4 augustus 2008

Mijn meiden
Tineke blijft zo’n twee weken op Stortemelk, terwijl ik met Harry Homma in zijn auto naar Aalborg in Denemarken rijd, om voor de krant verslag te doen van de Jeugdspelen.
Ik gebruik daarvoor een oude laptop.
In Denemarken gebruiken ze andere stekers dan in Nederland, zodat er eerst een tussenstuk moet worden aangeschaft. Dat werkt niet en in een winkel wordt een noodoplossing gemaakt.
Zo, nu kunnen we via de telefoon ons eerste stukje doorsturen. Dat moet ik daarna dagelijks. Soms meerderde artikelen. Harry vertrekt na een paar dagen en dan sta ik er alleen voor. Het is een week hard werken, maar ook leuk. Echt veel vrije tijd heb ik niet. En het gezonde eten schiet er ook wel eens bij in. Wel start ik iedere dag met een stevig ‘gratis’ ontbijt. Nou ja gratis, dat zit wel bij de hotelprijs inbegrepen.
Voor de kinderen koop ik in Aalborg een Deense trol. Daar zullen ze ongetwijfeld veel plezier mee hebben.
Ik krijg van Joop Kuys, voorzitter van de Almeerse stichting, na afloop van het evenement op zaterdag een lift naar Almere. Op zondag snel enkele afsluitende artikelen tikken en op maandag nog even een paar uur naar de krant.
Die avond zie ik mijn meiden weer.
Tineke is ’s morgens naar het zuiden afgezakt en belandt in Heeg.
Ze zoeken een plekje op een hoekje uit. De mannen op de camping gaan er eens goed voor zitten. Hoe zo’n vrouw alleen met wat kinderen de tent gaan opzetten. ,,Goed luisteren en niet zeuren’’, zegt Tineke. ,,We zullen ze eens laten zien, hoe je dat doet.’’
Het gaat lekker snel en na afloop is Tineke best trots. ,,De tent heeft de hele vakantie nog niet zo goed gestaan.’’
Ik ben net thuis van mijn werk en heb een biefstukje op het vuur staan als Tineke belt om te zeggen dat ze in Heeg op de camping staan en dat ik mijn meiden in de buurt van de VVV kan vinden.
Ik prop het vlees met een boterham naar binnen, rijd terug naar Stad en koop in het centrum bij bakkerij Otto Schaap (tegenwoordig zit daar muziekhandel ’t Oor) nog snel een pakje krentenbollen voor onderweg. En dat gaat het in sneltreinvaart naar het noorden, naar mijn meiden.
Over de dijk gaat het naar Lelystad en dan door naar de Noord-Oostpolder, langs Nagele en door Emmeloord. De wegen zijn recht en gelukkig blaast er een zuidelijk windje in mijn rug.
Het is nog steeds licht als ik Lemmer achter me laat. Ik fiets tussen het Tjeukemeer en de Groote Brekken door. Bij het Prinses Margrietkanaal heb ik pech. Nou ja, wat heet pech; de brug gaat open. Even tijd om uit te blazen. En dan weer stoempen, druk geven op die trappers.
De brede banden zoeven. Wat maken die citybikes toch een prachtig geluid als ze eenmaal op snelheid zijn. Het gaat richting Sneek, tot Hommerts, daar sla ik af naar Heeg.
Het begint donker te worden. Waar is nou toch die VVV?
‘Henk, Henk.’
Ik moet door, want dit is de VVV nog niet.
‘Henk, we zitten hier.’
Ik draai me om en rijd terug. Mijn meiden zitten buiten op het terras van een restaurant en hebben hun toetje voor zich. Dat is ook wat ik krijg een ijscoupe, nadat ik het trio aan mijn brede borst heb gedrukt.
De camping ligt iets verder. We slapen als een roos. Ik ook, zo’n rit schud je toch echt niet zomaar even uit je mouw. En gaat in je benen zitten.

Geen opmerkingen: