24 november 2010

Stara Mesto

Dinsdag 2 november 2011
De wekker gaat om ongeveer vier uur. Bed uit, verse jus maken een beker melk inschenken en dan nog even douchen. De spullen staan al in de kamer dus die hoef ik niet meer naar beneden te sjouwen. De koffers zijn gepakt zogezegd.
De stedentrip kan beginnen en begint ook als wij door Daniël worden opgehaald. Dat wilde hij per se. Met de trein reizen was ook een mogelijkheid, maar het was een beetje krapjes geworden. Wat de tijd betreft. Toen Daniël zijn aanbod deed, was hij vermoedelijk niet echt uitgeslapen, had hij nog niet echt door dat hij daarvoor toch wel vroeg moest opstaan. Maar hij komt zijn woord na en pikt ons tegen vijven op, ’s morgens wel te verstaan. Zodat wij om vijf voor half zes bij vertrekhal twee op Schiphol staan.
Daar moeten we inchecken bij de KLM-balie. Zelf inchecken. Via van die pilaren. Paspoort invoeren, eerste drie letters van de bestemming aangeven en dan even wachten. De naam van de medepassagier aanklikken en steeds een stapje verder, zo het vliegtuig in. Twee stoelen – 15a en 15c – toegewezen krijgen voor vlucht OK 0618. Daarna de bagage afgeven en door de douane.
Bij Tineke slaat het poortje op tilt en zij moet haar laarzen uit voor ze wordt goedgekeurd. Ik krijg in een keer toestemming, zet mijn meest onschuldige blik op en hoef ook niet gefouilleerd te worden. Dat scheelt weer. Nog even een boek kopen – Trip – en een (Volks)krantje, een flesje water van 33cl (kosten 2,35 euro) en door naar Gate B6. Daar nog even een half uurtje wachten voor we verder mogen. Door een draaideur. Een bus in. Nee we gaan echt vliegen en niet met de bus. Die bus brengt ons – heel ouderwets - maar naar het vliegtuig. Een Cityhopper – Fokker70 – van KLM. Van KLM? Inderdaad en niet van Czech Airlines.
Eigenlijk had ik dat ook al kunnen zien aan de papieren, want dat stond er ook op vermeld.
Het vliegtuig vertrekt netjes op tijd, met nog geen vijftig passagiers aan boord naar Praag. Het is een rustige vlucht. We krijgen een gratis broodje en een glaasje water om het weg te spoelen. Voor Tineke hoeft dat broodje niet en slikt het water met haar angst weg. Na wat lichte hobbels bereiken we na zeventig minuten Ruzyne Airport. Dat is 25 minuten sneller dan we hadden verwacht, zodat we al om tien over half negen – voor het eerst in ons leven - op Tsjechisch grondgebied staan. Het duurt even voor de koffers van de band rollen en daarna kunnen we op weg naar ons Hotel. In de binnenstad. Met een taxi voor een vast bedrag van 600 kronen.
We zijn nog maar net op pad of onze Taxi-Skoda wordt op een afslag van de snelweg bijna in de vangrail gedrukt door een juf in een 4WD-SUV, zo’n wagen waar ik onlangs een column in de krant aan heb gewijd. Met een dame aan het stuur – nee geen Gooise vrouw – maar wel een voor wie de status belangrijker is dan het kunnen betalen, want handsfree bellen is er niet bij. Nou die vrouw wilde ook de afslag hebben, maar was wel een beetje laat. Kon met een hand aan het stuur ook geen richting aangeven. Onze chauffeur zag haar komen en via een ferme trap op de rem en draaien aan het stuur kon hij een botsing met de vrouw en de rail naast ons voorkomen. Zo dat avontuur hebben we er ook weer opzitten.
Wie nu meteen denkt dat het levensgevaarlijk is om je in het Tsjechische verkeer te begeven, heeft het mis. Weliswaar ben ik geen ervaringsdeskundige, maar het blijft bij dit ene incident. De chauffeur loodst ons veilig de binnenstad binnen en daar begint het inchecken opnieuw. Een oude baas geeft ons een klein briefje dat we moeten invullen en vertelt dat we pas om twee uur terechtkunnen op onze kamer. Tineke voorkomt dat we drie trappen op moeten en we krijgen een kamer op de eerste verdieping van het hotel, de tweede etage van het gebouw. Nummer 23 is voor enkele dagen ons verblijf. De koffers mogen we wel even laten staan, vlakbij de balie tot we onze kamer kunnen betrekken. Wij gaan de stad in.
Hotel Melantrich is gevestigd in Melantrichova en die straat komt uit bij het Stadhuis van Stare Mesto, de Oude Stad. Het oude stadhuis, waar nog steeds huwelijken worden gesloten, ligt naast Starometske Namesti. Op het midden van dit plein staat het monument van Jan Hus, die symbool staat voor integriteit en verwijst naar enkele mooie en zwarte bladzijden van de Tsjechische geschiedenis. Hus, afkomstig uit een arme familie, was een echte studiebol en was op zijn 29ste al rector magnificus aan de universiteit van Praag. Maar ook had hij forse kritiek op de katholieke kerk en was zo een voorloper van de Hervormingen. In 1412 werd Hus in de ban gedaan en hij vluchtte Praag uit. Keizer Sigismund beloofde hem een vrijgeleide als hij wilde getuigen in het concilie van Konstanz. Hus werd daar echter gevangengezet. Edelen uit Bohemen en Polen kwamen voor hem op. Tevergeefs, hij kwam niet vrij en werd door het concilie tot de dood op de brandstapel veroordeeld. Bij het naar de brandstapel lopen herinnerde Hus de Duitse keizer fijntjes aan diens belofte voor een vrijgeleide, maar het vonnis werd wel voltrokken.
Genoeg Hus. Achter het stadhuis staat de prachtige Nikolaaskerk. Een oase van rust in de drukke binnenstad van Praag. Vanuit de Oude Stad wandel je in no time naar de Joodse wijk. Daar wil Tineke heen, dus moet er een plan worden gemaakt voor wat we nu gaan doen. Ik bekijk nog even de Csechov Most (brug) die in het verlengde van de Pariszka ligt. Tineke stelt voor om een wandeling uit de capitool reisgids te maken. Die wandeling begint bij het Obecni dum – het Representatiehuis. Via het Oude Stadplein kun je daar gemakkelijk komen. Onder de Kruittoren door. Een toren die al heel vaak is verbouwd.
Vanaf hier lopen we weer terug naar het Starometske Nemesti. Waar om twaalf uur de apostelen naar buiten komen uit de klokkentoren van het stadhuis, om in twintig seconden terug te kijken naar de toeristen die hier staan te loeren.
Iets verderop stilt Tineke haar eerste trek, waarna we de galeriestraat Karlova inlopen. Vlak voor de brug ligt het klooster Clementium. We zijn dan al het barokke huis met de bron in geweest en hebben daar een kleine tentoonstelling bezocht.
Met alleen al het bezoeken van tentoonstellingen kun je je een maand bezighouden in Praag. In dat klooster Clementium heeft men zich vroeger - en eigenlijk nog steeds - met klimaatsbeheersing beziggehouden. Er wordt nu nog steeds les gegeven,op universitair niveau zelfs. Want het is al zo lang een universiteit, dat we de term klooster maar voor zoete koek aannemen. Maar ook hier kun je een expositie bezoeken.

Wij wandelen echter naar de Karelsbrug. En op de Karluv most zijn we zeker niet alleen. Ik heb het dan niet over de talloze beelden die hier aan weerszijden staan opgesteld. En ook niet over de vele tekenaars die een boterham proberen te verdienen. Zo in de eerste week van november kun je bijna over de hoofden van de toeristen heen lopen. Kun je nagaan hoe het is in het hoogseizoen. Dan is het echt filewandelen.
Aan de andere kant van de rivier Vltava liggen Mala Strana, de Kleine Zijde, en de Praagse burcht. Dat bewaren we voor morgen. Voor we teruglopen naar het hotel eten we eerst nog een baguette. Maar ook lopen we langs het huis met de beren en over een markt die dagelijks – om de hoek van het hotel - op Havelska wordt gehouden. Behalve veel kitsch wordt hier ook veel fruit aangeboden.
In het hotel kunnen we onze kamer in. We rusten daar even uit, want het is toch wel een pittige dag geweest. Ik maak een begin met dit verhaal en ontdek dat ik een gratis internetverbinding heb.
Zo rond een uur of zes gaan we de stad in. De winkels zijn ’s avonds open. Bata, zeven verdiepingen schoenen, C&A, New Yorker. Zo maar wat namen. Veel juwelierszaken ook en restaurantjes. Het is echt een gezellige drukte. Wij komen uit op de Jungmanova Namesti bij Cesky Raj gevestigd in een kelder en eten daar een steak (Tineke) en een pasta met stukjes bacon en een kaassaus. Als toetje aardbeien met vanille-ijs en muntblaadjes.
Na het eten wandelen we nog een stukje over de boulevard Vaclavske Namesti. Aan het eind ligt het nationaal musuem. Maar iets eerder is een teer stukje geschiedenis terug te vinden. Hier stak in 1969 de Tsjechische student Jan Palach zich in brand als protest tegen de overheersing van de Warschaupactlanden. Jan Zajic volgde zijn voorbeeld en overleed ongeveer een maand later. Bij een kruis liggen nog steeds bloemen. Verse bloemen, oude bloemen. Men is hen niet vergeten.
We wandelen terug langs ons hotel en gaan nog een keer naar het centrale plein in de Oude Stad om daar een paar avondfoto’s te schieten.
Tineke duikt om ongeveer tien uur onder de wol. Ze is het zat, terwijl ik dit verhaal aftik.

Geen opmerkingen: