3 juli 2018

Hoe Opa IJsbeer Daeley natspat en het zelf niet droog houdt


Maandag 2 juli 2018



De buschauffeurs hebben van hun bazen wat meer rusttijd gekregen, zodat er ook nog tijd voor hen overblijft om naar het toilet te gaan. Daarom stoppen zij met staken en rijden weer alle bussen in Almere. En ik vier dat door mijn Opa IJsbeer mee te nemen naar Artis. Dan hoeft die oude man tenminste niet de hele dag binnen te zitten puffen met dit mooie weer. En hoef ik niet in de brandende zon op een kleedje buiten te zitten spelen.

Zo’n uitje is voor opa altijd weer een belevenis. Wachten op de bus, wachten op de trein, wachten op de tram en eenmaal onderweg overal naar buiten kijken. Naar de koeien in de wei, naar schapen, mensen op de perrons. Of naar een molen. En meestal moet ik daar dan iets over vertellen. Of opa daar iets over laten vertellen. Want dat doet hij zo graag.

Vandaag is het ijsberendruk bij Artis. Veel groepen van de kinderopvang, scholen en opa’s en oma’s. Het lijkt wel of heel Nederland juist vandaag naar de dierentuin wil. Gelukkig heb ik mijn eigen Artis-pasje, zodat ik niet te lang in de rij hoef te wachten.

Mensen die mijn avonturen vaker lezen weten ondertussen wel dat opa soms dingen vergeet en daar moet ik hem dan weer aan helpen herinneren. Maar zelf zie ik ook iedere keer wel iets nieuws. Neem nu het boomstekelvarken. In de tuin bij Opa IJsbeer heb ik wel een egeltje zien scharrelen, maar dat is een veel kleiner stekelvarken dan deze twee die we hier zien. Ze doen zich te goed aan takjes en lusten ook graag wortels. Die stekels van dit varken zijn zijn wapen tegen aanvallers. Als hij wordt aangevallen door een poema of een beer dan zwaait hij met zijn staart en laten de stekels los. Die dringen dan in de huid van de aanvaller, die daar ziek van wordt. Zelf hoeft het stekelvarken daar niet bang voor te zijn, want hij maakt zijn eigen antibiotica aan, waardoor hij beschermd wordt voor infecties.

Opa zegt dat we nu wel naar huis kunnen. Maar denk maar niet dat hij zijn zin krijgt want er is nog veel meer te zien. Hier vlakbij hangt bijvoorbeeld een tweevingerige luiaard in een tak. Lui dat die beesten zijn. Ze slapen wel vijftien uur per dag. Dat is toch zonde van je tijd, want dan is de dag al bijna om.

En uiteraard mis ik heel veel dieren, kan ik niet alles zien. Maar nu zie ik tenminste nog wel een leguaan en een krokodil, die eigenlijk geen krokodil is maar een onechte gaviaal. Hoe verzint opa dat nou weer. Nou omdat hij een lange snuit heeft met meer dan zeventig tanden. Door die smalle bek kan hij geen grote prooien vangen en opeten en beperkt hij zich vooral tot vissen.

De leeuwen liggen vandaag niet op hun vaste terras te luieren, maar zijn naar binnen gegaan. Een van de vrouwtjes is dat luieren zat en vermaakt ons. Geeft een high five en strekt zich helemaal uit in de lengte. Wow, zo dichtbij en toch ben ik niet bang dat zij mij wil opeten.

Ook vandaag hebben we weer heel veel leuke dieren gezien. Te veel om allemaal op te noemen. En omdat het vandaag mooi weer is, drink ik ook extra veel. De eerste rustperiode nemen we voor we bij de olijfanten zijn. Daar krijg ik ook een crunchy. Even verderop eet ik nog een kindertosti en bestel voor opa een broodje met avocado. Denk nou niet dat ik niet weet wat dat is, want bijna iedere maandag doe ik met Opa IJsbeer boodschappen en zoek dan het fruit uit.

Maar goed zo ver zijn we nog niet. Bij de olifanten denkt opa dat hij lollig is en spat mij nat. Allemaal vlekken op mijn shirt. Zal mijn mamma Raema leuk vinden. Die moet dat weer wassen. Ik zal die man wel leren. Want overal zijn mensen aan het sproeien en… Ja jullie raden het vast wil, ik zal zorgen dat opa helemaal nat gesproeid wordt. Zo nat, dat hij denkt dat hij een plantje is. Lekker puh.

Maar eerst ga ik nog even spelen. Via een touwladder omhoog en dan maar glijden. En grote meisjes plagen als die niet willen opschieten, eerst voordringen en dan niet door naar beneden willen. Nou dan kennen ze Daeley nog niet.

Voor een aantal dieren is het vandaag veel te warm. Daar is bijna geen beweging in te krijgen. Het reuzenschildpad probeer ik nog een zetje te geven, zodat die wat sneller bij zijn eten kan komen, maar het lijkt er veel op dat zijn huisje veel te zwaar is voor hem met dit warme weer. Trouwens in dat huisje zou ik ook wel kunnen slapen, want zo groot is dat schild wel.

De Maleise tapir hoort toch wel gewend te zijn aan dit soort temperaturen. Hij zit het liefst bij een moeras of dicht struikgewas en eet vooral planten. Ook kan de tapir goed zwemmen. Dat is handig als hij wordt aangevallen door bijvoorbeeld een tijger. Maar wat nou als daar een grote krokodil is, die hem in zijn bil wil bijten. Wat doet hij dan? Weten jullie het antwoord. Opa IJsbeer weet dat antwoord wel. Maar wil het niet verklappen! Hij heeft het zelfs niet aan mij verteld. Nou dat komt misschien de volgende keer wel.

Bij de wolven gaan we niet al te vaak langs. De Hudson Bay wolf komt uit Canada en leeft in de toendra, die een groot gedeelte van het jaar is bedekt met sneeuw. Dit is overigens niet de wolf die Roodkapje heeft opgegeten. Hij eet eigenlijk geen mensenvlees, maar wel kleinere zoogdieren en als hij een vogeltje kan vangen dan zal hij het niet laten. De wolf huilt  niet omdat hij verdriet heeft, maar daarmee laat hij weten hoe groot zijn gebied is waarin hij leeft en hij laat daarmee aan zijn familie, de groep, weten waar hij is.

Dat hoef ik niet hoor, laten weten waar Opa IJsbeer is, want hij zorgt er wel voor dat hij mij in de gaten houdt. Niet omdat hij bang is dat ik wegloop, maar zodat hij niet alleen achterblijft. Dat is typisch weer iets voor hem. Altijd bang dat hij alleen op de wereld is. Net zoals de allosaurus. Wie? De allosaurus? Wat is dat nou weer voor een dier. Nou die kun je dus in Artis zien en is in 1954 al gemaakt en helaas uitgestorven. Wel zijn er een paar eieren gevonden en die help ik nu uitbroeden.

De eieren liggen vlakbij het aquarium. In dat aquarium gaan we bij de gouden  mantella kijken. Dat is een kleine kikker, die leeft in Madagaskar. Hij wordt ongeveer twee centimeter lang en behoort door de ontbossing tot de bedreigde diersoorten. Ze worden wel eens verward met de giftige pijlgifkikkers. Niet doen dus, maar wel wil ik benadrukken dat ze giftig zijn. Opa, oppassen dus.

Dat doe ik ook bij haaien, hoewel die soms om te aaien zijn, net zoals de roggen die in dezelfde bak van het aquarium zwemmen en even bij mij komen buurten. Dat doen ze omdat ze weten dat we zo naar huis gaan. 
Voor de pinguïns is er vandaag geen tijd meer. Oma daarom heb ik voor jou maar een pinguïn-knuffel uitgezocht en ik zal daar onderweg in de tram, de trein en de bus heel zuinig op zijn. En oma, als je het niet erg vindt, neem ik hem vanavond wel mee naar huis.
O ja nog een ding. Het waterijsje smaakte, terug bij oma, naar meer.

Geen opmerkingen: