Dinsdag 23 oktober
2018
Artistiek?
Ik zoek je.Een bezoeking?
Nee een bezoekje aan…
Artis!
Anders gaat hij gekke dingen doen. Hij wil mij
bijvoorbeeld meenemen naar een museum, dat ook geschikt is voor kinderen. Oké
het Vestingmuseum in Naarden is leuk en daar heb ik veel plezier gehad met hem,
maar daar wil ik toch niet iedere keer heen.
En het bezoekje aan de Oostvaardersplassen is ook niet
verkeerd. Dat verandert voortdurend en een klein beetje gluren naar de dieren…
Maar dat kan ik ook op andere plaatsen.
Zoals in Utrecht waar ik heb gegriezeld bij de
dinosaurussen. Daar wil ik wel weer heen, maar oma zegt dat die er niet meer
zijn. Die dinosaurussen bedoelt zij.
Dus dan toch maar weer naar Artis, daar ben ik al een
hele tijd niet geweest. Dat is goed Yari, zegt mijn opa, dan gaan we daar
vandaag heen. En wat wil je daar dan allemaal zien? Nou dat is voor mij geen punt: de tapirs en de vissen,
krokodillen, leeuwen. En, nou ja, heel veel dus. Maar ik kan niet alles aan
jullie laten zien en ik ga ook niet alles verklappen. Nu vragen jullie je
misschien af, waarom begint Yari nou met tapirs? Dat zal ik vertellen. Opa
IJsbeer en ik zitten soms op de fiets en dan fietsen we door de Faunabuurt en
door de Tapirstraat. Ook als ik naar de bushalte wandel, kom ik door die
straat. En Opa IJsbeer heeft mij wat over de tapirs vertelt, dus daarom.
Maar voor we daar zijn komen we eerst langs apen en
pelikanen. Die zijn in de zomer verhuisd. In juni is er nog een pelikaan ontsnapt
uit Artis. Want de roze pelikanen, kunnen niet alleen heel mooi drijven, maar
ook vliegen. Om te voorkomen dat ze uit Artis wegvliegen, worden ze
gekortwiekt. En deze pelikaan heeft voordat de oppassers dat kunnen doen de
vleugels genomen. Bij die pelikanen zitten ook aalscholvers, die zie je bij ons
ook in de buurt. En die mogen wel vrij rondvliegen. Maar ze komen graag bij
Artis, omdat ze hier een lekker visje kunnen vangen.
Bij de tapirs, met hun gekke kleine slurfjes, ga ik op
zoek de babytapir. We lopen helemaal rond en zien wel lama’s en andere dieren.
En twee luie Zuid-Amerikaanse tapirs, die alleen hun kop op willen tillen. Maar
een kindje zien we niet. Aan een Artis-meneer vragen wij of de jonge tapir binnen
zit. Volgens hem moet hij wel buiten zijn. Wij lopen tweemaal rond de pampa en
zoeken en zoeken. Maar nee hoor, ook onder de brug niet. Er is geen jonge tapir
te vinden.
Dan maar naar de vissen. We komen langs de jaguars, die
heen en weer ijsberen en bij de stokstaartjes die rondrennen. Eentje houdt de
wacht en kijkt rond of er geen gevaar is. Nou mijn Opa IJsbeer is zeker niet
gevaarlijk, dus even later doet de wachter ook vrolijk mee aan het tikkertje
spelen.
De dinosaurussen in Artis leven niet meer, dus daar hoef
ik niet naar te kijken. En tegen de eieren schop ik natuurlijk niet. Want
anders breekt de schaal misschien wel en komt er een gevaarlijke dino uit. Nou
maar vlug naar het aquarium, waar de vissen in grote bakken rond zwemmen.
Uiteraard wil ik de haaien zien, maar ook een Nemo-vis en een Dory-vis, die in
het echt heel anders heten. Maar ga dat zelf maar bij Artis vragen.
V
ia de rumoerige zeeleeuwen komen we bij het vlinderhuis.
Buiten druppelt het zachtjes en binnen druppelt het ook, maar niet van de
regen, maar omdat het hier zo warm is. Daar houden de vlinders van. Ook vandaag
zie ik weer veel grote, blauwe Morpho-vlinders vliegen. Als ze van het fruit
eten, dan hebben ze hun vlinders meestal opgevouwen en hebben een totaal andere
kleur. Een vlinder die de vleugels uitgespreid heeft op een blad is heel
bijzonder.
De overgang van de vlinder naar de gorilla is voor
sommige mensen misschien groot, maar voor mij niet. Want een vlinder is teer en
dat is een baby ook. Vraag maar aan moeder gorilla, die geen enkele jonge gorilla
in haar buurt veelt. Een moeilijk woord hè, velen. Maar wel mooi, want dat past
wel bij dit onderwerp. Velen hebben naar de moeder gekeken, zo veel dat ik opa
even kwijt ben. Hij staat grinnikend bij een ander raam en heeft alles in de
gaten.
Nou als hij spelletjes wil spelen, dan kan dat. Maar
eerst even eten. En dan klimmen en glijden en klimmen en weer glijden of beter
toch maar naar beneden klimmen en weer omhoog. En opa die ziet mij niet meer en
maakt zich ongerust, omdat er ook enkele heel kleine kinderen zijn en anderen
die ruzie zoeken. Hij vindt het een beetje te druk worden en zegt dat we verder
moeten. Langzaam op weg naar huis.
Via de olifanten, die alles onthouden dus kun je ze beter
niet plagen, komen we bij de leeuwen. De jonge leeuwinnen liggen tegen het huis
aan waar de jonge leeuw achter glas ligt. En hij wil het liefst naar zijn
nieuwe vriendinnen toe. Maar moet nog even wachten.
De krokodillen liggen vandaag niet bij elkaar. De schildpadden
zijn druk in de weer en de mensen verdringen elkaar daar allemaal. Alleen de
kinderen krijgen voorrang. Dan kun je beter in het voormalige apen- en vogelhuis
kijken. Daar lopen en vliegen veel dieren los. En sommige zijn neppers, om
mensen zoals mijn Opa IJsbeer voor de gek te houden.
Genoeg verteld voor vandaag. Op de terugweg naar het
station gaat vlak voordat de tram wil passeren een brug open. Dat is best een
leuk gezicht. En al die fietsers die zich dan naar voren dringen en meteen
wegsprinten terwijl de bomen nog omhoog gaan… En de gevolgen voor ons? Nou wij
missen onze trein. Niet dat zoiets veel uitmaakt, want er gaan meer treinen
naar Almere en mijn mama is toch nog aan het werk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten