12 juli 2010

Het Kaf gescheiden van De Koren

Zondag 4 juli 2010
‘Leuk, dat je er weer bent.’ De begroeting op de Violier in Grave is hartelijk. Een Smartlappenfestival zonder Henk. Is dat nog denkbaar? Eigenlijk niet, want er zal altijd wel ergens een Henk in Grave rondlopen die zich hier vermaakt.
Maar deze Henk? Wie had dat nou gedacht. Eén keer, oké je moet nu eenmaal sommige dingen uitproberen. Dus vorig jaar met Tineke mee geweest naar een neef van haar in Grave. En dit jaar er ook weer bij. Vol goede moed. Niet vanwege de broodjes en het fruitige gebak waarop wij worden getrakteerd door Christien. Die smaken echt goed, maar ze vormen niet de insteek van mijn komst naar de Stad beneden de sluis. Nee gewoon vanwege de gezelligheid.
Wie had dat nou ooit gedacht!
Oké, niet meteen de hand overspelen. Meegalmen dat doe ik niet. Zelfs niet bij de ‘Woonboot op de Amstel, die nog steeds ‘voorbijdrijft. De vraag is of die boot er volgend jaar ook nog ligt, of dan in half gezonken staat nog ergens net zijn kopje boven het water uitsteekt.
Het duurt bovendien heel lang, voor die boot een keer voorbij komt drijven. Over de Maas. En dan ook meteen maar liefst twee keer. Kort achter elkaar. Ben ik nu helemaal eerlijk. Misschien niet helemaal. Want Tineke - een rol die Naomi voor zich wil opeisen -heeft het lied al een paar keer ingezet. Het refrein dan wel te verstaan. En verstaan, dat wordt het. Want ze galmt vrolijk door, tussen de diverse cafépunten waar de landelijk bekende Smartlappenkoren hun best doen om de bezoekers aan het tiende festival - ja u leest het goed: het tweede lustrum – te vermaken.
En mij dus ook. Vorig jaar was ik hier voor het eerst. Bij neef Ed en zijn vrouw Christien. Eigenlijk gaat het om hetzelfde gezelschap. Bijna hetzelfde gezelschap, want we krijgen uitbreiding van de broer van Christien en zijn vrouw. En zo zijn we het Violier-tiental geworden. Onder die naam wil Tineke volgend jaar ook optreden. Ik mag niet meedoen, wil ook niet meedoen, want ik ben de enige die in ieder geval nog een zuivere toon uit de keel kan krijgen. En de rest zingt zo vals als een kraai. Handgeklap klinkt als dit gezelschap het op een zingen zet. Niet verklappen. Zoiets heet elders applaus, maar hier probeert men het gezang van dit illustere gezelschap te overstemmen.
Dat begint al heel snel, zo snel dat neef Ed de opening mist. Hij is even een tafel aan het regelen. Als eerbetoon aan onze Griekse avonturen – van Tineke en mij - gaan we vanavond op zijn Grieks. Maar zover is het nog lang niet. Eerst vergapen aan de eerste groep, die we zien optreden. Een zwart gezelschap met rode vlekken. Die kleuren doen het kennelijk wel goed bij de Smartlappers, want er lopen heel wat van die koren in die kleuren. De een meer zwart, de ander wat meer rood. Een goede derde kleur is wit. En dat is uiteraard neutraal. Maar wel mooi bij dit zonnige weer. Zeker als je ook nog eens zelf een lekker kleurtje hebt opgedaan. Wit op een stel melkflessen maakt het allemaal wat flets.
Dat kun je dus niet van Janboel zeggen. Een allegaartje uit Gaanderen dat in korte tijd het repertoire heeft uitgebreid en haar vleugels vanuit de Achterhoek heeft uitgeslagen. En voor ons de eerste kennismaking met de tiende editie.
Want de bussen met deelnemers, die we onderweg hebben zien rijden, toen wij nog op weg waren naar de nieuwbouwwijk, buiten de stadsmuren, wil ik niet meetellen als kennismaking. En datzelfde geld voor de ruggen van Effe Äánders, uit Tilburg.
Neef Ed voert ons weg en neemt ons mee via een poortje aan de Reed van Batavia. Kunnen die Brabanders wel spellen, vraag ik me af. Of is hier een lolbroek actief geweest. Oh ja, via die Reed lopen we naar het marktplein en dan door naar het Poorthuis. Pal naast het paard met zijn bijzondere klokkenspel wordt opgetreden door de Traonentrekkers, die worden afgewisseld door het deftige Rond en Blond.
Voor ons een plek om even tijd voor onszelf te nemen. Ik probeer een stoel te regelen, we komen er één te kort, maar ik zie alleen lege stoelen die al in beslag zijn genomen door een gezelschap. Gereserveerd noemen ze dat ook wel. Een serveerster zet voor mij vervolgens een stoel neer terwijl ik al met een gammele barkruk loop te slepen. ‘Dat zou ik niet doen, want ik denk niet dat die kruk je zal houden. En mij ook niet’, raadt iemand - misschien wel de eigenaar van het pand – mij aan. Toch vriendelijk en vermoedelijk voorkomt hij met deze goede raad een tranendal, tranen van het lachen. Want reken er maar op dat er mensen tussen zitten die een zeer vreemde vorm van humor hebben.
Nadat ik ben opgestaan om wat fraaie hoedjes van voren, van achteren, opzij en van boven te fotograferen, kom ik terug bij de Poortwachter en ontdek dat mijn stoel is weggehaald onder het motto: Opgestaan plaatsje vergaan. De poortwachter is duidelijk geen stoelenwachter. Ach, prima hoor dan ga ik toch lekker aan de wandel.
Eerst naar de Maaskade, waar de boten stil liggen te dobberen en de ganzen zachtjes voortglijden. Aan de overkant onder een groene Brabantse boom hebben de koeien zich verzameld. Een tafereeltje, Hollandser kan bijna niet, zoals het door oude meesters geschilderd zou kunnen zijn.
Van kunst ga ik naar kunst en ook heel veel kitsch. Wonderlijk bijeengeraapt in de Stadstuin. Ik vergaap. Schiet foto’s, vervang batterijen en nogmaals batterijen. En als ik bijna boven ben in ’t ouwe notarishuis aan de Maasstraat gaat mijn gsm. Waar ik ben, want het gezelschap is ook opgestaan, wil niet nog meer drank verspillen, over tafel laten gaan.
Achter het pand bij de kademuur tref ik hen. En gezamenlijk gaan we verder.
We houden elkaar vanaf nu angstvallig in de gaten. Of beter gezegd ik loer door de lens en kijk hoe de rest, host, danst, meezingt als eindelijk de woonboot tot zinken wordt gebracht. Of gebeurt dat morgen pas ondanks dat of juist omdat Nederland de finale van de WK heeft verloren.
Nou oké, van mij mag het bootje nog even blijven drijven. Weer verder gaan we. Straatje in, steegje door en weer een kroeg, met daarvoor een stel zuurstokken, die zoet gevoosde liedjes ten gehore brengen. Wie heeft die teksten allemaal verzonnen. Katootje, op een botermarkt. Tineke loert over de schouder van een hulpje om maar mee te kunnen zingen. Haar nachtegaalstem klinkt over het plein en haar wordt vriendelijk verzocht even stil te zijn, niet de show te stelen.
Terwijl de drank vloeit ontmoet Martin een collega. Denk je in Brabant eindelijk van ze verlost te zijn. Maar nee hoor, zelfs in Grave kom je die Connexxion lui tegen. Ik zoek even de rust op en begin te krabbelen. De woorden komen nog niet vloeiend. Schrappen, veranderen. Ik moet stoppen mee naar het centrale terrein waar Bekaf een tent heeft opgesteld.
Prima, het dijkje is droog en ik vermaak me uitstekend. Met kijken naar mensen. Mensen die voor sfeer zorgen, drank halen, een heerlijke dag hebben. Neef Ed stelt voor om naar de tent te komen, waar het feest wordt afgesloten met een samenzang.
Nee, ook hier zing ik niet mee. Ik zal de show niet stelen. Ook hier dans ik niet mee, er is immers geen porseleinkast opgesteld waar ik doorheen kan dansen. Nee, ik kijk. Pak mijn camera, leg mensen vast op de digitale plaat en vooral… ik geniet.
Op straat zet Tineke nog een keer de woonboot in. Op weg naar De Griek, waar ze wel vissersbootjes kennen, veerboten en levensgrote jachten, maar zeker geen woonboten zoals wij die in Nederland kennen.
En daarom mag Tineke op verzoek van andere eters – bij ons vertrek nog eenmaal De woonboot inzetten.
Tot volgend jaar. Dan volgt er opnieuw een optreden van: Het Kaf gescheiden van De Koren. Dan mag Tineke als leadzangeres tevens ‘Het broekje van Jantje’ zingen.

11 juli 2010

Afsluiting

Deel 24
Goed dit was dus Pilion. Maar nu nog even wat feiten. Het schiereiland Pilion heeft wel iets weg van de laars van Italië, waarbij het gebied rond Trikieri dan vergeleken kan worden met de voet. Pilion behoort tot het district Magnisia.
Die naam duikt vooral op tijdens het eten, bij het bestuderen van de papieren kleedjes, waarmee de tafels worden gedekt. Want deze kleedjes zijn overal hetzelfde en dan zie je het district in al haar glorie liggen. Samen met de Sporaden; de eilanden Skiathos, Skopelos en Alonissos. Eilanden die we in omgekeerde volgorde al eens hebben bezocht.
De stad Volos (150.000 inwoners) - met een Nederlands consulaat - is de belangrijkste stad in dit gebied, maar niet de hoofdstad van de provincie Thessalië, waar Magnesia onder valt. De hoofdstad daarvan is Larissa. Thessalië grenst overigens in het westen aan de provicie Epirus en onze volgers weten dat wij daar (Parga) goede herinneringen aan hebben.
Pilion is absoluut niet toeristisch en wie rust zoekt, kan hier goed aan zijn trekken komen. Prachtige wandelingen maken. Er gaan slechts twee Nederlandse touroperators naar dit gebied en buitenlandse touroperators zijn er ook nauwelijks. Verder trekken er wat mensen met een caravan of camper rond.
Het feit dat er weinig toeristen komen, betekent niet, dat het gebied ook gigantisch is achtergebleven. Er is wat (leisteen)industrie en de alom aanwezige olijfbomen zorgen voor een kleine bron van inkomsten. Daarnaast zijn er diverse plekken met kassen en, zoals in een van de stukken ook al aangegeven, behoort Pilion tot de Griekse wintersportgebieden. Niet overal, maar in het bergachtige noorden wordt er geskied en worden er in de winter skipistes uitgezet.
De archeologische vindplaatsen zijn vooral rond Volos gelegen. Het verhaal van Iason heb ik al aangehaald en ook heb ik kort verhaald over de centaurs. Echt veel excursiemogelijkheden zijn er niet in Pilion. Je kunt met een rondreis mee, naar Meteora en je kunt een boot huren of naar de Sporaden toe. Maar dat moet je dan wel zelf regelen. Daar is overigens niets mis mee.
Pilion heeft een paar grote stranden, maar het leukst zijn natuurlijk de kleine baaien. Wel zorgen voor genoeg eten en drinken, want strandtentjes ontbreken zeker bij de kleine strandjes en alleen bij de grotere (strand)plaatsen is eten en drinken goed geregeld. Bij de restaurants ben je niet duur uit. Dat komt onder andere doordat de goederen niet over zee vervoerd hoeven te worden. Dat was in Parga en de Peloponnesos ook zo, maar daar waren de prijzen een stuk duurder. De benzineprijs in Griekenland is flink gestegen, schrik daar dus niet van, na het huren van een auto.
In Pilion heb ik weer veel aardige mensen ontmoet, een journalist uit Volos, een vereniging die zich inzet voor de oude gebruiken en wapenuitrustingen. Maria, de hostesses Henny en Kim, Nederlandse toeristen en nog veel meer.
Ik kom nu toch echt aan de afsluiting. Een soort verantwoording. Geen verantwoording voor mijn daden. Maar meer een verantwoording voor waar ik mijn gegevens heb betrokken, zodat wij deze toch wel bijzondere vakantie, met slangen, geiten, orthodoxe doop, paardenzegening etc. tot een goed einde hebben kunnen brengen. Via de mail hebben onze volgers al het een en ander kunnen lezen.
Maar goed daar gaan we dan. Op internet is het nodige over Pilion te vinden. Opvallend dat mensen/reizigers veel dingen hetzelfde opsommen. Alsof ze geen eigen fantasie hebben. Het is bijna allemaal uit dezelfde boekjes gehaald. Niet dat er veel boekjes over Pilion zijn geschreven. Via internet is bijvoorbeeld ‘Een Hollandse Kijk op Pilion’ te bestellen. Dit boek is geschreven en in eigen beheer uitgegeven door Bouquetreeks schrijfster Wilma Hollander, die in Kalá Nerá woont.
Verder heb ik heel veel gehad aan ‘Discover Pelion – Volos’ in het Engels. Een handzaam boekje van Stella Kaloudi, uitgegeven door Around Greece, dat ook de websites aroundgreece.com en aroundpelion.com beheert.
Van Ross heb ik het prachtige boek Griekse Ambachten door de Eeuwen Heen, ontvangen. Dit boek is geschreven door Dionysis Karatzis en uitgegeven door Topio in Athene. Hierin beschrijvingen over de scheepstimmerman in Aghia Kyriaki en een bakker in Lafkos.
Aan mijn Griekenlandbijbel ‘De schaten van Griekenland’, uitgegeven bij Kosmos, heb ik ditmaal niet zo heel veel gehad. Toch heb ik er op archeologisch gebied wel iets uit kunnen halen.
De Meteora-kloosters liggen niet in Pilion, maar zijn met eigen vervoer of via een excursie te bezoeken. Boekjes over Meteora zijn er ook in het Nederlands, met overzichtskaart en gravures. Ik heb gebruik gemaakt van het boekje van Theocharis Provotakis, uitgegeven bij Toubi’s uit Athene.
In het klooster van de Great Meteoron kun je diverse boeken aanschaffen, zelf heb ik het boek over de architectuur meegenomen. Dubbeltalig: Grieks-Engels. De teksten zijn van Soterias Tzimas, uitgegeven door Protype Thessalian Editions in Trikala.
In Kalabaka heb ik het boekje Heilige Kirche “Heimgang Marias”, geschreven door Ioannou Pispa en uitgegeven door Foio Sotoixeiothesia in Melissa.
Bij de welkomstbrief van Ross, zat ook een kaart van Pilion, met daarop een goede kaart van Volos. Verder vooral gebruik gemaakt van de wegkaart nr. 33 van Road Editions.
Voor het wandelen is de Topo 25 4.31 met het centrale gedeelte van Pilion erg handig. Ook zijn er kaarten (die wij niet hebben gebruikt) van Mount Kisavos, Noord Pilion – Mavrovouni en van Zuid Pilion. Allemaal uitgegeven door Anavasi uit Athene.
Als laatste wil ik nog even het boek Griekse Mythen aanhalen. Dit boek is geschreven door Robert Graves en uitgegeven door Olympus.
Genoeg over Pilion. De vakantietijd voor menigeen is aangebroken. En wij gaan ons binnenkort maar eens buigen over onze volgende trip: naar de Cycladen.
Het volgende stuk op dit blog wordt echter een tranentrekker.

9 juli 2010

Thuis

Deel 23 maandag 31 mei 2010
De tijd is omgevlogen. Een goed teken. Maar het is ook genoeg geweest. Drie weken Griekenland vinden wij voldoende. Bovendien hebben we dan ook weer om iets naar uit te kijken. Voor het najaar.
Nu is het nog een keer ontbijten. In de keuken, tegenover elkaar. Het gaat net. De ruimte van dit appartement is aan de kleine kant, anders dan we hadden verwacht en de ruimte is ook kleiner dan van andere appartementen. Daar hoort Ross rekening mee te houden. Dat zullen we ze ook mailen.
Na het ontbijt de laatste rommel opruimen, restjes weggooien en enkele dingen zoals water laten we staan. Voor Maria. Die ontmoet ik onderweg en ik draag het gedicht aan haar voor dat ik speciaal voor haar heb gemaakt. Inspelend op de gesprekken die we in de tuin hebben gevoerd.

H Maria

try to forget
all your problems
cause also in Kamèlia
you can hear it
Summertime
and the living is easy


H Maria
sing this song
every day
and the sun will shine
in your heart too
even you are alone
Summertime
and the living is easy


So
H Maria
don’t worry
forget your problems
and when you sing
Summertime
You will remember
always This Moon


In de tuin verschijnt Maria later ook als ik de tassen naar buiten heb gezet. En de rest van de vakantiegangers die naar huis keren, komen niet veel later ook. Een complete tassen/kofferparade ontstaat.
De tassen en koffers worden, door Henny in een auto naar de boulevard gebracht en daar verschijnt ook de bus naar Volos. Een redelijk volle bus, mag ik wel zeggen. Er gaan veel mensen naar huis. Sommige zijn maar een weekje geweest, hebben deelgenomen aan een wandelvakantie via Ross en anderen, zoals wij, keren na drie weken terug naar huis.
De busreis naar het vliegveld van Volos, dat in het echt naar Neos Aghialos is genoemd, gaat er heel rustig aan toe. Dat heeft uiteraard te maken met het vroege uur. De hostesses voelen dat goed aan en geven de laatste reisinformatie pas vlak voor we het militaire vliegveld bereiken door.
Opvallend hier is dat de controle er een stuk minder streng is dan bijvoorbeeld op Schiphol. Water meenemen. Geen enkel punt. Wel even een slokje nemen, want de douane wil wel zeker weten dat er geen sterk (explosief) water mee de lucht in gaat, zodat we allemaal veilig de lucht in gaan.
Ach en de kooi, waarin we terechtkomen, valt ook wel mee. De kooi is er in ieder geval nog steeds. En doordat het nog niet al te heet is, komen we die tijd ook wel door. Het vliegtuig vertrekt op tijd en moet nog een kleine omweg maken vanwege militaire aanvliegroutes op weg naar het eiland Kefalonia, waar we een tussenlanding maken. Even wachten in de lucht, voor we de landing in mogen zetten en dan is het ook snel gepiept.
Op Kefalonia wordt de Boeing getankt en schoongemaakt en daarna op weg naar Schiphol. Alweer een vlotte reis, een beetje turbulentie maar verder geen problemen en keurig op tijd landen we. De tassen zijn er bovendien razendsnel en ongeveer een half uur na de landing zitten we al in de trein naar Almere. Sneller kan toch eigenlijk niet.
In tegenstelling tot onze vorige reizen worden we nu niet afgehaald van het station, maar moeten de bus nemen. Het laatste stukje lopen we en worden ingehaald, opgehaald is beter, door Raema en Daniël.Thuis, meteen de wasmachine aan met de eerste was.
Ook deze vakantie zit er weer op.

7 juli 2010

Gigantes

Deel 22 zondag 30 mei 2010
De laatste volle dag. Ik heb geen haast om naar de bakker te gaan. Maar als ze om half negen al beginnen met grasmaaien wordt Tineke toch ook wakker en is het tijd om er maar uit te gaan. Ik neem afscheid van mijn vaste bakker omdat we morgenochtend vroeg weg moeten en keer terug naar Kamélia, kook twee eitjes en zet de rest van het ontbijt vast klaar beneden in de tuin.
Rustig aan, volgens het Griekse principe van siega, siega. De tijd hier in Kalá Nerá is voorbij gevlogen, vliegt nog steeds voorbij.
Begin van de middag vertrekken we naar het dorp. Het is bewolkt, klam ook. En het wordt niet superdruk op het strand. Zoals al eerder vermeld, ook de Grieken kunnen hun geld maar een keer uitgeven en zij blijven steeds vaker thuis. De stadslui uit Volos verkassen niet langer ieder weekend naar de stranden en die vanuit Athene gaan niet ieder weekend naar hun vakantiehuisje in Pilion of waar dan ook.
Op het terras van Enalion drinkt Tineke een frappé en ik neem een nescafé, wij krijgen er automatisch al koek en andere zoetigheid bij. Toch willen wij afsluiten met Grieks gebak en dat doen we dus ook. Ontspannen, niets moeten en alles mag.
En zo wordt het langzaam maar zeker een dag met een gaatje. Dat gaatje wordt vooral gevuld met lezen, en opruimen. Restjes weggooien, tassen alvast inpakken. De laatste dingen komen morgenochtend wel.
Ontspannen, onthaasten van een vakantie waarin we toch wel weer veel hebben gezien en gedaan.
’s Avonds nog een keer naar het dorp. Nog een keer eten. Gigantes met Keftedes. Verrukkelijk. En dan afsluiten, de mensen van Pagasitikos bedanken voor hun gastvrijheid. Ook zij moesten wennen aan het vakantieseizoen.

6 juli 2010

Doop

Deel 21 zaterdag 29 mei 2010
Wandelen of? De laatste zaterdag in Pilion. We kiezen ervoor om naar Volos te gaan met de bus. Op zaterdag zijn er aangepaste reistijden. Vanuit Kalá Nerá vertrekt de bus om elf uur. Tijd genoeg om naar de bakker te gaan, ontbijt te maken, vaat te doen en de auto in te leveren. Die komen ze overigens halen, zonder zich bij ons te melden. Hoe dat met betalen gaat?
Als we naar de bushalte vertrekken – bij de bakker aan de hoofdweg – weten we dat nog steeds niet. De bus is lekker vlot. We stappen - op mijn verzoek - vooraan in Volos uit. Niet om naar het archeologisch museum te gaan, maar gewoon om lekker langs de kust te lopen. De Aghia Triada is open en heeft een aparte ikonostase. Alles heel modern en licht. Langs de kust staat een aantal hotels met zwembad, waarvan druk gebruik wordt gemaakt. Het lijkt wel iets op het hotel waarin wij in Alexandropouli hebben gelogeerd, al bijna een mensenleven terug. Zo voelt dat althans.
Aan de rand van de hotels, zijn wat strandjes. Het contrast is bijna schrijnend. Moeders met kinderen, ouderen, armoezaaiers? We lopen over een smal pad en arriveren bij de Agios Konstantinos. Ook die is open. Hier is het druk. Buiten staan veel mensen. Binnen is net een doopplechtigheid geweest. Jammer?
Nee, want de rode versiering wordt opgeruimd en maakt plaats voor roze versiering. Er volgt nog een doop, een orthodoxe doop. Van de schone Helena. En dat is toch iets aparts. Ook dat hier – zeker in deze kerk – niet naar kleding wordt gekeken.
De schouders onbedekt, Daar kijkt niemand van op. De dames lopen hooggehakt, de rokken zijn soms superkort. De vader regelt en regelt. De moeder heeft vooral oog voor de camera. De peettante (een zusje van de vader) volgt gedwee in alles, en is apetrots, voelt zich soms echter ook wat ongelukkig als de dopeling het op een brullen zet en bijna niet is te stoppen.
De hulppriester is geduldig, in alles. Maar ook de (doop)pappas is een schatje. De mensen in de kerk zijn bijzonder vriendelijk voor ons. Geven ons alle ruimte om te kijken en foto’s te maken. Tineke krijgt een mooi zilveren speldje met wit lint opgespeld. Zij is erbij geweest.
Driemaal gaat Helena kopje onder, het gezelschap maakt ook driemaal een rondje rond het doopfont. En als alles achter de rug is krijgen de aanwezige kinderen allemaal een cadeautje en de volwassen een ijsje. Wij trekken ons via een zijdeur terug. Verheugd dat wij dit hebben mogen meemaken. Dit is voor ons een cadeautje.
We wandelen langs het Konstantionospark waarin diverse beelden staan opgesteld en besluiten vervolgens om door te steken naar Ermou, de winkel/wandelstraat van Volos. Hier is het bij de cafés bijzonder druk. Er is geen plekje meer vrij.
Tineke heeft trek gekregen en wil iets eten. Ik zie in de zijstraatjes wel enkele eetgelegenheden, maar (omdat Tineke voor mij uitloopt) gaan we daaraan voorbij. Uiteindelijk lopen we terug naar de haven en kiezen voor een plekje bij O Giorgos. Ook hier hebben de Grieken niet alles wat erop het menu staat. Hier zijn verschillende redenen voor. Het is nog vroeg in het (vakantie)seizoen, er zijn minder toeristen dan normaal en de Grieken zelf hebben minder te besteden. We eten saganaki (Henk) en garnalen (Tineke).
We hebben nog tijd zat en gaan op souvenirjacht. Dat valt niet mee, zeker niet op de Ermou waar de rust terugkeert. De Agios Nikolaos Mitropoli staat in de zon te schitteren. Veel winkels zijn al dicht. De zitjes bij de cafés worden opgeruimd. Voor later. We lopen maar weer terug naar de haven en Tineke ontdekt boven een taveerne het Nederlands consulaat in Volos. Bewijs dat dit voor Nederland toch een redelijk belangrijke stad is. Het waarom? Daar blijf ik het antwoord op schuldig.
Omdat we nog tijd genoeg hebben gaan we nog een keer langs bij het prachtige Joodse monument en wippen even aan bij het treinstation van Volos. Net als de stationnetjes van Miliés en Ano Lexónia overheerst hier de kleur geel. De gebouwtjes hebben bovendien allemaal ongeveer dezelfde bouwstijl. Die van Volos is uiteraard groter.
Op het terrein staan bovendien een aantal totaal verroeste locomotieven gestald. Klaar om gesloopt te worden? Of worden ze opgeknapt voor een tweede leven als stoomtrein.
Achter het station is de Plaia Volos, een van de opgravingen hier. Of zijn de kruiken misschien ingegraven voor argeloze toeristen, die overal in geloven. Er liggen immers ook flesjes cola en andere frisdrankflesjes. Toch niet echt iets uit de oudheid.
Nou het wordt tijd om naar het busstation te gaan. We hebben nog ongeveer twintig minuten voor de bus vertrekt. Ik koop de kaartjes (3,20 euro), terwijl de temperatuur in de schaduw oploopt naar 29 en zelfs 30 graden Celsius. De bus naar Neoxori vertrekt als eerste, van de bussen die naar het zuiden van Pilion gaan. Een geparkeerde bestelbus zorgt onderweg voor oponthoud. Met de parkeerregels neemt men het in Griekenland niet zo nauw. Maar oh wee, als het fluitje van oom of tante agent klink… In Agria moet de bus slalommen, omdat een deel van het dorp is afgesloten vanwege een autorally die hier start en finish heeft. Het is de laatste onderbreking op weg naar Kalá Nerá.
Bij Kamèlia zitten diverse medelanders in de tuin, met Maria. Ik wacht op Henny om te vragen hoe het nu eigenlijk zit met de auto. Zij zegt dat alles in orde is en heeft het reçu van de verhuurder bij zich. Dat werpt toch wel enkele vraagtekens op betreffende de betrouwbaarheid van het gebruik van creditcards, want hiervoor hebben wij geen toestemming gegeven. In Nederland toch maar eens informeren.
Aanvankelijk hebben we het plan om bij Kanarinia te gaan eten, maar we laten dat varen en besluiten om even na negenen naar Pagasitikos te gaan. Door bestellen we in de keuken. Tineke kiest voor lamb met aardappels en ik krijg de imam, de laatste die er vandaag nog is. Oh, gebakken courgette vooraf en een Fischer als drinken, terwijl de mini-magnum als toetje wordt geserveerd. De allergie steekt weer de kop op, maar Tineke weet et redelijk te onderdrukken, terwijl de Eurovisiesongfestivalgeluiden (wat een woord) door de geluidsboxen schallen en de beelden van een groot beeldschermen flikkeren. Laat maar.