24 oktober 2019

Hoe Daeley rondscheurt in het museum

Donderdag 24 oktober 2019

 Ze zeggen wel eens dat ik de ondeugendste ben van het stel. Maar zeg nu zelf; terwijl de andere drie kleinkinderen van Opa IJsbeer de slaapkamer aan het verbouwen zijn zit ik rustig op de bank filmpjes te kijken. En ook nog eens met een hoofdtelefoon op mijn hoofd zodat mijn opa en oma er geen last van hebben. Wat ik wel ben? Nou de jongste en dat heeft soms voordelen en soms ook wel eens een nadeel.

Vandaag zijn Gianny, Yari en Fayèn naar het zwembad toe waar ze leren omslaan met een bootje. En ik mag niet mee omdat mijn papa en mama mij nog niet op zwemles hebben gedaan, terwijl ik deze maand toch al vier jaar ben geworden. Niet naar het zwembad gaan, betekent ook niet nat worden. En een ander voordeel is: ik ben alleen met Opa IJsbeer op pad gegaan. Naar een museum.

Een museum? Ja echt waar, in Almere Stad: de PIT. Dat noemen ze het veiligheidsmuseum en dat is in het centrum gevestigd vlakbij de ijsbaan op het Schipperplein. In de zomer zit daar altijd water in en vandaag zijn mensen de baan aan het schoonmaken zodat er in de winter weer geschaatst kan worden.

De ingang van het museum zit zelfs naast de ijsbaan. Het museum is zowel voor kinderen als voor grote mensen. Maar hoofdzakelijk toch wel voor kinderen. Ik mag mij verkleden als politieagent. Er lopen al meer kleine agentjes rond, zodat ik alleen nog maar een jas aan kan waarin ik bijna verdrink. En zoals jullie inmiddels weten kan ik nog niet zwemmen, dus heb ik die jas maar weer uitgedaan.

Zonder jas op een echte politiemotor vind ik ook veel stoerder. Weet je wat het leukste daarvan is? Nou lekker plat op de motor liggen en door de straten scheuren. Achter auto’s aan of achter een brandweerauto want die zijn hier ook. Vooral veel oude brandweerauto’s. Zelfs een waar de brandweermensen nog met de hand water moeten pompen.

In een brandweerauto zitten is bijna net zo tof als in een politieauto. Wat ik wil worden later? Ik weet het echt niet meer. Die motor vind ik echt cool, maar die brandweerauto… En dan met anderen achterin op weg naar een brand. Of een ongeluk, want de brandweer is er niet alleen om brandjes te blussen, maar wordt ook ingezet als er een ongeluk is. Dan komen ze mensen helpen die niet uit hun auto komen.

En dan komt ook de ambulance eraan om te helpen. Opa IJsbeer en mijn oma Marja hebben ook wel eens in een ambulance gelegen. Dat lijkt mij niet leuk om die naar een ziekenhuis te brengen. Dat moeten anderen maar doen, dus nee laat mij maar geen chauffeur op een ambulance worden.

Gelukkig hoef ik nog niet te kiezen wat ik later wil worden. Wat ik niet wil worden weet ik al wel. Ik word geen boef, want die sluiten ze op achter de tralies en dan kom je in een kleine grijze cel. En daarin is wel een toilet maar die mag je niet eens zelf doortrekken. Dat moet dan een boevenbewaarder doen.

Gossie nu krijg ik ineens een helder idee. Ik kan altijd nog racewagenbestuurder worden, zoals Max Verstappen. Hoe ik daar bij kom? Nou ze hebben ook skelters in het museum en daar heb ik toch hard mee gescheurd? Poeh, niemand kon mij bijhouden. Hoe ik dat voor elkaar kreeg? Door heel hard te fietsen. Wat zeg je nou? Moet ik dan geen tweede Max Verstappen worden maar een wielrenner. Nou dat vind ik ook goed, als het maar hard gaat.



Opa IJsbeer



PS
Wat zijn ze toch lief.
Gianny doet zijn huiswerk ook in de vakantie.
Yari is zo geconcentreerd bezig.
Fayèn helpt oma met bollenpoten in de tuin.





Geen opmerkingen: