14 juli 2009

Een echt baasje

De columnist en journalist Hans van Maanen, nee geen familie, heeft er een heel boek aan gewijd, aan het onderwerp misvattingen. Ik ga hem hier echt niet afvallen, want wie ben ik nu eenmaal. En ik ga hem ook niet aanvullen, want een wetenschappelijke onderbouwing is er niet. Voor mijn denken. Voor mijn stelling.
Toch geloof ik dat sommige gebeurtenissen anders in elkaar steken dan we denken. Ook ben ik ervan overtuigd dat het leerproces iets anders verloopt.
Is onze weg van de wieg tot het graf wel echt uitgestippeld? Ik geloof er niets van. Maar ja het geloof is heilig. Dat is een van de heilige huisjes die niet mogen worden afgebroken. Geloven hoeft niet bewezen te worden. En waarom eigenlijk niet? Omdat geloven in je zit! Soms heel diep verstopt.
Hét geloof is hier dus ook geen item om over te schrijven. Waar ik het over ga hebben, heb ik met mijn ogen gezien. Het is dus een van mijn poten van journalistiek. Of wel de O van observeren, afkomstig uit LOL-maken. Lezen/luisteren, observeren en leren, vervolgens iets maken. Maar laat ik niet afdwalen. Waar ik het over wil hebben is iets dat we eigenlijk allemaal heel logisch vinden. Maar het toch niet is. Een baby pruttelt wat in de wieg, maakt trappende bewegingen, gaat zitten, kruipen, lopen, groeit op, fietst weg en stapt achter het stuur van een auto. Een normale volgorde. Toch? Dat we eerst leren fietsen en pas jaren later leren hoe we een auto moeten besturen.
Dit is een misvatting mensen. Echt waar. En nee, ik heb er geen wetenschappelijk bewijs voor. En dat heb ik al gezegd. Wat kan ik dan wel? Nou ik kan aanvoeren dat er uitzonderingen zijn die de bekende uitzonderingsregel bevestigen. En die uitzondering heb ik zelf gezien. Met mijn eigen twee ogen. Voor alle zekerheid heb ik mijn twee brillenglazen nog even opgepoetst, want ook ik kon het bijna niet geloven. Ik zal proberen aan die uitzondering een naam te hangen: Gianny. Een slim kereltje van nog geen tweeënhalf jaar. Ja hoor. Ik hoor jullie al zuchten. Tweeënhalf en dan al autorijden. Geloof het of niet. Het is echt zo. Hij heeft al menig (snelheids)record gebroken. Kan ook beter de hellingproef dan zijn moeder. En rijdt bovendien stukken beter en veiliger dan zijn opa, die er helemaal niets van bakt. Van dat autorijden bedoel ik. Ik mag alleen mee als passagier. Ja, als passagier, want met de intrede van Mozes ben ik ook niet langer nodig als kaartlezer. Want Mozes leidt nu eenmaal het volk der blinden door de woestijn van straten en stegen. En opa? Die lijdt.
Laat ik terugkeren tot de kern van dit verhaal. Die Gianny doet alles minimaal in de tweede versnelling. Zodra hij bij zijn opa en mamoe is afgeleverd, pakt hij de auto. En racet daarmee rond. Parkeert als de beste en het maakt hem niet uit of dat nu vooruit of achteruit is. Bij het achteruitrijden gebruikt hij zijn ingebouwde waarschuwingssignaal (tuut, tuut, tuut) zodat iedereen weet dat hij ‘zijn’ auto in de achteruit heeft geschakeld. En weet je wat het knappe is bovendien; hij kijkt bij het achteruitrijden en achteruitinparkeren niet eens in zijn achteruitkijkspiegel.Die heeft hij nu nog niet nodig. Maar er komt een tijd, neem dat van mij aan, geloof het of niet, dat ook Gianny eraan moet geloven en spiegels moet gaan gebruiken. Bijvoorbeeld bij het scheren en dus ook op de autosnelweg en bij het parkeren.
Sinds kort heeft Gianny echter ook het fietsen ontdekt. Daarbij bedoel ik niet alleen als passagier, voorop of achterop, maar zelf fietsen. En op een oude fiets moet je het leren. Zo is de mening van zijn mamoe, die voor hem een tweedehands driewieler aanschafte. Gekocht op de Vrijmarkt. Op Koninginnedag.
En alle begin is moeilijk. Wat moet je nu met zo’n ding. Gianny vraagt het zich echt af. Hoe moet ik daarop vooruit komen. Moet ik daarmee steppen. En, het is wel een beetje wankel, drie wielen. En dat stuur gaat ook al zo vreemd. Zo de berm in. Terug. Achteruit? Nee onderuit.
Die trappers? Moet ik daar mijn voeten opzetten? En dan? Trappen en sturen tegelijk?
Lastig hoor.
Het ene moment heeft hij een afwijking naar links en het volgende naar rechts. Het is net politiek, daar moet je ook (leren) laveren. Gianny belandt net zoals politici regelmatig in de berm en probeert achteruit te rijden (tuut, tuut, tuut). Nou, dat valt niet mee. Oppakken het hele handeltje en maar weer op de weg zetten. Leren fietsen, zoiets gaatmet vallen en opstaan.
Dan is rijden in een achttientonner toch een stuk eenvoudiger. Zeker als daar op de zijkant Van Maanen (wel familie?) op staat.Die Gianny toch, een echt Baasje.

Geen opmerkingen: