15 september 2007

Limburg 4
Eigenwijs

Televisie beheerst een deel van ons leven. Volwassenen kijken naar het journaal, sport, films en series gekeken. De kinderen hebben hun eigen programma's.
Het lijkt bijna of we niet zonder het scherm kunnen. Op diverse hotelkamers kom je de afgod van de mensheid tegen. In pensions en appartementen staat ook bijna overal wel zo’n apparaat. Handig om de ledige uurtjes door te komen, maar soms ook nadrukkelijk aanwezig.
Op zondagmorgen - wij liggen nog op bed - wil Raema naar telekids kijken. Tineke vindt dat niet goed. Ook zonder de tv moeten kinderen zich kunnen vermaken. En dat doen ze dan vervolgens in hun kamertje.

Van uitslapen komt niets meer terecht. Dan maar plannen maken. Valkenburg bezichtigen. Daar zijn we toch vlakbij. Op het programma staan: de Gemeentegrot, de kabelbaan, sprookjesbos, de ruïne en de VVV.
Het eerste punt gaat al meteen de mist in. Ik rijd voorop en neem in Valkenburg de verkeerde afslag. De Daehlheimerweg. Gaat richting Margraten.
We komen langs de steenkolenmijn en besluiten daar naar binnen te gaan. Van een echte mijn is absoluut geen sprake. Het is eigenlijk een museum. De gangen zijn apart aangelegd, want Valkenburg heeft zelf nooit een steenkolenmijn bezeten. Een voormalige kompel leidt ons rond. En zien een paard in een mijn. Maf he?
Aansluitend lopen we het fossielenmuseum binnen. Aan de kinderen is dit niet besteed. Vooral Raema loopt zich stierlijk te vervelen.

Het tweede doel is de Wilhelminatoren. Deze toren kan vanaf de Steenkolenmijn lopend worden bereikt of vanuit een grot met een kabelbaan. We kiezen voor de laatste optie. Zittend in ons wiebelende stoeltje zien we onder ons enkele herten lopen. Geen echte bezienswaardigheid. Op talloze plaatsen in Limburg komen hertenkampen voor.
Het bezoek aan de toren zelf laten wij aan ons voorbij gaan. Om het dertig meter hoogteverschil lopend te overbruggen moet flink veel geld worden uitgetrokken en daar hebben wij geen zin in. Het panorama over Nederland, België en Duitsland laten wij maar aan ons voorbij gaan.

Op het terras van het restaurant aan de voet van de toren wordt er gegeten en gedronken. Ontspannen kijken we rond. Even verderop zitten enkele motorrijders. Flink aan het bier.
‘Drenten', zegt Tineke resoluut. Ze herkent het dialect uit duizenden.
‘Kijk daar zit m'n neef. Henk Vriend. Krijg nou wat. Ben je in Limburg en dan kom je nog familie tegen ook'.
Ze spreekt hem aan. Hij kijkt enigszins glazig. Tineke wordt aanvankelijk niet herkend en ze moet zich voorstellen.
‘Wat doe jij hier', vraagt ze.
‘Ach ik ben met een paar maten een paar dagen Valkenburg onveilig aan het maken', antwoordt de neef. ,,Vanavond gaan we weer terug.'
Geen prettig vooruitzicht met al dat bier achter de kiezen, denk ik nadat we afscheid hebben genomen.

In het sprookjesbos - op de helling van de berg - stappen we eerst in de wildwaterbaan. Echt wild is de baan niet. Beneden spat het flink, maar doornat worden is er niet bij. Het bos doen we in omgekeerde volgorde. En in razendsnel tempo. Wie eenmaal De Efteling heeft bezocht, kan dit geen echt sprookjesbos noemen.Vooral Naomi heeft het laatste gedeelte geen rust meer in haar gat. Zij verheugt zich op nog een tochtje in de wildwaterbaan. Ik stap niet meer in het bootje en zet de dames op de gevoelige plaat.

Hierna dalen we af. Naar de stad op zoek naar de VVV. Dat gaat niet zomaar. De bewegwijzering is niet best. Op een huis staat dat daar de VVV is gevestigd. Mis dus. In een zaak voor sportkleding worden wij uit de droom geholpen. De weg naar de enige echte VVV van Valkenburg wordt ons uitgelegd. Het bureau voor vreemdelingenverkeer is om drie uur dichtgegaan. We zijn een uur te laat.
Niet getreurd. We hebben nog een agendapunt af te werken: de plaatselijke ruïne. De bezichtiging kan worden gekoppeld aan de fluwelengrot. Maar niet vandaag. We willen er meer tijd voor nemen en laten daarom ook het bouwval links liggen.
Ik ben - zoals wel vaker - eigenwijs. Ik weet een kortere weg naar de fietsen. We maken dus een omweg. In het centrum van Valkenburg bied ik als compensatie ijs aan. Excuses aanvaard.
In het huisje gaat 's avonds de televisie wel aan. Voetbal. De finale van het WK. Duitsland is sterker, maar heeft een versierde penalty nodig om de cup ook daadwerkelijk toe te eigenen. Naomi geniet van de prijsuitreiking en de slotceremonie.

Een dag later.
Terwijl Henk het ontbijt - brood uit het vuistje - verzorgt, haalt Naomi de krant. Voor het eten wil Tineke weten hoe het met het weer staat.
‘Tineke heeft het weer', zeg ik plagend.
De lucht is blauw. Slechts een paar schapenwolkjes zijn waarneembaar. De ochtend wordt door iedereen op een andere manier besteed. Tineke begint met de was. De kinderen tennissen in het gras en spelen vervolgens in de zandbak hun eigen spel.
Henk stapt op de fiets om even flink de spieren los te trappen. Naar Ransdaal is het flink klauteren geblazen. De kuiten stribbelen tegen. De wil om echt door te pezen ontbreekt al snel. Afdalen is meer aan mij besteed. Over de vijftig kilometer gaat het naar beneden.
De volgende beklimming laat het lang op zich wachten en weer is het mis. Bij Voerendaal overweeg ik even een stuk af te snijden. ‘Doe niet zo slap. Gewoon doorgaan', bijt ik mezelf toe.
Ubachsberg breekt me op.Ik moet even van de fiets. ‘Mijn rondje toch maar inkorten, want zo gaat het niet langer', spreek ik mezelf toe. Ik ga rechtdoor en rijd derhalve niet meer naar Simpelveld, wat eigenlijk wel de bedoeling is. Ik trap de trappers moeizaam rond. Behalve tijdens het laatste stuk. Met de wind licht in de rug en heel flauw dalend kan ik het tempo opschroeven. Toch wel lekker gefietst.
Ik ben nog niet terug of Tineke gaat weg. Hardlopen. Zij rent langs de Geul via Stokkem naar Wijlre en draaft over de Provincialenweg weer terug.

In de tussentijd douche ik het zweet weg en ga daarna langs bij Jean Habets. De voormalige profwielrenner heeft tegenwoordig een fietsenzaak. Dennis Huenders heeft mij op hem attent gemaakt. Dennis heeft onlangs nog in deze buurt getraind met de Giantploeg en is bij hem in de zaak geweest. We maken een praatje over de Tour de France en het wielrennen in het algemeen. Bijna vergeet ik waarom ik eigenlijk naar zijn zaak ben gegaan. Ik schaf een bidonhouder met bidon aan. Noodzakelijk tijdens mijn fietstochten, want ik verlies in het inmiddels warme weer toch heel wat vocht en dat moet al rijdend worden aangevuld. Tevens koop ik een reparatiedoosje. Mijn materiaaltasje met plakkers, lijm en bandenwippers is immers gejat. Geen overbodige luxe om zoiets bij de hand te hebben blijkt al eerder dan mij lief is.

Halverwege de middag gaan we naar kasteel Sjaloen. Het kasteel zelf is niet te bezichtigen. De heemtuinen wel, maar daar beginnen we nu niet aan. Die bewaren we voor later.
We fietsen door naar Valkenburg en Tineke informeert bij de VVV welke kastelen in de buurt te bezichtigen zijn. Hoensbroek is het dichtstbijzijnde.
We besluiten nog even in Valkenburg te blijven. Tineke wil een andere korte broek kopen en gaat op pad. Ik nestel mij bij Michiel de Ruyter op het terras. De kinderen zijn het snel zat en taaien na het nuttigen van een beker chocola af naar de midgetgolfbaan. Tineke is geslaagd en komt ook nog iets drinken.
Het boodschappen doen gaat in etappes. De basismarkt heeft niet alles op voorraad, zodat wij ook nog enkele andere winkels in moeten. De voorband van Tineke is ondertussen bijna leeg en wordt opgepompt voordat wij terugfietsen naar Schin op Geul.

Na het eten maken wij nog een avondwandeling. Over de Sousberg. Een fraai panorama ontrolt zich voor onze ogen. Een heerlijke rust maakt zich van mij meester. Onderweg komen we niemand tegen, zodat wij kunnen genieten van de rijkdom van het Limburgse land.
Tineke krijgt onderweg een visioen.
‘Wat is het', wil ik weten.
‘Dat vertel ik niet', is het antwoord.
Bij Vinkenhof wordt haar visioen werkelijkheid: een sorbet. De meiden krijgen een kindercoupe voorgeschoteld, terwijl ik mij beperk tot een kop zwarte koffie.

Een paar dagen later
Naomi en Raema kunnen het zo vroeg op de morgen niet echt met elkaar vinden. Ze hebben mot over niets. Naomi - drie jaar ouder - is de sterkste en zorgt dat haar zus tussen de rozen belandt. Geen rozen zonder doornen, maar toch komt de jongste er zonder kleerscheuren weer uit.
Om de lieve vrede te bewaren wordt Naomi op pad gestuurd. ‘Ga jij maar de krant halen en doe meteen een paar kleine boodschappen', krijgt zij te horen.
Het lijstje is zo opgesteld en Naomi doet haar werk. Ondertussen wordt de ontbijttafel in gereedheid gebracht. Eten. Krantje lezen en dan is het tijd voor andere bezigheden.
De kinderen hebben hun ruzie bijgelegd en gaan spelen. Tineke doet haar dagelijkse was en ik stap op de fiets. Ik wil het rondje via Ransdaal en Simpelveld nu wel uitrijden.
Ik heb altijd moeite om op gang te komen. Naar Ransdaal puf ik als een oude stoomlocomotief. Maar allengs komt de diesel op gang. Het gaat steeds beter. Volgens plan laat ik de top bij Huls - 214 meter hoog - links liggen. Door Simpelveld gaat het naar beneden. Dalen vind ik heerlijk. Ondanks het verkeer op de weg heb ik er flink de sokken in en passeer zelfs een paar auto's.
In mijn haast om de juiste richting te kiezen, sla ik een weg te vroeg naar rechts in en kom door de gehuchten Bosschenhuizen en Trintelen.Niet bedoelt, maar ook niet getreurd. Wel afzien, want het gaat omhoog. De fraaie omgeving bekijk ik nu met andere ogen.
Omhoog betekent ook weer omlaag en dan geniet ik. Naar Wittem moet ik uiteindelijk inhouden voor een Mercedes, die 55 kilometer per uur rijdt. De weg is niet geschikt om te passeren, zodat ik achter de dikke slee blijf hangen.

Wanneer ik terugkom, is het tijd voor Tineke om aan een sportieve uitspatting te beginnen. Zij heeft het plan opgevat om nu wel de Keutenberg hollend te bedwingen. De loopschoenen worden aangetrokken en vol moed gaat zij op weg.
Het zonnetje begint al aardig te branden. Voor de voet van het bergje draait zij om. Het is haar te warm en dan ook nog eens die extra inspanning verrichten lukt niet. Toch legt zij nog zo'n vier kilometer af.

's Middags willen we gaan midgetgolfen in Valkenburg. We rijden rond, maar kunnen de baan waar we al eens hebben gekeken niet terugvinden. Dan maar naar de fluwelengrot en de ruïne. In de grot is het heerlijk fris. Zo denk ik er tenminste over. Tineke heeft een andere mening. Voor haar is het al snel te koud. Veel nieuws leren we niet. Dat komt ook door de gids, die zeer gemaakt doet en absoluut niet geschikt is voor dit werk. Een groot verschil met de werkstudent, die ons heeft rondgeleid door het stelsel bij Maastricht.
De meeste zaken, die ons worden uitgelegd, zijn al bekend. In de grot mogen de kinderen de tanden van de Raiosaurus aanraken. Onze angsthazen beginnen daar pas aan, wanneer niemand meer kijkt. Dat denken ze. Ik houd ze in de gaten en zie ze heel langzaam in de richting van het wezen schuifelen. Aarzelend worden twee handjes uitgestoken. ‘Ik heb het gedurfd', zegt Raema, nadat zij de tanden van het monster heeft getoucheerd.
De ruïne wordt hierna niet met veel aandacht bekeken. De routebeschrijving belandt meteen in de tas. De muren zijn op zich al indrukwekkend genoeg en wij hoeven echt niet precies te weten, waar nu de eetkamer en alle andere zalen en ruimtes precies hebben gelegen. Het panorama over de stad en de omgeving heeft meer onze aandacht. Daar kunnen wij nu van genieten.

Tijd om te shoppen. Het is zoeken naar een speld in een hooiberg. Bij de HEMA zijn ze wel voorradig, maar niet fraai genoeg. Zeeman verkoopt ze ook. Hoog opgesneden, dus sexy. Een paskamer is niet voorhanden. Tineke laat ze daarom maar hangen en gelooft niet meer in succes. Ik weet niet van ophouden en ga door. In een boetiek slaagt Tineke toch. Ze heeft nu een badpak en kan in het weekend fatsoenlijk zwemmen.
De prijs is wel een tegenvaller, maar daarvoor hebben we al mazzel gehad met de aanschaf van petten voor Raema en Tineke. Ondanks dat we driemaal hebben aangegeven dat we twee petten meenemen, wordt er slechts een afgerekend.

Er staan nu nog twee zaken op het programma: boodschappen doen en een bezoek aan de midgetgolfbaan of een avondwandeling maken. Zowel Tineke als ik hebben geen zin in koken en daarom laten we het eerste onderdeel zitten en gaan uit eten.
Bij de plaatselijke Bistro is het goed toeven. Voor het geld hoeven we het bovendien niet te laten. We zijn net zoveel kwijt als voor het badpak.
Na het eten stappen we op de fiets. Ditmaal vinden we de baan wel. Raema sjoemelt met het aantal slagen. Tineke verdient een sorbet met een hole-in-one.

Geen opmerkingen: