3 augustus 2008

Ontgroenen
De volgende dag moeten we knopen doorhakken. Waar gaan we heen. Ja, naar Harlingen. Dat weet ik nu wel. Maar hoe?
Via Leeuwarden? Gaan we bovenlangs bij Leeuwarden of onderlangs de Friese hoofdstad. Tineke kiest voor het laatste en laat zich daarbij leiden door het weer. Er komt een straffe wind uit het noordwesten. En er is nog steeds sprake van enkele regenbuien. In de loop van de dag zal het wel iets beter worden.
We laten de beschutting van de bossen snel achter ons en komen in een landschap met veel kanaaltjes en vaarten terecht. Met daartussen talloze liniaalrechte wegen waar geen einde aan lijkt te komen. Met een iets betere kaart kunnen we misschien kilometers kunnen afsnijden. Nu rijden we veel te veel. We maken haakse hoeken, waar een haas trots op kan zijn. Alleen gaat het bij ons niet zo snel. Toch durven we wel een wedstrijdje met een schildpad aan te gaan. Dat winnen we met glans. Tenzij het schildpad vals speelt.
We komen door plaatsjes met schilderachtige namen als Jubbega en Tijnje.
Wist je dat Friesland z’n eigen Poppenhuizen heeft. Nog nooit gezien die Friese Poppenhuizen?Foei toch, ga maar eens kijken. Je gelooft je eigen ogen niet.
Tineke helpt Raema vooruit en houdt er een lamme rechterarm aan over. Dus maar even stoppen bij een sluis. Een patatje eten.
En ondertussen talloze woordspelletjes spelen. Zeker als je langs Wellesloot komt. Nietesloot, wellesloot, nietesloot, wellesloot.
En dat kunnen m’n meiden kilometers volhouden.
Maar ik win; het is geen sloot, maar een kanaal.
Gelukkig wordt het weer steeds beter en in het bijzonder fraaie Akkrum genieten we niet alleen van het Friese schoon, maar ook van het doorgebroken zonnetje.
Ik stel voor om bij Atje Keulen-Deelstra op bezoek te gaan.We moeten daarvoor naar Jirnsum, waar we een plekje vinden op een camping langs het water.Een camping met onvervalst groen gras, zodat je het standplaatsje niet eerst hoeft schoon te vegen, te ontdoen van dennenappels en dennennaalden.
Met een wandelingetje door het dorp alleen, red je het niet om het huis van de fameuze voormalige hardrijdster op de schaats te vinden. Nee, kinders jullie waren er toen nog niet. Het is de tijd van Ard en Keessie en van Atje en Stien Baas-Kaiser. Dat is wat anders dan Sven Kramer en Ireen Wüst en Paulien van Deutekom. Toen droegen ze nog wollen mutsen en schaatsten buiten in de vrieskou of op smeltende banen, tegen de wind in of in sneeuwstormen. Geen overdekte banen in ieder geval, die waren er alleen voor de kunstrijders en de ijshockeyers.Maar ik dwaal af, zoals ik ook dwaal zonder de woonstee van deze beroemde vrouw te vinden.
Raema vermaakt zich aan het water met de eendjes, die haar achtervolgen nadat zij hen gedresseerd heeft.
Aan de wal liggen talloze bootjes die ook een plekje op deze camping hebben weten te vinden.
Voor de avonduren hebben we voor Raema nog een (onaangename) verrassing in petto.
We maken namelijk nog een fietstochtje; naar Grouw, aan het Pikmeer. Daar is ’s avonds een feest aan de gang.
Het betreft een ontgroeningfeest, waarbij jongeren ingesmeerd worden met groene zeep. Er komt water aan te pas en meel en veren. Nee, geen pek en veren. Meel en veren. En nog veel meer ongein. Wij vermaken ons prima.
De gezichten van Naomi en Raema worden beschilderd. Echte maanmeisjes.En het ijsje, dat hebben ze die dag meer dan verdiend.

Geen opmerkingen: