27 april 2010

Monumenten

Deel 5 31 maart 2010

Aan de andere kant van het gebouw van de Bundestag staat een monument voor de vergeten gevallenen, mensen die hebben proberen te vluchten uit voormalig Oost-Duitsland, naar het westen, maar het niet hebben gehaald. En die ook niet als vluchtelingen erkend zijn. Op deze plek staat meestal (ook nu) Gustav Rust, die eerst negen jaar vast zat als politiek gevangene in Rusland en daarna door de DDR was uitgezet naar het westen. Rust schreef over zijn leven het boek Ich war auch dabei.
Hij vertelt aan iedereen die het wil horen hoe het toen was en eventueel nu is. Heel wat anders dan de zogenaamde grenspolizei, die stempels verkopen. Ook dit - aan de Eberstrasse gelegen - is zo'n bijzondere plek, iets bijzonders aan Berlijn, dat een ratjetoe aan bouwstijlen kent.
De wandeling gaat verder, langs de achterzijde van de Brandenburer Tor.
Aan de rechterzijde ligt een park met daarin - sinds 27 mei 2008 - een monument voor in de Tweede Wereldoorlog omgebrachte homofielen. Ook zij waren 'Utermenschen' in de ogen van de Duitse regeerders. Het ontwerp van dit monument, een dichte rechthoek met een klein kijkgat, is van het Scandinavische architectenpaar Ingar Dragset en Michael Elmgreen. Wie naar binnen kijkt, krijgt een filmpje te zien van twee mannen die elkaar kussen. De nazi-wetgeving die homoseksualiteit strafbaar stelde bleef in West-Duitsland tot 1969 gelden. Aan de totstandkoming van dit monument is een woordenstrijd van zestien jaar voorafgegaan.
Dit monument is echter niet mijn doel. Ik ben op weg naar het Holocaustmonument. Dat iets verderop ligt. Tineke bezoekt ook het Holocaustmuseum, onder het monument. Je kunt het museum niet zomaar binnen lopen. Je wordt in groepjes toegelaten, om maar geen opstoppingen te creëren.
Het monument is ontworpen door de Amerikaan Peter Eisenman, een veld van 2.711 zware blokken, voorzien van een chemische laag waardoor graffiti eenvoudig kan worden verwijderd. Leverancier van dit spul is het farmaceutische bedrijf Degussa, dat ook verantwoordelijk was voor het gas Zyklon B.
Op ongeveer vijfhonderd meter afstand van het monument ligt de Potzdammer Platz. Vroeger in puin gegooid, tijdens de koude oorlog een open treurige vlakte op de grens van oost en west, en tegenwoordig staan er hoge gebouwen, nieuwe architectuur, met veel glas.
Wij besluiten dat de Potzdammer Platz het eindpunt wordt van onze wandeling door de stad. Het is inmiddels een uur of vier, dus zo gek is dat ook weer niet. En morgen is er weer een dag, dan doen we eventueel de rest wel. Ben ik dingen vergeten. Uiteraard, De Brandenburger Tor bijvoorbeeld. Maar ja, ik kan en wil niet alles noemen.
's Avonds eten bij Santini aan de Kurfürstendamm. Tineke kiest voor een risotto en Henk voor een Scaloppine Hawaii en drinkt een Franziskaner weizen, een dunkel ditmaal. Terugwandelend hebben we ons verbaasd over de kledingprijzen. Onder de honderd euro vind je niets. Zelfs geen sjaal of moet ik shawl zeggen. Geen idee. Voor een lapje stof - van vijf euro plus voor dertig eurocent aan garen - heb je een miniscuul jurkje, maatje 34 en daar past Tineke toch echt niet meer in.
Tijdens het trouwen van mijn zus had ze overigens een pak maatje 34. Voor dat jurkje in deze winkel, maatje 34, durfden ze hier 900 euro te vragen. De pop die ernaast stond droeg een jasje van ruim drieduizend euro. Natuurlijk wil Tineke nu meteen gaan shoppen. Gelukkig de winkels zijn dicht, maar morgen is er weer een dag. Op twintig meter van ons hotel heeft Tineke een ring gezien van 28.000 euro. In zo'n eenvoudige buurt verblijf ik. Dat jullie het maar even weten.

Geen opmerkingen: