch zijn verdwenen kan de internationale criminaliteit hoogtij vieren, besef ik tijdens dit ritje.

Voor de Hauptbahnhof van Aachen staat een monument met een groep paarden. Voor de kinderen een leuk speeltuig, terwijl Tineke en ik naar het Verkehrsamt gaan. Daar nemen we enkele folders mee, waaronder een plattegrond van de stad.
We hebben het plan opgevat om de dierentuin met een bezoek te vereren, maar keren al snel op onze schreden terug. We hebben immers Duits geld nodig. Ik het Postamt kunnen ze ons aan marken helpen.
Met buslijn 31 rijden wij vervolgens naar de Zoo. De entree is - voor Nederlandse begrippen - laag. Geen wonder, want van een echte zoo is geen sprake. Het is meer een park.
We ontdekken ontzettend veel watervogels en talloze vogelsoorten. Daarnaast zijn er enkele Afrikaanse dieren, diverse runderrassen en verschillende apensoorten. Roofdieren zijn bijzonder zeldzaam in deze dierentuin.
Ruimte om te spelen is er voor de kinderen volop. Zij kunnen ook talloze dieren aanhalen. Mijn bijnaam van ijsbeer raak ik hier kwijt. Vanaf vandaag ga ik als hangbuikzwijn door het leven.

Het wandelen door de dierentuin heeft de eetlust opgewekt. In het park zelf is niets te verkrijgen. Het restaurant ligt net buiten de Zoo. Aan een broodje kunnen ze ons niet helpen. Dan maar verder zoeken. Op weg naar de Burg Grafenburg komen we vast wel iets tegen.
De burcht is aan de buitenzijde erg mooi. Toch gaan we niet naar binnen. Tineke had zich het gebouw totaal anders voorgesteld. Gegeten is er dan nog steeds niets.
Bij Hellas Grill kunnen we een kop soep krijgen. De kinderen doen zich tegoed aan een portie patat met kroketten. Gelukkig geen Bratwurst, want daar staan de Duitsers immers om bekend. Naomi moet nodig naar het toilet en vindt dat zonder echt te hoeven zoeken.
We keren hierna terug naar het hart van de stad, waar we talloze eettentjes ontdekken. Hier verkopen ze wel broodjes. De winkels in het centrum liggen vol met koopjes. Uitverkooptijd, maar daarvoor zijn we niet naar Aken gegaan.
We lopen langs de St. Nikolaaskirche en Tineke wil per se naar binnen. Ondanks dat ik een goede week eerder heb besloten ga ik mee. Ik blijf wel achterin rondlummelen. Nog steeds is mijn aversie tegen kerken groot. De drie meiden bewonderen de vele beelden en wandschilderingen. Ik verveel me.
Het Rathaus - even verderop - is zeer smerig aan de buitenkant. Een schoonmaakbeurt kan geen kwaad. Binnen schijnt het prachtig te zijn, maar wij slenteren verder.
Achter het Rathaus staat de Dom van Aken. Ook hier hetzelfde beeld aan de buitenkant: vuil. Binnen flonkert het goud je al snel tegemoet.De dom moet opgeknapt worden en daar is veel voor nodig. Talloze Marken, die uit de portemonnee van de bezoekers worden geklopt. Ik gruw opnieuw bij de gedachte hoe de Roomse kerk de mensen uitbuit. De schat aan rijkdommen mag niet worden gebruikt voor de restauratie en opknapbeurt. Nee de arme lieden moeten nog verder in het stof kruipen om de mannen in hun rokken maar van dienst te zijn.
Ik vlucht bijna het heiligdom uit. Samen met de kinderen. Tineke wandelt nog enige tijd rond. Maar kan niet overal komen. Enkele delen mogen slechts onder toezicht worden bezocht en er is net een groep onderweg. Pas over een uur kan zij verder. Dat gat haar zelfs te ver en ze komt naar buiten.
We wandelen verder door de stad en komen bij de Elisebrunnen. ‘Het gras is nat', meld ik. Maar ik sla mijn eigen waarschuwing in de wind, wanneer ik een droog stukje denk te bemerken. Natuurlijk houd ik er natte billen aan over.

We beraadslagen over onze verdere plannen. In 1976 hebben Tineke en ik al eens op een camping in een park gestaan. Daar willen we nog wel eens een kijkje nemen. De camping staat dichtbij een casino.
De busreis ernaartoe is geen succes.
De chauffeur is nors. ‘Welcher casino', snauwt hij, nadat ik naar het casino in het park heb gevraagd.
Hij wil ‘nur abfahren'.
Zoveel ongemanierdheid accepteren wij niet. Dan maar niet met de bus. Uitstappen en wandelen. Het park is gelukkig niet ver weg. Mijn voeten beginnen zeer te doen. Wandelen is nog steeds niet mijn grootste passie.
In het park zoeken we de midgetgolfbaan. We vinden wel een bordje, maar aanvankelijk geen baan. Voorbij de camping draaien we om en lopen een afgeschermd gedeelte in. Daar liggen een aantal luxe tennisbanen. Een groepje giechelende vrouwen krijgt les van een macho tennis-eminentie. Even verderop ontdekt Tineke de midgetgolfbaan.
Voor we aan een spelletje beginnen willen de kinderen eerst naar het toilet. Wij zoeken een plaatsje op het terras. In de kiosk kunnen zij geen toilet vinden. Ik loop daarom met ze mee naar binnen. Aan een Franssprekende dame vraag ik waar de meiden terechtkunnen. Zij verwijst ons naar het paviljoen van het casino.Het is hier een deftige bedoeling. We zijn hier in ons vakantiekloffie duidelijk niet op onze plaats. Een jeugdige ober wijst ons de weg. We lopen door een fraaie zaal met lila vloerbedekking. Onderweg komen we enkele duur uitgedoste mensen tegen, die nog net hun neus niet ophalen voor dat stelletje armoezaaiers.
Vanuit de zaal komen we in een gang. Daar zijn de toiletten. Even verderop is een grote hal. Daarop komen diverse deuren uit. De speelruimten. De kinderen zijn te jong. Bovendien houd ik niet van gokken. Snel weer naar buiten.
Op het terras drinken wij iets. De clubs en ballen worden klaargezet. Het begin is eenvoudig. Het middelste gedeelte een stuk lastiger. Het slot is vervolgens weer goed te doen. Ik kom rond in 69 slagen. Tineke heeft er twee meer voor nodig. Raema doet het in 75 slagen, maar daar komt wel enig gesmiechel bij. Naomi sluit af met 76 en dat is zeker niet slecht.

De tijd heeft ondertussen niet stilgestaan. Onze magen knorren. We besluiten terug te gaan naar het station en onderweg gaan we nog op zoek naar een geschikt eethuis. Het Argentijnse restaurant vindt geen genade in onze ogen. Het Vietnamees-Chinese restaurant ziet er niet uit. We belanden in restaurant Mediterran.
Het fraai ogende etablissement belooft een duur etentje. De prijzen vallen bijzonder mee. Het eten zelf is verrukkelijk. We starten met brood en kruidenboter. De uiensoep is vervolgens goddelijk.De kinderen kiezen voor een pizza. Tineke en ik nemen een Hawaii-topf. Het eten wordt afgesloten met ijs.

De laatste loodjes wegen het zwaarst. Dat geldt zeker ook voor ons. We zijn moe en nemen daarom vanaf de Elisebrunnen een bus. De chauffeur doet moeilijk over de ritprijs. De reis zelf is zeer kort. Op het station moeten we nog een uur wachten voor onze trein naar Valkenburg vertrekt.In een kiosk koopt Raema een kaartje van de paardengroep, die voor de Hauptbahnhof staat. Raema - haar zus durft niet - bestelt in de stationsrestauratie het drinken: ‘zwei Apfelsaft en ein Bitter Lemon’. We krijgen het bestelde.
In de trein mag Raema haar kaartje van de jonge conducteur zelf knippen, of beter gezegd stempelen. Zij moet vervolgens van hem haar zus maar leren hoe dat werkt, terwijl hij op het perron van Simpelveld het vertrek van de trein regelt.
Het maakt flink veel indruk op Raema.
‘Ik weet wat ik wil worden. Dit vergeet ik mijn hele leven niet meer!'
De conducteur vertelt nog dat wij in Valkenburg drie kwartier moeten wachten op de trein naar Schin op Geul.
‘Jullie kunnen beter meerijden naar Maastricht en daar de trein pakken. Dat duurt net zo lang.'
Dat willen we niet. ‘We nemen wel een taxi.'
Even later rijden we bijna stapvoets langs het station van Schin op Geul. Balen. Kan de trein hier niet even voor ons stoppen. Neen dus. In Valkenburg stappen we uit. Voordat we op zoek gaan naar een taxi bekijk ik de vertrektijden van de trein nog even. We hebben geluk. Over enkele minuten komt er een trein, die in Schin op Geul stopt.
Hierdoor zijn we nog op tijd voor het televisieprogramma 'Weg van de snelweg'. Het programma voert de kijkers door Zuid-Limburg. We zien veel bekende plekjes in Maastricht, Gulpen, Eijs, Margraten, Schin op Geul en natuurlijk Valkenburg.
De Kluis hebben we nog niet ontdekt en we besluiten daar de volgende dag een bezoek aan te brengen.

Het einde van een lange dag nadert. Een dag waarin we veel nieuwe indrukken hebben opgedaan en ook enkele nieuwe woorden hebben geleerd, dankzij Raema. 'Kruidbomeltje' is een broodkruimel en de Deutsche Bank heeft ook een nieuwe naam gekregen: Duitse Bink.

1 opmerking:

Anoniem zei

hoi papa

Wou ik machinist of conducteur worden???? Kan me niet voorstellen. Ik dacht altijd dat we in köln waren maar het was dus Aacken. Ik kom straks die foto's brengen kus