28 november 2010

Josefov

Vrijdag 5 november 2010
Vanmorgen al vroeg aan het tikken geslagen en lezen in Trip, een intrigerend boek van Judith Visser. En dat allemaal nog voor het ontbijt. Dat laten we ons goed smaken en zelfs aan de slappe koffie lijk ik te gaan wennen. Ik schenk zelfs een tweede keer in.
Na het ontbijt maar weer snel op pad, want ook vandaag hebben we nog heel veel op het programma staan. Allereerst naar Josefov, de Joodse Wijk. We kennen er een minuscuul stukje van, hebben door de dure straat Pariszka gelopen en zijn gisteravond in de Spaanse synagoge geweest.
Vandaag lopen we eerst achter de St.Nikolaaskerk langs naar het Kafkaplein en beginnen op de Maiselova met onze eigenlijke wandeling langs enkele synagogen. De eerste is de Maiselsynagoge. Gebouwd als een gebedsruimte voor burgemeester Mordechai Maisel en zijn familie.
Het oorspronkelijke gebouw ging in 1689 tijdens een grote brand in vlammen op en werd herbouwd. Zijn huidige vorm kreeg de synagoge na een verbouwing aan het begin van de vorige eeuw. In 1964 volgde een grote renovatie en werd het ingericht als museumruimte. En nu dus te bekijken voor toeristen.
Iets verderop staat de Staranovasynagoge, de Oud-Nieuw-synagoge, waar ik een keppeltje moet dragen. Dit is de oudste synagoge in Europa en is gebouwd in 1270. Dit gebouw heeft de brand in de wijk overleefd en heeft regelmatig als schuilplaats dienstgedaan voor vluchtelingen.
Het heeft in de loop der eeuwen wel enkele veranderingen ondergaan, zo is er in de achttiende eeuw een deel aangebouwd. In deze synagoge staat nog de zetel van rabbijn Löw, opperrabijn in de zestiende eeuw. Een ander relikwie is de vlag van de Praagse Joden, versierd met de Davidsster. Die ster is echt geen uitvinding van de Duitsers hoor, en moesten de Joden ook al in de veertiende eeuw dragen.
Naast deze synagoge, aan de overkant van het straatje, liggen het Joodse stadhuis met zowel een klok met joodse cijfers als een klok met latijnse cijfers. Naast het stadhuis staat de Hoge synagoge, die niet kan worden bezichtigd en eigenlijk alleen open is voor de diensten.
In het straatje naar de Klauzova synagoge vind ik bij een stalletje langs de weg de Golem, daar kom ik in de afsluiting nog wel op terug. Voor de brand stonden hier scholen en gebedshuizen (Klausen). Op de ruïnes werd in1694 de synagoge gebouwd. Onder leiding van architect Münzenberger werd het pand verbouwd tot zoals het er nu uitziet.
In de synagoge liggen oude boeken en boven op de galerij is een tentoonstelling (over onder andere trouwen en de bar mitswa) ingericht. Beneden wandelt een man rondjes, zoals priesters in de verre oudheid de Joden om de stad Jericho leiden waarna de muren vielen. Maar hij loopt heel wat meer rondjes dan de Joden deden. En instorten? De man loopt soms met de ogen dicht. Een enkeling kijkt verstoord op. De zonderling onderbreekt zijn rondgang voor het pellen van een mandarijn in een gangetje. Later zie ik hem weer lopen op de Joodse begraafplaats. Volledig in zichzelf gekeerd.
Op die begraafplaats zijn we echter nog niet aanbeland, want naast de Klausensynagoge staat ook nog de Obradni sin, het Ceremoniehuis, dat in 1906 is gebouwd vanwege ceremoniële begrafenissen.
Even loskomen van de synagogen door een rondje te lopen langs het Rudolfinum, dat we gisteren ook al hebben zien staan, de basis van het Praags Filharmonisch Orkest. Een van de zalen in dit gebouw is vernoemd naar de componist Dvorak. Tussen de twee wereldoorlogen en net na de Tweede Wereld Oorlog kwam hier de Tsjechische Senaat bijeen.
Hier ligt ook het plein dat naar Jan Palach is vernoemd. Iets verderop is de Joodse begraafplaats naast de Pinkasovasynagoge. Deze synagoge is in 1479gebouwd en daarna talloze malen verbouwd. In de synagoge worden de Tsjechische Joden herdacht die in Theresienstadt en andere concentratiekampen zijn omgebracht. Hun namen zijn op de muren te lezen.
De stenen op de begraafplaats staan schots en scheef en dicht op elkaar. Het oudste graf dateert uit 1439, hier ligt rabbijn Avigdor Kara begraven. De laatste keer die hier – in 1787 – begraven werd was Moses Beck. Er staan 12.000 grafstenen,maar vermoedelijk liggen er 100.000 mensen. Bekende mensen die hier zijn begraven zijn onder andere:rabbijn Löw, Mordechai Maisel en rabbijn David Oppenheim. Op menig graf wordt een klein steentje neergelegd, waarna een wens wordt uitgesproken.
De uitgang ligt tussen het Ceremoniehuis en de Klausensynagoge in. Omdat Tineke de Spaanse synagoge al goed heeft bekeken tijdens het concert van gisteren besluiten we die niet te bezoeken. Bij de synagoge loop ik pardoes tegen een voormalige advertentieverkoper van het GW aan. Hij proest het uit. We lopen door via Vezenska.
Ik vergaap me aan de vaak prachtige panden, versierd met beelden, schilden en motieven.
Ons doel is het Anneskyklooster. Niet wetend wat we daar zullen aantreffen. Het zijn vooral lege kerkzalen.
Daarvoor hoeven we geen entree te betalen. Wel voor de tentoonstelling die boven is. Maar dan moet wel eerst de tas worden ingeleverd – beneden – voor we daar naar binnen mogen. Onze rugzakken zijn gewoon te groot voor de norse bewaakster. Ach gelijk heeft ze eigenlijk wel, maar ik heb ook een beetje de smoor in omdat de caissière me dat ook had kunnen vertellen. Maar die had het te druk met telefoneren en stond nog net toe dat ik twee kaartjes voor de tentoonstelling mocht kopen.
De expositie fotograferen is bovendien ook nog ten strengste verboden. Ja Jezus in al zijn verschijningen – aan het kruis, op de arm van Maria – en tal van andere heiligen kun je natuurlijk niet op de foto zetten. Want in de tijd dat zij leefden bestonden de camera’s nog niet en al helemaal geen digitale camera’s. We wandelen braaf de expositie langs en sluiten af zoals het hoort.
We vervolgen onze wandeling door de Joodse Wijk langs de Hastalkerk, die in de veertiende eeuw op de resten van een Romaans huis is gebouwd. In de sacristie zijn nog muurschilderingen uit 1375 te zien en een doopvont uit 1550. Door de brand in de wijk in de zeventiende eeuw is een deel van het oorspronkelijke gebouw verloren gegaan, waarna het is herbouwd. Het dubbele schip aan de noordzijde is nog wel origineel.
We wandelen door naar Starometske Namesti, vaak ons beginpunt of vervolgpunt van wandelingen. Hier is ondertussen een kerstmarkt op gebouwd..Veel draait om eten en drinken (warme wijn), terwijl kerstattributen slechts met een loep te vinden zijn. We gaan door naar de Kruittoren en op de Na Prikope duiken we een broodjeszaak binnen voor een baguette en wat drinken. Ik neem een Gambrinus, zodat ik die ook kan afstrepen.
Na het eten vraag ik de weg naar Panska, de tweede weg links. In deze straat ligt het Muchamuseum. Het werk van deze Tsjechische kunstenaar valt voor een groot deel onder de Jugendstil. Hij breekt door in Parijs met affiches, heeft talloze boeken geïllustreerd, vindt zichzelf terug op kannen, heeft reclamewerk gemaakt, postzegels en geld ontworpen, maar ook enkele prachtige schilderijen gemaakt. Ik had nog nooit werk van hem gezien. Althans dat dacht ik. Maar misschien waren het ook alleen maar na-apers. Het was in ieder geval de moeite waard.
Zoveel indrukken op een dag.. We belanden bij de Staatsopera. Het staat naast het Nationaal museum. Auto’s rijden er langs. Maxima heeft haar eigen plekje gekregen. Het beeld van St. Wenceslas en opnieuw het monument van Palach en Zajic bezichtigen we. Onder de indruk.We lopen de Vaclavske Nemesti – door mij steevast de boulevard genoemd – af en kopen nog wat drank.
In ons hotel drink ik een Granat van Cerne Hora, een donkere porter. ’s Avonds gaan we er weer op uit. Maar eerst nog even een slordigheidje van Henk oplossen. Althans dat laten oplossen. Wat doe je, als je de deur dichttrekt en de sleutel zit nog aan de binnenkant in het slot steekt. Nou dan laat je dat probleem oplossen door het meisje achter de balie. En die lost het met veel gepruts op, zodat we met een veilig gevoel – we kunnen vannacht onze kamer weer in – op zoek naar een eettentje en komen uit in het restaurant vernoemd naar Rainer Marie Rilke, een voormalig dichter.
In het toilet zie ik enkele boekjes met werk van hem liggen. Ik bestel een Griekse salade (echt waar) en een goulash, Tineke een Praagse plate. En na afloop neem ik ananas met ijs, terwijl Tineke zich waagt aan een portie ijs zwemmend in citroen en wodka. Benieuwd hoe dat smaakt?
Na het eten maken we opnieuw een wandeling en belanden bij de rivier. Met een prachtig uitzicht op de burcht. Tijd om terug te gaan. Het is een lange dag geweest.

Geen opmerkingen: