19 augustus 2009

De ballonvaart

Ik ga ver terug in de tijd. En maak daarna al weer snel een grote hink, noem het voor mij part maar een tussenlanding en vervolgens een sprong naar het heden. En uiteraard komen er ook nog wat rustpunten, tussendoortjes dus en een fikse terugblik. Al met al is het een verhaal voor mijn verjaardag.
Maar eerst naar mijn jeugd. Hoog in de lucht vliegt een ballon. Richting het dorp, Huizen. Geen aandacht meer voor de bal. Ik ren naar huis en pak mijn fiets. Er achteraan. De Meent op, het gemeenschappelijke weiland. Racen, tot de ballon is geland.Dan kruipen er een paar waaghalzen uit het mandje. Dat wil ik ook. Oh lieve heer, laat mij een keer in mijn leven meevliegen, meevaren.De tijd verstrijkt. Jaren later. De wens komt uit. Ik mag mee omhoog. Voor een verhaal voor het Dagblad, het Dagblad van Almere. Het is zomertijd en de regioverslaggevers hebben er geen zin in. Het komt hen niet goed uit. Niemand heeft er bovendien behoefte aan om met de burgemeester van Almere van gedachten te wisselen in de lucht. Dus mag de sportverslaggever.
Helaas het komt er niet van. Te veel wind. De burgemeester laat zich bovendien niet zien. De ballon wordt nog wel even uitgepakt, maar de vrees dat de wind niet gaat liggen komt wel uit. Met windkracht acht kun je echt de lucht niet in. Het hele festijn gaat niet door.En zo verstrijken de jaren. Word je ieder jaar een jaartje ouder. Niet dat daar veel aandacht aan wordt besteed. Al een jaar of dertig niet meer. Vooral door mij niet. Dat is het voor- of nadeel (iedereen mag dat voor zichzelf invullen) van in juli of augustus, in mijn geval, jarig zijn. Dan zijn vrienden en familieleden vaak nog op vakantie, gaat jouw geboortedag aan iedereen voorbij. Dus waarom zou je het nog vieren. Dat betekent uiteraard ook geen cadeautjes. Dit jaar heeft Tineke besloten in het geniep toch enige aandacht aan mijn geboortedag (in 1952, iedereen mag dat best weten) te besteden. Ze heeft een weekendje gepland bij Nel, een voormalige buurvrouw die met haar Louk in Vasse woont. Vasse? Ja, dat valt onder Tubbergen en dat ligt weer onder de rook van Almelo. Louk is een veelzijdig man en is onder andere als vrijwilliger betrokken bij het bedrijf van de ballonvaarder Rien Jurg.Tineke is al eens vaker in Vasse geweest. En ik mag dit keer mee, moet mee en mag niets zeggen. Geen nee zeggen. Ja, wat doe je dan? Dan laat je alleen maar een ballonnetje op. En (ver)raadt daarmee al het geheim. Jammer? Misschien wel. Zo zit ik nu eenmaal in elkaar en daarmee moeten we met zijn allen maar zien te leven.
Vrijdag de achtste is het zover. De dag dat we naar Twente rijden. De dag voor de vuurdoop. Als het weer meezit althans. Want met regen gaat het niet door en, zoals al gemeld, een teveel aan wind is ook dodelijk. Louk controleert regelmatig een weersite, die aangeeft dat de wind uit het zuiden blaast. En regen wordt er niet verwacht. De wolken spreken echter andere taal. De computer laat zich niet van de wijs brengen en we houden het droog.
Dus kunnen we tegen zessen naar Hengelo afreizen. Daar staat de hal van Rien Jurg, die zijn bedrijf in 1983 heeft opgericht en de laatste jaren zich vooral gericht heeft op het bedrijfsleven. Er zijn ongeveer veertig ballonnen, die overigens niet allemaal operationeel zijn. Die ballonnen worden gevaren door een gekwalificeerde ballonvaarder en worden op de grond gevolgd door een team van al net zo ervaren mensen, die helpen bij het opbouwen van de ballon, het opstijgen maar ook bij de landing en het opruimen behulpzaam zijn. Zo’n team werkt iedere keer weer in een andere samenstelling. De samenstelling van het team staat op een bord geschreven in de hal. Zodat iedereen weet, wie er bij wie hoort, op die dag.
Ik ga met Louk naar de hal en stel me voor.René Elgersma is onze ballonvaarder. En Marjolein het andere teamlid. Daarna help ik mee met de voorbereidingen. Sjouwen, tillen dat soort werk. Voor je de lucht in kan moet er namelijk nog veel gebeuren. In de hal staan gasflessen klaar. Flessen van 45 of 60 liter. Volle flessen, lege flessen. Die moeten worden ingeladen in de aanhangwagen. In ons geval drie van zestig en een van 45 liter.
En als alles in de kar zit, zorgvuldig gecheckt door de piloot, kunnen we met een busje op weg naar Oldenzaal, naar recreatieterrein Het Hulsbeek. Daar wachten ook de overige luchtreizigers van PH-DTT, zoals de ballon officieel heet. Daar wachten ook Nel en Tineke. In de ballonvaartwereld is Het Hulsbeek een bekend vertrekpunt. Hier wordt deze maand ook Twente Ballooning, een groot ballonspektakel, gehouden.Die avond stijgen van deze locatie maar liefst vijf ballonnen op. Behalve het door Tubantia gesponsorde rode gevaarte waarmee wij de lucht in gaan, ook nog een promotieballon voor Rien Jurg zelf.
De aanhangwagen voor onze ballon wordt leeggemaakt, het mandje opgebouwd, de ballon uitgerold en als het mandje op zijn kant ligt, kan het vullen beginnen.In de ballon gespoten door twee branders met de kracht van zo’n 20.000 gaspitten. De ballon bolt meer en meer en dan komt het moment dat de mand rechtop moet worden gezet. René geeft de laatste aanwijzingen. En niet veel later mogen wij, de passagiers, er ook in. Naast René, die zijn eigen veilige bewegingsruimte heeft. Van de passagiers sta ik er als eerste in en zoek een plekje vooraan. Dat kan niemand mij meer afnemen.
Voor we omhoog gaan, worden we flink door elkaar geschud.Tineke is even bang dat er te veel gewicht omhoog getild moet worden en dat ik niet mee mag. Ik ben immers de zwaarste van het stel. En zij heeft mij iets te licht ingeschat. Twee van de passagiers hebben bovendien helemaal geen gewicht (opgegeven). Maar aan het geschud komt uiteindelijk toch een eind. De ballon verheft zich, vliegt over een paar vijvers en gaat dan richting zuidoosten.Jammer dat het niet helemaal helder is. Waardoor het zicht beperkt blijft. Maar desondanks is het een bijzondere beleving. Het clubhuis van een golfclub glijdt onder ons voorbij. Opvallend hoeveel paarden hier worden gehouden. Twente is zeker geen arme streek, dat kun je uit de lucht wel zien. Bij een boerderij wordt een feestje gevierd.Met luchtkussens voor de kinderen.Paarden draven mee en op een akker is het gewas deels platgeslagen. Waardoor? Is hier een ballon geland?
De hoogte van de ballon is te regelen. Maar voor de rest zijn we grotendeels afhankelijk van de weersomstandigheden.
We glippen langs Glanerbrug. De contouren van de vervallen fabriekshallen van een voormalig textielbedrijf tekenen zich duidelijk af. Bijna ongemerkt glijden we de Duitse grens over. De volgers van de blauwe Rien Jurgballon, die iets voor ons is opgestegen, zie ik regelmatig voor en naast ons rijden. Van onze volgers geen spoor. Tot ineens rechts van ons, daar staat de bus met een hele rits auto’s erachter.
René is dan al op zoek naar een landingsplaats. Een pas gemaaid stuk land of een akker, waar het gewas net af is. Net voorbij een paar imposante driebladige windmolens bij Epe ligt de landingsplaats, waar hij naar heeft uitgekeken. Hij meldt dat tweemaal via de radio aan de volgers. Via een frequentie die open staat voor de kleine luchtvaart.
Onze volgers horen hem niet. Maar Louk heeft het in de gaten en leidt de colonne naar de akker, waar ze aankomen terwijl onze mand door de toppen van de bomen raast. Ik kan de zwiepende takken nog net ontwijken.We huppelen over de akker, schuren over de grond en dan staat het gevaarte stil.
Louk heeft razendsnel contact met de boer. Die heeft een paar dagen eerder zelf met het bedrijf van Jurg gevlogen en vindt het machtig interessant dat er nu een ballon op zijn landje landt. Nee, hij vindt het niet erg dat de auto naar het mandje rijdt, om de spullen binnen te hijsen. Bovendien krijgt hij van het ballonbedrijf ook nog een geschenkenpakket.
Wij wachten ondertussen rustig onze beurt af.Nee, we mogen er niet meteen uit, want dat zou betekenen dat de mand een stuk lichter is en weer opstijgt, met alle gevaar van dien. Pas nadat René ons toestemming heeft gegeven, mogen wij de vaste grond onder onze voeten kussen. Eigenlijk heeft niemand daar behoefte aan. Dat laten we maar aan de paus over.En dan wordt het voor ons ook weer tijd om de handen uit de mouwen te steken, want er moet nog van alles gebeuren. Alles moet worden losgekoppeld, de resterende lucht wordt uit de ballon geperst en die wordt samengerold en in een opbergzak gestopt. Klaar voor de volgende vlucht.
Voor ons is het feest nog niet afgelopen.Zo vertelt René de geschiedenis van het ballonvaren.
Het is een uitvinding van de Franse broers Montgolfier, afkomstig uit Annonay, vlakbij Lyon. Joseph Montgolfier ziet op een dag de ballonrok van zijn vrouw opbollen door warme lucht van het haardvuur waar de rok hing te drogen. De papierfabrikanten zagen nieuwe mogelijkheden voor hun product. En begonnen te bouwen. Het van papier en lichte stof vervaardigde exemplaar steeg inderdaad op toen deze boven een open vuur werd gehouden.Op 19 september 1783 werd een demonstratie gegeven voor koning Lodewijk XVI. Nee, de broers stapten niet zelf in een mandje. Onder de ballon hing een kooi met daarin een schaap, een eend en een haan. Daarna was het de tijd om mensen te vervoeren: misdadigers als proefkonijn en aristocraten omdat zij het avontuur niet schuwden.
Het tijdvak van de ballonvaart was begonnen. Datzelfde jaar, 1783, werden in Nederland ook de eerste pogingen ondernomen. De Fransman Blanchard organiseerde twee jaar later in Den Haag de eerste echte bemande vlucht in ons land. Pas op 29 augustus 1804 slaagt Hopman erin met een in ons land vervaardigde ballon op te stijgen, in Rotterdam.De ballonnen zijn in de loop der jaren voor meerdere doeleinden gebruikt en waren zelfs enige tijd een geducht wapen in oorlogen. Tegenwoordig is het vooral een recreatieve en commerciële happening, want er moet wel betaald worden. Zo’n vlucht is niet goedkoop.
Krijgen de eerste dappere luchtballonvaarders het stuk land toegewezen waarover ze vlogen, tegenwoordig kan dat niet meer. Niet alleen zijn er te veel vluchten, maar ook worden er grotere afstanden afgelegd dan toen. En tenslotte, dat mag zeker niet onvermeld blijven, de uitvoerder van de ballonvaart is geen eigenaar van het de lap grond waarover is gevlogen. Desondanks worden de passagiers symbolisch in de adelstand verheven. Zo heet ik sinds zaterdagavond Hertog Erik van Hulsbeek tot Epe.Hertog Erik? Inderdaad een lichte verspreking.

Met dank aan Louk, Nel en Tineke. De laatste twee hebben vanaf de grond veel foto's gemaakt.

Geen opmerkingen: