9 oktober 2018

Daeley, Opa IJsbeer en de gorilla’s


Maandag 8 oktober 2018



Opa IJsbeer? Je hebt vorige week toch belooft dat we vandaag naar Artis gaan, toch?
Dat klopt Daeley, maar beloof mij dan een ding, dat je vandaag niet achter iedere zin het woordje toch zegt.
Dat is wel heel moeilijk opa, maar ik zal het toch gaan proberen. Help jij me dan eraan te herinneren als ik het toch weer doe.
Opa IJsbeer grinnikt bij zoveel slimheid. Dat heb ik van mijn oma, die weet precies hoe ze hem kan kietelen. En de beste plaats om hem te kietelen? Dat is onder zijn voeten, toch oma? Oeps, niet verder verklappen hoor.

En zo gaan wij vandaag met zijn tweetjes naar Amsterdam. Eerst met de bus, en dan met de trein en vervolgens ook nog met een beroemde tram: de nummer 14. Ik ben wel vaker met Opa IJsbeer in Artis geweest, maar vandaag vertrekken we iets later dan normaal. Of het daardoor komt weet ik niet, maar onderweg is het heerlijk rustig. Ook in Amsterdam is het rustig. Het lijkt wel of iedereen met vakantie is.

Als wij bij de dierentuin arriveren kunnen we bijna meteen doorlopen. Vlak voor ons staan mensen die nog kaartjes hebben gekocht. Maar dat heb ik niet gedaan. Ik heb mijn eigen pasje. Van een krokodil.

Maar die krokodillen zien we niet meteen, want misschien weten jullie het niet meer, maar eerst komen we bij de kamelen. Die lopen in een bak met onder andere een ezel en enkele runderen, de watoessirunderen. Die hebben hele lange horens en komen uit Afrika. De koe met de langste horens is in Afrika van de koning. Hier niet hoor, toch opa. Hier zijn ze van de baas van Artis. Die ene koe is wel heel erg ondeugend en prikt een rustende kameel met een hoorn in de buik. De kameel kijkt verstoord op en als de koe nog een keer prikt dan schommelt hij overeind. Ik vind dat heel stout van die koe. Boe!

Naast dit veld liggen in het zand enkele grote keien en voor het eerst zie ik daar ook blokken, die op dobbelstenen lijken. Leuk om mee te spelen. Voor even dan, want ik kom ditmaal speciaal voor de gorilla’s. 
En uiteraard ook nog een beetje voor de krokodil. Die heet hier een onechte gaviaal. Nou wat er onecht aan die beesten is weet ik niet. Of het moet zijn dat ze wel heel lui zijn. En wat ik ook weet is dat de geleerden zelf het verschil tussen echt en onecht ook niet weten. Dus voor mij zijn het gewoon krokodillen.

De komodovaraan lijkt ook een beetje op een krokodil, maar is het niet. Ik vertel aan Opa IJsbeer dat zijn beet giftig is en dat hij dus heel voorzichtig moet zijn. Dat ben ik niet, want hij zit veilig achter glas.

De oude leeuw Caesar is dit jaar overleden en Artis heeft nu een jonge leeuw ervoor teruggekregen. Die zit in een hok apart, niet bij de jonge leeuwinnen. En omdat hij nog moet wennen mag ik ook niet met mijn neus bij het glas komen. Daarom kan ik jullie nog geen foto van deze aanwinst laten zien. Maar ik beloof dat wat niet is een volgende keer goed zal worden gemaakt. Ik neem Opa IJsbeer immers vaak genoeg mee naar de dierentuin.

Omdat het vandaag zo rustig is, zijn de rode vari’s voor hun doen heel attent. Het zijn halve apen, zijn niet zo slim als gewone apen en komen van een eiland. Daarom leven ze hier ook op een eiland. Ze mogen soms los lopen, maar ik moet Opa IJsbeer drie keer waarschuwen, omdat hij er een wil kriebelen op zijn buik en omdat hij bijna op de staart van een vari gaat staan. Zelf vind ik ze wel grappig en bang ben ik niet voor hen, toch Opa.

Voor we bij de olifanten komen gaan we een krentenbol eten. Die heeft Opa IJsbeer niet voor niets meegesjouwd. En ja ook hier zijn de meeuwen heel eigenwijs en willen graag een stukje brood meepikken.

Hierna wandelen we verder en komen bij de giraffe en de zebra. Je hebt diverse soorten zebra’s. De grootste soort is de Grévy-zebra. Mensen hebben paden over straat aangelegd, waar je veilig kan oversteken. Die strepen zijn bijna allemaal hetzelfde. Maar dat is bij de zebra niet het geval. Geen streeppatroon is hetzelfde. Heb je weer wat geleerd opa.

In de grote speeltuin mag ik meestal een tijdje spelen, maar als ik toch stiekem van de hoge glijbaan afga, is de pret snel voorbij. Mijn kleine beentjes hebben moeite met de touwladder, maar ik ben toch bovenaan gekomen. Dat is echt vermoeiend. Dat zijn ook de Californische zeeleeuwen, die maken een kabaal joh. Ze hebben net visjes gekregen van de verzorger, maar ze willen meer. Is dat ondankbaar of gewoon trek. Zeeleeuwen kunnen heel goed kunstjes doen. Soms lijkt het wel of ze in een circus wonen.

En dan eindelijk zijn we bij de gorilla’s. De gorilla is de grootste aap van de wereld en is heel sterk. Hij kan heel goed met zijn vuisten op zijn borst slaan. Hij eet vooral bladeren, maar ook wel fruit en heel soms een insect, als hij die zelf heeft gevangen. Er is een volwassen mannetje in Artis en dat is de baas, dat kun je echt goed zien.

Verder zijn er een paar vrouwtjes en enkele jongen. Zo vormen ze nog een hele groep. En ik tref het want het is etenstijd. En ze hebben allemaal trek. Laten dat ook speciaal voor opa en mij zien.

Nu ik de gorilla’s heb gezien wil ik eigenlijk naar huis. Maar voor oma gaan we nog langs de pinguïns. En ook  nu zwemmen er enkele rond. Het lijken net clowns.

Omdat we toch in de buurt zijn neem ik Opa IJsbeer ook mee naar de haaien. Hij vindt die luipaardhaaien een beetje eng. Ze leven in ondiep water en soms in een aquarium zoals hier. Zo kan ik ze beter zien.

Ook planten en kwallen bekijken we nog in een zijarm. En zeesterren en nog veel meer, zoals zeepaardjes. Maar ik kan niet alles laten zien, toch Opa?

Wel dinosaurussen. Daar mag ik mee spelen. Niet te lang. Niet erg, want het lukt mij toch niet om boven op de rug te komen. Wel probeer ik, net zoals een keer eerder, de eieren uit te broeden.

Het wordt nu echt tijd om naar huis te gaan. De rest gaat daarom in vogelvlucht. Zwarte zwanen, prairiehonden, jaguars. Noem ze allemaal maar op. Meestal krijg ik nog een knuffel, maar daar heb ik er al zo veel van, dat we nu een keertje overslaan. En dat begrijp ik helemaal.

De reis terug naar huis gaat heel snel. Zeker omdat we in de trein in een leuke stiltecoupé zitten. Daar moet je een beetje rustig zijn. Maar opa praat en praat. Ja, dan moet ik wel antwoord geven. Omdat er niemand is, kunnen wij ook gezellig praten. En inderdaad gezellig is het bijna altijd met Opa IJsbeer. Toch?


Geen opmerkingen: