6 juli 2009

Bek af

Zondag 5 juli 2009
Een goed bluesnummer een smartlap noemen gaat me toch eigenlijk een beetje te ver. Maar als je naar de teksten van bluesnummers luistert, dan gaat het toch veelal om gebroken liefdes, overmatig drankgebruik; er komt dus veel leed in voor. Zijn smartlappen en het levenslied hetzelfde? Ik denk van wel. De ultieme vertolker van het levenslied is voor mij de overleden Zangeres zonder Naam. Het ultieme levenslied: Het broekje van Jantje. Maar dat nummer heb ik niet gehoord tijdens de negende editie van het Smartlappenfestival in Grave.
Dat festival werd zondag 5 juli gehouden in de centrum van dit voormalige vestingstadje. Ik beken. Ik heb niet alles gehoord. Misschien is ‘Het broekje’ wel ten gehore gebracht. Dan heb ik het gemist. Maar wel heb ik tig keer een woonboot horen langskomen. We zijn Grave, dus dan denk je misschien meteen aan een woonboot op de Maas. Maar nee hoor, een woonboot bij de Amstel. En dat puur Hollandse riviertje ligt hier toch echt een heel eind vandaan. En van al die vertolkers is niemand zo slim geweest, om de woonboot in het lied te verplaatsen. Dat kan een paar redenen hebben. De vertolkers komen niet uit Grave. Het kan natuurlijk ook omdat die Brabanders zo gek zijn op hun eigen stadje dat ze geen vreemde boten aangemeerd willen zien.Maar daar geloof ik niet in. Immers ook Grave kent (tegenwoordig) heel veel import. Door twee van hen zijn wij uitgenodigd. Eddy, een neef van Tineke, en zijn vrouw Christien. Ook onze dochter Naomi en onze schoonzoon Martin zijn er. Evenals een andere nicht: Dineke, met haar dochter Renske.
Voor mij is Grave iets van vroeger. De allereerste tekenen dat er zoiets bestaat als Grave is tot mij doorgedrongen via de radio. Grave beneden de sluis. Zo klinkt het bij de vermelding van de waterstanden. De waterstand in de Maas; Grave beneden de sluis. Het waarom van die watermeting heeft mij nooit geboeid. Dus daarom ga ik daar nu ook geen onderzoek naar instellen.
Later, jaren later, moet ik naar Grave. Inderdaad moet. De koningin vindt het nodig om mij op te roepen. Of beter gezegd, laat me oproepen via haar minister van defensie. En die op zijn beurt is ook weer een afschuiver en heeft daar een ambtenaartje voor aangesteld, die het nodig acht om mij onder de wapenen te roepen. Dienstplicht. Nee, niet iets om te lachen. Een serieuze zaak. En heel vervelend als je er niet onderuit kan.
Goed, ik moet me dus melden in Grave. In de Generaal de Bonskazerne. De kazerne is vernoemd naar Andreas de Bons, in Zwitserland geboren en jarenlang commandant van de vesting Grave. Ik heb het dan over de achttiende eeuw. Aan het eind van die eeuw wordt Grave belegerd door de Fransen. Nijmegen is al gevallen, waarna ook Grave wordt omsingeld. Het beleg is hevig, de stad wordt in puin geschoten.De al 74-jarige De Bons rest niet anders dan te capituleren. Het garnizoen wordt afgevoerd naar Frankrijk, maar mag met wapens en al de stad verlaten. De Bons krijgt toestemming om naar Stadhouder Willem V te gaan en daar verslag te doen. Hij slijt de laatste jaren als burger in Nijmegen.
In de infanteriekazerne die in 1937 wordt gebouwd krijg ik een opleiding tot, ja tot wat eigenlijk? In het leger maken ze een man van je, zeggen ze. Maar word ik daar een man? Of word ik artillerist? Dat is iets heel anders dan een zandhaas. En wat stelt dat voor een artillerist.Een beetje spelen met kanonnen? Granaten afvuren op een doel dat je niet ziet? Vier maanden lang een opleiding. Het is eigenlijk verspilde tijd. Ik voel me beduveld. Ik voel me belazerd.
En naar dat Grave gaan we dus. De kazerne staat er overigens nog steeds. De laatste soldaten zijn daar op 30 april 1997 vertrokken. Niet alleen het leger is uitgekleed. In het gebouw huizen nu asielzoekers. Al sinds september 1997. Tegenwoordig veelal uit Afrika en Azië, voorheen een tijdje uit het uiteengevallen Joegoslavië.
Over de geschiedenis van de stad ga ik niet uitweiden. Ook over het ontstaan van de naam ga ik het niet hebben. Dat kan Peter van Bommel veel beter doen. Die heeft een prachtige website gemaakt over ‘zijn’ stad: http://www.bommeltje.nl/
Wij laten ons naar Grave leiden door Mozes. De huidige weg gaat niet door de woestijn, gaat ook niet via Zoete Lieve Gerritje, maar is een geplaveide route vanuit Almere, dat in 1972 nog niet bestond, via Ede en langs Nijmegen. Geplaveid is in dit geval ook al verkeerd. Wat heb ik toch. Het moet natuurlijk geasfalteerd. Want overal wordt tegenwoordig met asfalt gestrooid. Het maakt het reizen er een stuk eenvoudiger op. En sneller.Waardoor we heel netjes tussen elf en half twaalf bij neef Eddy en zijn vrouw arriveren. Daar zit de rest al aan de koffie en het gebak. En wij schuiven dus aan.De eerste koren zijn dan al in het centrum gearriveerd. Worden daar opgevangen door de organisatie, die hulp krijgt van het Graafse smartlappenkoor Bekaf. Twaalf jaar geleden opgericht. Met dat koor is het allemaal begonnen. De leden kwamen zo’n tien jaar geleden met het idee om een festival te houden. En dat is uitgegroeid tot een van de grootste evenementen in zijn soort, in ons land.
Maar liefst 32 koren doen ermee. En die treden vanaf een uur tot ongeveer half zes op. Steeds weer op een andere locatie. Er zijn vijftien verschillende punten.Vanaf de feesttent bij bastion Bekaf bij de haven naast het kerkhof van de Franse Paters, via de Infirmerie naast de kerk en de markt tot aan de Maaskade. Vanaf ongeveer vijf uur keren de koren terug naar de feesttent en daar volgt onder grote belangstelling de slotmanifestatie.
De belangstelling van de koren om mee te mogen doen is bijzonder groot. Talloze koren hebben zich aangemeld. De koren uit de omgeving hebben voorrang. Sommige koren willen ieder jaar wel optreden. Om te voorkomen dat steeds dezelfde gezichten terugkeren, mogen de koren maximaal twee jaar achtereen aanwezig zijn.
Daarnaast treden er ook individuele artiesten op. Die komen uiteraard niet voor niets.Bovendien niet altijd een succes, omdat zij het als een verplicht nummertje zien en soms al na een halfuurtje weer aftaaien. Nee, dat zijn niet de tranentrekkers, maar de eurodieven. Dat kun je zeker niet zeggen voor Het Gebroken Hartje, afkomstig uit Nijmegen. Nee, geen supertrio, maar wel een bandje waar het plezier afspat.Terwijl het repertoire niet altijd reden tot lachen geeft. Ik noem als voorbeeld het ietwat belegen Manuela. Maar het siert de mannen dat ze doorgaan en doorgaan en doorgaan. Tot ze er bijna bij neervallen.
Wij laten ons leiden door Eddy en Christien, een korte en sfeervolle wandeling door het centrum van het stadje. Door smalle steegjes en langs opgeknapte panden.Oude versieringen worden weer aangebracht. Tekeningen en oude foto’s hebben als voorbeeld gediend. Mallen zijn er gemaakt om alles er zo authentiek mogelijk uit te laten zien.
We passeren de eerste optredens, van groepen met namen als Leedvermaak (Oeffelt), Om te Janken (Drunen) en Uit volle borsten (Dussen). Ook de Blaerders, uit Blaricum, moeten hier rondlopen. Maar die missen wij steeds.
Dat is niet zo verwonderlijk, want je kunt hier bijna over de hoofden lopen. En dan bedoel ik niet de keitjes van de straten. Neen, het is bijzonder druk. Gezellig druk. Op de Markt blijkt dat Eddy ervaring heeft met het organiseren van een plekje voor een gezelschap. We zijn toch met acht mensen en razendsnel heeft hij een leeg gekomen tafel bemachtigd. Plus acht stoelen.Bij zijn stamcafé De Gouden Leeuw, waar tegen de pui het gezelschap Hard en Vals op het terras zit. Hard en Vals? Ik kom ze niet tegen op de lijst van deelnemende koren. Maar ze zijn er wel en laten zich ook horen. Vanaf het terras. Hard en Vals.
Verder gaat onze tocht. Door de Maasstraat naar de Maaskade. Jong en oud geniet. Een festival voor mens en dier.Overal terrasjes. De horeca spint duidelijk garen bij dit festival. Toch zijn er niet alleen professionele terrasjes. Er zijn ook privé-terrasjes. Meestal netjes aangegeven. Bij de Infirmerie staan nog wat stoel opgestapeld. Nee, niet voor algemeen gebruik. Of toch wel. ‘Je mag er wel op zitten’, zegt een bewoonster. ‘Maar niet meenemen.’
Grave deint. Grave zingt. Grave klapt. Ook als de lucht betrekt. Even een klein buitje. Waar de paraplu’s zo snel vandaan komen?
Wij gaan naar restaurant bistro D’n Eetkaemer. Daar heeft Eddy een tafel voor acht personen besproken. Binnen. Net niet te warm, maar als het voller begint te worden, dan loopt toch al snel het zweet van mijn rug. We krijgen een kleine menukaart voor ons, maar er is keuze genoeg voor iedereen. Van vis tot vlees en vegatarisch.
Het toetje eten en drinken we buiten op. Daar staat Het Gebroken Hartje nog steeds op het podium. Na hun laatste optreden gaan de meeste bezoekers naar huis. Nog steeds swingend. Een enkeling gebruikt daarbij de hele breedte van de straat. Bek af.
Wij breken ook op. En spreken af, dit nog een keer over te zullen doen.

2 opmerkingen:

eddy zei

Beste Henk,
Ook wij hebben genoten van deze zeer geslaagde dag. Hartelijk dank voor je leuke en goed uitgewerkte verslag.
Dikke knuffel uit de Graaf.
Christine en Eddy

Peter van Bommel zei

Hallo Henk, een leuk artikel.
Bedankt voor de link. Je gasten zijn welkom. De digitale koffie staat klaar zullen we maar zeggen :)