Maandag 2 juli 2018
De buschauffeurs hebben van hun bazen wat meer rusttijd
gekregen, zodat er ook nog tijd voor hen overblijft om naar het toilet te gaan.
Daarom stoppen zij met staken en rijden weer alle bussen in Almere. En ik vier
dat door mijn Opa IJsbeer mee te nemen naar Artis. Dan hoeft die oude man
tenminste niet de hele dag binnen te zitten puffen met dit mooie weer. En hoef
ik niet in de brandende zon op een kleedje buiten te zitten spelen.
Zo’n uitje is voor opa altijd weer een belevenis. Wachten
op de bus, wachten op de trein, wachten op de tram en eenmaal onderweg overal
naar buiten kijken. Naar de koeien in de wei, naar schapen, mensen op de
perrons. Of naar een molen. En meestal moet ik daar dan iets over vertellen. Of
opa daar iets over laten vertellen. Want dat doet hij zo graag.
Vandaag is het ijsberendruk bij Artis. Veel groepen van
de kinderopvang, scholen en opa’s en oma’s. Het lijkt wel of heel Nederland
juist vandaag naar de dierentuin wil. Gelukkig heb ik mijn eigen Artis-pasje,
zodat ik niet te lang in de rij hoef te wachten.
Mensen die mijn avonturen vaker lezen weten ondertussen
wel dat opa soms dingen vergeet en daar moet ik hem dan weer aan helpen
herinneren. Maar zelf zie ik ook iedere keer wel iets nieuws. Neem nu het
boomstekelvarken. In de tuin bij Opa IJsbeer heb ik wel een egeltje zien
scharrelen, maar dat is een veel kleiner stekelvarken dan deze twee die we hier
zien. Ze doen zich te goed aan takjes en lusten ook graag wortels. Die stekels
van dit varken zijn zijn wapen tegen aanvallers. Als hij wordt aangevallen door
een poema of een beer dan zwaait hij met zijn staart en laten de stekels los.
Die dringen dan in de huid van de aanvaller, die daar ziek van wordt. Zelf
hoeft het stekelvarken daar niet bang voor te zijn, want hij maakt zijn eigen
antibiotica aan, waardoor hij beschermd wordt voor infecties.
Opa zegt dat we nu wel naar huis kunnen. Maar denk maar
niet dat hij zijn zin krijgt want er is nog veel meer te zien. Hier vlakbij hangt bijvoorbeeld
een tweevingerige luiaard in een tak. Lui dat die beesten zijn. Ze slapen wel
vijftien uur per dag. Dat is toch zonde van je tijd, want dan is de dag al
bijna om.
En uiteraard mis ik heel veel dieren, kan ik niet alles
zien. Maar nu zie ik tenminste nog wel een leguaan en een krokodil, die
eigenlijk geen krokodil is maar een onechte gaviaal. Hoe verzint opa dat nou
weer. Nou omdat hij een lange snuit heeft met meer dan zeventig tanden. Door
die smalle bek kan hij geen grote prooien vangen en opeten en beperkt hij zich
vooral tot vissen.
De leeuwen liggen vandaag niet op hun vaste terras te
luieren, maar zijn naar binnen gegaan. Een van de vrouwtjes is dat luieren zat
en vermaakt ons. Geeft een high five en strekt zich helemaal uit in de lengte.
Wow, zo dichtbij en toch ben ik niet bang dat zij mij wil opeten.
Ook vandaag hebben we weer heel veel leuke dieren gezien.
Te veel om allemaal op te noemen. En omdat het vandaag mooi weer is, drink ik
ook extra veel. De eerste rustperiode nemen we voor we bij de olijfanten zijn.
Daar krijg ik ook een crunchy. Even verderop eet ik nog een kindertosti en
bestel voor opa een broodje met avocado. Denk nou niet dat ik niet weet wat dat
is, want bijna iedere maandag doe ik met Opa IJsbeer boodschappen en zoek dan
het fruit uit.
Maar goed zo ver zijn we nog niet. Bij de olifanten denkt
opa dat hij lollig is en spat mij nat. Allemaal vlekken op mijn shirt. Zal mijn
mamma Raema leuk vinden. Die moet dat weer wassen. Ik zal die man wel leren.
Want overal zijn mensen aan het sproeien en… Ja jullie raden het vast wil, ik
zal zorgen dat opa helemaal nat gesproeid wordt. Zo nat, dat hij denkt dat hij
een plantje is. Lekker puh.
Maar eerst ga ik nog even spelen. Via een touwladder
omhoog en dan maar glijden. En grote meisjes plagen als die niet willen
opschieten, eerst voordringen en dan niet door naar beneden willen. Nou dan
kennen ze Daeley nog niet.
Voor een aantal dieren is het vandaag veel te warm. Daar
is bijna geen beweging in te krijgen. Het reuzenschildpad probeer ik nog een
zetje te geven, zodat die wat sneller bij zijn eten kan komen, maar het lijkt
er veel op dat zijn huisje veel te zwaar is voor hem met dit warme weer.
Trouwens in dat huisje zou ik ook wel kunnen slapen, want zo groot is dat
schild wel.
De Maleise tapir hoort toch wel gewend te zijn aan dit
soort temperaturen. Hij zit het liefst bij een moeras of dicht struikgewas en
eet vooral planten. Ook kan de tapir goed zwemmen. Dat is handig als hij wordt
aangevallen door bijvoorbeeld een tijger. Maar wat nou als daar een grote
krokodil is, die hem in zijn bil wil bijten. Wat doet hij dan? Weten jullie het
antwoord. Opa IJsbeer weet dat antwoord wel. Maar wil het niet verklappen! Hij
heeft het zelfs niet aan mij verteld. Nou dat komt misschien de volgende keer
wel.
Bij de wolven gaan we niet al te vaak langs. De Hudson
Bay wolf komt uit Canada en leeft in de toendra, die een groot gedeelte van het
jaar is bedekt met sneeuw. Dit is overigens niet de wolf die Roodkapje heeft
opgegeten. Hij eet eigenlijk geen mensenvlees, maar wel kleinere zoogdieren en
als hij een vogeltje kan vangen dan zal hij het niet laten. De wolf huilt niet omdat hij verdriet heeft, maar daarmee
laat hij weten hoe groot zijn gebied is waarin hij leeft en hij laat daarmee
aan zijn familie, de groep, weten waar hij is.
Dat hoef ik niet hoor, laten weten waar Opa IJsbeer is,
want hij zorgt er wel voor dat hij mij in de gaten houdt. Niet omdat hij bang
is dat ik wegloop, maar zodat hij niet alleen achterblijft. Dat is typisch weer
iets voor hem. Altijd bang dat hij alleen op de wereld is. Net zoals de allosaurus.
Wie? De allosaurus? Wat is dat nou weer voor een dier. Nou die kun je dus in
Artis zien en is in 1954 al gemaakt en helaas uitgestorven. Wel zijn er een
paar eieren gevonden en die help ik nu uitbroeden.
De eieren liggen vlakbij het aquarium. In dat aquarium
gaan we bij de gouden mantella kijken.
Dat is een kleine kikker, die leeft in Madagaskar. Hij wordt ongeveer twee
centimeter lang en behoort door de ontbossing tot de bedreigde diersoorten. Ze
worden wel eens verward met de giftige pijlgifkikkers. Niet doen dus, maar wel
wil ik benadrukken dat ze giftig zijn. Opa, oppassen dus.
Dat doe ik ook bij haaien, hoewel die soms om te aaien
zijn, net zoals de roggen die in dezelfde bak van het aquarium zwemmen en even
bij mij komen buurten. Dat doen ze omdat ze weten dat we zo naar huis gaan.
Voor
de pinguïns is er vandaag geen tijd meer. Oma daarom heb ik voor jou maar een
pinguïn-knuffel uitgezocht en ik zal daar onderweg in de tram, de trein en de
bus heel zuinig op zijn. En oma, als je het niet erg vindt, neem ik hem
vanavond wel mee naar huis.
O ja nog een ding. Het waterijsje smaakte, terug bij oma, naar meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten