24 april 2010

Ontdekken

Deel 3 30 maart 2010

Het voordeel van vroeg arriveren is dat er voldoende tijd is om nog leuke dingen te gaan doen. Een voordeel dat iemand ergens al eens is geweest is, dat je niet alles meer hoeft te ontdekken. Even een herinnering ophalen: Tineke is al eens in Berlijn geweest. Om daar de halve marathon te lopen. Voor mij betekent dat dus, op de kamer tas uitpakken, even opfrissen en op pad, me laten leiden door mijn persoonlijke gids. En wat doe je als dat ook nog een vrouwelijke gids is, met inlevingsgevoel en humor?
Nou? Ik loop derhalve al snel buiten. Over de Kursfürstendamm richting het metrostation Uhlandstrasse, en verder naar De Kaiser Wilhelm Gedächtnisskirche, officieel gelegen aan de Breitscheidplatz. Een monument uit en een herinnering aan de Tweede Wereld Oorlog. Een deel van de kerktoren staat nog.
Het plafond is prachtig, met ingelegde steentjes. Ik kan het uiteraard bij deze omschrijving laten, maar dat vind ik toch iets te goedkoop. Want het is niet zomaar een ruïne.
De oorspronkelijke kerk is gebouwd aan het eind van de negentiende eeuw en is bedoeld als een gebedshuis er ere van Wilhelm Friedrich Ludwig van Pruisen, beter bekend als keizer Wilhelm I, die in 1888 overleed. Het idee van het gebedshuis komt van zijn kleinzoon Friedrich Wilhelm Viktor Albert (keizer Wilhelm II). Voor het ontwerp wordt twee jaar later een wedstrijd uitgeschreven. De keuze valt uiteindelijk op het ontwerp van architect Franz Schwechten, die zich laat inspireren door de Romaanse kerken in het Rijnland. Het is een grote kerk, waarin tweeduizend gelovigen een plaatsje kunnen vinden. De kerk wordt uiteindelijk op 1 september 1895 ingewijd, maar is dan nog niet volledig afgebouwd. Pas in 1906 is de entree helemaal klaar.
Tijdens een raid op 23 november 1943 wordt de kerk geraakt, grotendeels verwoest. Misschien moest het ook wel zo zijn. Een dag eerder heeft de preek namelijk het onderwerp: 'Alles is vergankelijk.'
Na de oorlog wordt de kerk een monument. Maar dat gaat niet zomaar. In 1956 wordt besloten om een nieuwe kerk te bouwen en opnieuw wordt er een wedstrijd voor uitgeschreven. Van de negen ontwerpen zijn er zes, die de oude toren integreren in de nieuwe kerk. Egon Eiermann komt met een compleet ander ontwerp, dat in niets op een kerkgebouw lijkt en zijn gebouw verrijst naast de oude toren met een achthoekige klokkentoren en in de kerkmuren zitten ongeveer 20.000 gebrandschilderde ramen.
In het oude gebouw is een van de opmerkelijkste figuren een spijker/nagelkruis uit Coventry, de stad die in november 1940 zwaar door de Duitsers is gebombardeerd, waarbij de kathedraal volledig is platgegooid. Dit kruis geldt als een symbool van verzoening en is in diverse plaatsen terug te vinden. Aan de muren in mozaïek processies van het geslacht Hohenzollern en daaronder in reliëf enkele afbeeldingen uit het leven van Wilhelm I. Verder staan er buiten, achter worst- en andere commerciële tentjes nog enkele beelden{groepen).
Tussen de kerk en het beroemde Europecenter vermaakt een groep jongeren omstanders. Ik vraag me af of vermaken wel het juiste woord is. Wij krijgen een stukje van hun show mee en vooral Tineke houdt daar een bijna misselijk makend gevoel aan over. De start van de act die wij bekijken heeft iets erotisch. Een man verbergt zijn hoofd in het kruis van een jongen, die zijn armen spreidt. De handen worden vastgegrepen door twee anderen, die hem ronddraaien. Niets bijzonders? Zo te horen niet, maar ik zeg er een ding niet bij. De jongen blijft met zijn voeten op de vloer staan en alleen zijn bovenlijf draait: 360 graden. Zoals een kurkentrekker de kurk indraait. En als ze de twee helpers hem loslaten schiet hij als een veer terug in zijn normalen houding. Ik raad jullie aan om dit niet zelf te proberen. Ik kom jullie niet opzoeken in het ziekenhuis.
Iets verderop plof ik neer op een teras en geniet behalve van de zon, van een glas Alt, een biersoort dat vooral in de binnenstad van Düsseldorf wordt gebrouwen. Verder wordt er een heerlijke salade geserveerd. De bediening op het terras wordt gedaan door stijf geklede mannen. Zij worden geassisteerd door twee negroïde mannen, die het vuile (loop)werk verrichten, tafels leegruimen en het bier de trap op en afsjouwen.
Op zo'n terras kan ik uren doorbrengen. Zeker op zo'n mooie dag en dat er aan weerszijden Nederlanders zitten neem ik dan maar even voor lief. Toch blijf ik er niet hangen. Want daarvoor ben ik niet in Berlijn. Ik wil dingen zien, ondergaan, me laten verrassen. En die verrassing krijg ik niet veel later in het warenhuis KaDeWe. Een Bijenkorf, maar dan een stuk groter.
KaDeWe staat voor Kaufhaus des Westens en staat in de Tauentzienstrasse, vernoemd naar de Pruisische generaal Bogislav Friedrich Emanuel von Tauentzien. Het warenhuis is in 1907 gesticht door Adolf Jandorf. De naam is een verwijzing naar de liging. Ten westen van de oude binnenstad en na de tweedeling van de stad ook nog eens naar het westelijke deel waarin het ligt.Tegenwoordig is het eigendom van de Karstadt-groep, dat elders in het centrum ook nog eens twee andere grote - meer op (sport)kleding gerichte - warenhuizen heeft. Hier moet je geweest zijn. Zeven etages kleding, speelgoed, juwelen, parfurm, elektronica en etenswaren. Het is bijna Pasen als wij er doorheen wandelen en de paaseitjes rollen je tegemoet. Onvoorstelbaar gewoon. Ik vind er zelfs lekkernijen afkomstig van Rabbel. Zegt dat je niets? Oei, een keer naar Tecklenburg gaan, dan zie je het vanzelf op het centrale plein. Het ijs daar is verrukkelijk en daar blijft het niet bij. Nee, geen slagroom nemen, want je bent in Duitsland en daar heeft de slagroom toch echt een andere smaak.
Buitenlandse gerechten, vlees, sauzen, drankjes; wijn en sterke drank, zoals jenever. Flessen van ruim zevenhonderd euro. Daar moet wel iets heel bijzonders in zitten. Nee, niet meegenomen. Ik heb ze echt laten staan. Op de bovenste verdieping is een restaurant gevestigd, geen driesterrenrestaurant, dit is toch wel iets eenvoudigers. En het uitzicht is nu ook weer niet zo heel bijzonder. Misschien wel het enige minpuntje.
Het wordt tijd om terug te keren naar Bogota. Met (telefonische) hulp van Daniël slaag ik erin om verbinding met het internet te krijgen en dat betekent tikken maar weer. Een kale versie van dit verhaal, van deze verhalen, tikken. In een woorddocument, lekker gemakkelijk zodat ik die kan gebruiken voor het uitwerken thuis van de verhalen.
Dat doe ik voor het eten. Dineren in het hotel is niet mogelijk. Daarvoor moet je de stad in. Bijvoorbeeld door, de straat (Kurfürstendamm) oversteken en lopen maar. Uiteindelijk hebben we onze vermoeide benen onder een tafeltje van Mondo Pazzo geschoven. We hebben niet eens de moeite genomen om naar binnen te gaan. Zomaar op de stoep, jassen uit en laat je verwarmen door de lamsfilet op een bedje rucola (Tineke) en fazantborst op een bed veldsla, als toetje aardbeien met mascapone (vergeef me als ik het niet goed schrijf of er een zooitje van maak, dat is de vermoeidheid) en caramel (Henk). En daarna weer helemaal terug, ongeveer vijf minuten van het hotel vandaan, maar het voelde aan als een tocht die jaren duurt.

Geen opmerkingen: