3 oktober 2019

De vensterbank


Terug in de tijd. Het verschil met nu kan bijna niet groter zijn. Wij hebben nog geen televisie thuis en ook geen telefoon, laat staan een smartphone. Zestig jaar geleden. Ik speel buiten met de buurkinderen. Ook als het donker is, de regen valt. Spelen, altijd maar spelen. Het maakt niet uit wat; tikkertje, hinkelen, diefje met verlos, verstoppertje, belletje trekken of een balletje trappen op straat.

De frisse wind jaagt om onze oren, giert rond de huizen, rukt bladeren van bomen en voert ze mee door de lucht. Ze belanden op de bolle klinkerstraat en leggen daar een klein deklaagje. Wij weten het en de buren weten het ook. Als er straks een fietser door de bocht jakkert en op de rem trapt voor de stuiterende voetbal gaat hij onderuit, dan is er geen houden meer aan. De vraag is alleen: belandt hij bij ons of bij onze buren in de heg. Het maakt ons niet, wij joelen wel.

En als onze moeders ons naar binnen roepen, het zijn altijd de moeders die dat doen, krijgen we nog iets te drinken voor het slapen gaan. Mijn zusje is al naar bed, mijn grote broer mag nog even wat langer buiten blijven. Hoewel hij aan onze spelletjes niet mee doet, die vindt hij te kinderachtig. Hij gaat immers al bijna naar de technische school.

In het grote bed pak ik nog even een boek. Het mag, want lezen is belangrijk. De boeken van Pinkeltje en van Pietje Bell, ik verslind ze. Van een schoolvriendje leen ik bovendien stripboeken. Over Jason en het Gulden Vlies. Zelf hebben we de boeken van Bulletje en Boonestaak en van Sjors en Sjimmie. Nou kom daar tegenwoordig maar eens mee aan, die boeken kunnen niet meer. Maar ik heb ervan genoten.

Als de lamp uit moet, duik ik helemaal onder de dekens en lees met de zaklamp aan nog even verder. Heel soms ga ik in de vensterbank zitten. De straatlantaarn, die bij de buren voor het huis staat, schijnt in mijn raam. Pas als mijn grote broer naar boven stommelt, leg ik mijn boek weg.



Nu staat hier in huis de televisie aan. Het is weer zo’n voetbalavond Er worden spelletjes gespeeld op de iPad. Ook door mijn kleinkinderen die nu mijn leeftijd hebben. Ja, ze spelen soms ook nog buiten. Maar grijpen niet iedere kans om buiten te zijn aan. Ze kijken liever filmpjes op YouTube of Netflix. Een Atlas is er niet meer in huis. Waar een plaats ligt? Nou dat zoeken we op onze telefoon op opa. En wat wil je nog meer weten?

Ik mijmer over toen. Ga nog een keer met plezier terug in de tijd. Voel mij dat kleine jongetje uit de Kerkstraat. Dat jongetje dat iedereen vriendelijk groet en een altijd een lach op zijn gezicht heeft. Ik zie mezelf zelfs weer in de vensterbank zitten lezen. O wat een tijd.

Nee, niet alles was beter, maar anders. Dat wel. Heel anders.



Opa IJsbeer





Geschreven voor de maandopdracht van Schrijvelarij oktober 2019

Geen opmerkingen: