8 september 2012

Kastro

Zaterdag 26 mei 2012
Ook het ontbijt in Ostria is goed. We zitten slechts met zijn tweeën. Een tafel is er gebruikt. Of er daarvoor ook al andere gebruikers zijn geweest, valt niet te zien. De vuile spullen blijven namelijk niet oneindig lang staan. Als wij klaar zijn komt er nog een echtpaar met twee kinderen van de trap af, terwijl wij omhoog gaan. Het is dus sowieso rustig hier. Hebben geen buren, maar dat verandert in de loop van de dag wel. Zowel links als rechts komen er gasten.


Tineke heeft vandaag geen zin om te rijden. No problem. Zij is het zat en vindt dat ze genoeg heeft gereden. Geen bezoek aan Messinia derhalve, maar misschien doen we dat volgend jaar wel of over twee jaar. Geen drie weken, dat vind ik te veel. Vooral omdat eventuele excursies naar Mystras, Monemvasia door ons al eens zijn gedaan.

Ik heb haar gevraagd of zij nog wilde gaan hardlopen. Het is niet drukkend, toch mooi weer en ook weer niet te koud. Nou, dat aanbod neemt zij aan. En zij wil het liefst een groot gedeelte van de dag op het strand blijven. Ook dat vind ik niet erg. Alleen, mij krijgt ze daar geen hele dag. Ik ga dan wel een wandeling door het dorp maken, op zoek naar mooie dingen.
Ik vertrek nadat zij is teruggekeerd van haar inspanning. Tineke geeft de sleutel af bij de receptie, zodat wij er alle twee over kunnen beschikken.

Ik wandel de boulevard af richting de haven. Daar zijn totaal geen activiteiten. De vissersbootjes zijn bovendien allemaal al teruggekeerd en op de vismarkt gebeurt nauwelijks iets. Het huidige Kalamata is aangelegd in de negentiende eeuw door Fransen, met een rechthoekig stratenplan. De stad heeft ooit veel te lijden gehad van de aardbeving van 1986. Daar zie je nu eigenlijk niets meer van terug.


Ik loop op goed geluk naar een parkje, waar een groenmarkt wordt gehouden. Daarmee bedoel ik: verkoop van planten en struiken. In het parkgedeelte zijn op diverse plekken kinderspeelplaatsen aangelegd, waar – zo aan het eind van de morgen – ook daadwerkelijk heel wat kinderen spelen.


Verderop ligt het treinmuseum. Gewoon in het park. Niets afgesloten. Ja, de treinstellen en locomotieven kunnen op slot. Een groep enthousiaste verzamelaars heeft hier goed werk gedaan en aantal locs opgeknapt. Aan het eind staan echter ook twee stellen volledig ondergespoten met graffiti. Ik schud meewarig mijn hoofd. De Griek, die erbij staat, begrijpt mijn reactie. Dit is puur vernielzucht.


Aan de kant zitten een man en een vrouw. Zij zoekt kleding uit, uit een baal. Ik weet niet wat het zijn: Albanezen, zigeuners? Groezelig, dat wel.


Ik hoop de markt te vinden, weet wel ongeveer in welke richting van de stad ik moet zoeken, maar er daadwerkelijk arriveren is natuurlijk iets anders. Ik dwaal langs grote parkeerplaatsen, met eenrichtingsverkeer en geniet van diverse moderne beelden. En dan zie ik ineens diverse mensen met tassen groente lopen. Ze komen mijn richting uit. Ja, dat kan niet anders betekenen dat ik op de goede weg ben. Dan staan er op een parkeerterrein veel bestelbusjes bij elkaar, alsmede pick-uptrucks. Hier hoef je geen neus voor te hebben. Dit gaat de goede kant op En zo bereik ik de deels overdekte markt.


Veel fruit ligt er, abrikozen, aardbeien en een enkele meloen. Kersen, tomaten, komkommers, courgettes en nog meer tomaten. Koolsoorten, diverse soorten bonen, andijvie, uien en knoflook. Kruiden, nog meer kruiden en alweer tomaten, mooie rode tomaten en als ze bijna op zijn worden ze gewoon weer aangevuld. Twee zigeunerinnen doen wat inkopen, de kinderen scharrelen een plastic zak en hier en daar een stukje gratis fruit bijeen.

De visafdeling is wat kleiner, ook is er nog een stukje waar kleding en andere textiel wordt verkocht. Het overdekte gedeelte is niet groot genoeg en ook buiten staan er kramen met fruit en groente en planten.

Boven mij heerst de kastro, lokt de kastro. Daar wil ik heen, maar hoe kom ik daar. Natuurlijk ik heb een kaart bij me, dus het hoeft niet echt een groot probleem te zijn om het te vinden. Ik loop iets terug en zoek een weg, die omhoog en naar de ingang leidt. Sla af en sta dan voor een kerk, die open is. Aan de zijkant staan de bustes van overleden kerkvaders. Er is alvast een buste gereserveerd voor de volgende eerwaarde. Daar maak ik wel een foto van, net als van de buitenkant van de kerk, maar binnen laat ik achterwege.


Buiten tref ik Engelsen, uit de omgeving van Stoke en we raken aan de praat. Zij maken een rondreis met een bus en willen net zoals ik naar de kastro. Hun plattegrond is niet toppie, mijn kaart geeft uitsluitsel. Ik ga via een aantal trappen omhoog, dat zit er voor een van de Engelsen – hij loopt met een stok – niet in. Maar ook zij bereiken de Kastro, die gratis toegankelijk is.


De Kastro is gebouwd op de fundamenten van een Myceense versterking door de Frankische familie De Villehardouin, die had meegedaan aan de vierde kruistocht in 1204. Later bezetten de Turken en in 1685 kwamen Venetiaanse kooplieden. De Venetiaanse leeuw van San Marco is nog gedeeltelijk zichtbaar boven de poort.


In de Kastro is tegenwoordig een theater gebouwd, dat eruitziet alsof het zo nu en dan ook echt wordt gebruikt. Het wordt tijd om wat te gaan drinken.


Ik loop de Faron naar beneden en meldt Tineke dat ik aantocht ben. Zij zit op het strand. Ik nestel mij achter haar op het terras. Bestel voor ons beiden iets te drinken en neem ook een chefsalade, een kleintje/ Dat is al met al toch nog een flink bord vol en omdat Tineke al iets gegeten heeft werk ik het grotendeels alleen naar binnen. Eigenlijk wilde ik een tzatziki hebben, maar dat konden ze niet serveren. Begin van het seizoen, weinig gasten en een grote mate van bederf. Andere kleine hapjes? Nou een clubsandwich, die had Tineke al gegeten, want toast was er ook niet. Dan maar deze salade.


Al met al ben ik ruim drie uur aan de wandel geweest. En ik vind me een flinke bink.
Daarna de rest van de middag lezen en tikken. Maar ook kijken naar wat er buiten gebeurt: zoals: Sportief wandelen –met of zonder muziek op de oren -, flaneren, de meisjes worden steeds jonger en de jongens weten nog niet hoe zij zo’n grietje moeten versieren. Ook de pappas maken een avondwandeling, met zijn tweeën en alleen. Een vrouw blijft heen en weer lopen door het laatste randje water, langs het strand, van links naar echts. Op het bankje voor het hotel genieten twee vrouwen van een bakje ijs. En natuurlijk moet er worden geproefd van elkaars smaken.

Om half acht varen de vissersbootjes al weer uit, om de netten uit te zetten. Netten die morgenochtend worden binnengehaald. Met veel vis, zo hopen de mannen uit Kalamata.


Om kwart over acht maakt een man nog even een korte duik en raapt en passant bij zijn vertrek een aantal stukken oud afval op en neemt die mee. De kinderen hebben hun eigen terrein vol speeltoestellen, blaaskussens. En de ouders worden er niet toegelaten, die moeten aan de kant blijven waar ze een glaasje fris kunnen drinken.


’s Avonds zoeken we een ander eettentje, maar eindigen toch weer bij Lolalkos, waar Tineke voor de pastitstio gaat en ik voor beef. Van het huis krijgen we nog wat fruit en zijn ongeveer dertig euro kwijt.

Geen opmerkingen: