6 april 2009

Aaibaar

Tussen de redelijk deftige Landgoederenbuurt en de veel gewonere Bouwmeesterbuurt ligt het groene Poldervlak. Voorlopig weer even gered. De intentie om door dit groene gebied een tweede ontsluitingsweg – van Stad naar Buiten - aan te leggen is van de baan. Voorlopig van de baan, want wat de toekomst ons nog brengt weten we niet.
Nu is het nog een gebied waarin enkele jaren geleden een vlindertuin is aangelegd. Met behulp van het Flevolandschap. En zonder vrijwilligers die de omgeving schoon houden en een deel van onkruid verwijderen kan zo’n openbare tuin uiteraard niet. Vooral omdat in het parkje ook een Jongerenontmoetingsplek is gevestigd.Verder is er kinderboerderij een pannaveldje, staat er een stenen tafeltennistafel en bevinden zich enkele uitrustbankjes. ‘Dat er dan ook wel eens een boomstammetje in de fik gaat, ja daar moet je niet over zeuren. We kunnen natuurlijk ook altijd jullie wijk nog in trekken en wat er dan allemaal gebeurt?’Zo’n mentaliteit heerst daar dus: aan de ene kant de welwillende vrijwilliger en aan de andere zijde de zich vervelende hangjongere die er niet van houdt dat hij op zijn vingers wordt gekeken, laat staat op zijn vingers wordt getikt. Zijn handen houdt hij daarom zichtbaar op zijn rug. Als er pottenkijkers in de buurt zijn.
Naar dat gebied, waar de vlinders nog niet te ontdekken zijn omdat het nog te vroeg in het jaar is, neem ik Gianny mee. Op ontdekkingstocht naar de wijde en weidse wereld. De kinderboerderij gaat om twee uur open en we zijn duidelijk te vroeg.Dus eerst lekker glijden van de glijbaan. En nog een keer en weer omhoog, net zolang tot het spelletje verveelt.De wandeling door de tuin verveelt niet, vooral als daar vrijwilligers zijn, die bereid zijn tot een praatje en dankbaar het in het struikgewas door Gianny gevonden bord in ontvangst nemen.
Nee het is geen verwijzingsbord naar de vlindertuin, waar ook straks talloze libelles worden herboren. Het is een aardewerkbord. Kennelijk heeft hier iemand een deel van zijn servies gedeponeerd. ‘Oh, dit is de derde al’, zegt de dankbare Landgoederenbuurtman.
Voor ons wordt het tijd om de kuierlatten weer te nemen. We wandelen nu naar de kinderboerderij. Het hanengekraai en kippengekakel is al van ver te horen. In de boom zit een kraai. ‘Kra, kra’, kraait mijn kleinzoon de zwarte vogel na. Dat heeft hij geleerd na ons bezoekje aan de Kemphaan.
Zijn aandacht gaat daarna uit naar de wipkip. Die bestaat nog steeds; en in tegenstelling tot op het geveerde diertje mag Gianny hier wel op zitten.Dat doet hij als Tineke een pauze inlast in haar training voor de Van Dam tot Damloop, die ze dit jaar in de avonduren wil gaan lopen.
Onze ontdekkingstocht gaat langs de sierkippen en hanen, naar de pony, waar hij van Tineke uit de buurt moet blijven. Daar moet opa IJsbeer maar verder opletten, want mamoe pakt haar training weer op en verdwijnt al snel uit zicht.
Wij wandelen samen het terrein verder op, naar de konijnen die veilig in hun hokken achter tralies zitten. De pasgeboren lammetjes hebben in de wei een hoog aaibaarheidsgehalte en mekkeren volop tot wij besluiten het veilige hekwerk, dat tussen ons in zit, te passeren.Dan hebben de lammetjes ineens niet zoveel belangstelling meer voor onze mensenhanden. Ze gedogen ons in de buurt, maar verder ook niet. Gianny wandelt richting de volwassen schapen en de grote geiten. Tegen de schuur ligt langoor, uitgerekt te genieten van de zon. En absoluut aaibaar. De volle zachte vacht voelt aan als van een pluchedier.
Nee aaien, doet Gianny niet. Hij houdt zijn handjes veilig op zijn rug en vindt het eigenlijk wel tijd worden om veilig het hazenpad te kiezen. ‘Na mamoe toe”, is zijn advies.

Geen opmerkingen: