10 februari 2019

Yari als beschermer van Opa IJsbeer


Zaterdag 9 februari 2019

 Opa’s Oppasdag is een begrip, maar heeft toch al een tijdje een andere klank gekregen. De tijd dat opa op ons, zijn kleinkinderen, moet passen is bijna voorbij. Al een tijdje is het aan ons om ervoor te zorgen dat die ouwe ijsbeer geen gekke dingen doet. Alleen mijn broertje Daeley heeft soms nog wat steun nodig bij het oppassen, maar dit jaar gaat hij ook naar school en dan…

Ieder van ons heeft inmiddels een eigen taak. Laat ik bij mijn nichtje beginnen. Fayèn is zijn prinses en daarom doet zij er alles aan om het hem naar de zin te maken. Sleurt zelfs met grote ijsberen, zodat Opa IJsbeer maar niet vergeet dat hij van knuffels houdt.

Verder heeft mijn grote neef opdracht gekregen om ervoor te zorgen dat Opa IJsbeer zich bij het voetballen gedraagt. Niet zo eigenwijs doet en de spelers aanmoedigt en niet afkraakt. Ook de scheidsechter zo nu en dan een compliment geeft, hoewel dat - heel begrijpelijk – soms erg lastig is. Trouw zwaait Gianny daarom regelmatig met een vlag om hem maar gunstig te stemmen en de boze geesten te verjagen.

Maar de allerbelangrijkste taak is toch voor mij weggelegd. Ja, jullie kunnen mij nu wel eigenwijs vinden maar het is echt zo. De wereld wordt steeds gevaarlijker en zeker voor oude ijsberen. Kijk maar eens naar de Noordpool. De leefwereld voor de ijsbeer en dus ook voor opa wordt steeds kleiner. En daardoor wordt hij onberekenbaar, kan zomaar de gekste dingen doen, zeggen. En als er dan wordt gereageerd door iemand, wie neemt het dan voor hem op? Nou ik dus.

Waar dat zelfvertrouwen vandaan komt? Dat is toch niet zo moeilijk. Dat heb ik geleerd in de dojo op sportpark Rie Mastenbroek. Ooit was die mevrouw een goede zwemster, maar op dat sportpark staat ook de sportschool Van Rheenen Sport. Daar doe ik aan een zeer moeilijke kunstvorm: judo. Dit is ontworpen door een Japanse meneer en die kwam met een zelfverdedigingssport, die er voor een deel op gebaseerd is om gebruik te maken van de beweging van de ander en die om te zetten in een balansverstoring. Dus geen schoppen of stompen, maar vegen en haken en werpen en…

Vandaag mag ik bewijzen wat ik al heb geleerd en moet met mijn zeven jaar een examen afleggen. Ik moet valbreken en rollen en inderdaad allerlei technieken die onderverdeeld worden onder ashi-waza (beenworpen) en ne-waza (grondtechnieken), maar ook het controleren van een tegenstander (katame-waza). En ik denk dat zelfs de oude judoleraar van Opa IJsbeer, als hij mij vandaag bezig had gezien, tevreden zou knikken.



Mijn naam wordt voor de examens beginnen al omgeroepen door mijn judomeester, want als ik alles goed doe, dan krijg ik meteen mijn groene slip en mag weggaan. De andere judoka’s moeten allemaal wachten tot iedereen klaar is. Maar ik moet vanmorgen nog naar Lelystad, omdat ik daar zwemlessen krijg.

Opa IJsbeer en oma komen ook kijken en opa is net op tijd om te zien, dat ik al heel goed kan rollen en ook iemands been aan de binnenkant kan wegvegen. En niet bang ben als ik met mijn rug op de grond lig, dan kan ik er nog onderuit komen en de rollen omdraaien.

Dus ik waarschuw iedereen: blijf van mijn opa af, want anders krijg je met mij te doen. En dat geldt dus echt voor iedereen. Want ik heb nu mijn groene slip en kan de hele wereld aan.




Opa IJsbeer


Geen opmerkingen: