23 maart 2019

Marijn


zaterdag 23 maart 2019

 ‘Ga je nu alweer fietsen? Dit is al de vierde keer deze week. Heb je soms een ander? Zeg nou eens wat terug, in plaats van altijd dat stommetje te spelen tegen me. Ik kan hier niet tegen. Verdomme Jaap, dit is echt niet normaal meer.’

Met een klap slaat Jaap de deur dicht, pakt zijn racefiets uit het schuurtje en vertrekt.

Zijn hoofd leegmaken noemt hij het. Tegen de wind in beuken door de polder. Nee hij is geen wielrenner, maar een liefhebber, een toerfietser zoals er steeds meer mannen op leeftijd zijn die een racefiets aanschaffen. En dan niet met een wollen trui fietsen maar daar hoort uiteraard ook een flitsend wielertenue bij. Zelf heeft Jaap een strak oranje shirt van Roompot gekocht en een wielerbroek met zeemlap en bretels. Voor zijn eigen veiligheid heeft hij een helm op zijn hoofd, maar ik verdenk hem ervan dat hij die afzet, zodra de straat uit is. Eigenlijk ziet het er best gelikt uit, alleen die lange kousen onder die korte broek, vind ik geen gezicht. En dan die sokophouders… Die passen er helemaal niet bij.

Maar goed hij is hem dus weer gepeerd en laat mij voor de vierde keer deze week alleen achter op de bank. En dan komt het weekend nog. Zowel op zaterdag als op zondag gaat hij fietsen. Ik heb echt het idee dat hij er een dubbele agenda op na houdt. Misschien moet ik toch maar eens gaan noteren wanneer hij gaat fietsen en hoe lang hij wegblijft. Meteen maar mee beginnen.

Ik pak mijn laptop en rammel de letters er op mijn toetsenbord uit. Van gisteren weet ik het nog uit mijn hoofd en eergisteren is hij niet op pad gegaan, want toen had hij storingsdienst en moest bij de telefoon blijven. Driemaal is hij weggeroepen, dat weet ik nog wel, maar hoe lang. Dat ben ik toch echt vergeten. Zie je wel, het wordt van kwaad tot erger. Ik vergeet steeds vaker iets. Toch alles maar opschrijven, rapporteren. En moet ik dit dagboek, want dat is het toch wel, nu gewoon op mijn lappie laten staan? Nee, toch maar niet. Ik kan het veel beter op een USB-stick zetten en die in mijn tasje bewaren.


Na vier uur is Jaap weer terug. Hij loopt meteen naar de koelkast en pakt daar een blikje energiedrank uit. Hij klokt dat in een keer naar binnen en pelt nog een banaan. ‘Zo’, zegt hij, ‘even wat tanken. Dat was weer een pittig ritje.’

‘Ja, ja, op wie heb je nu weer gereden’, zeg ik bits. ‘Je zweet niet eens. Moet ik geloven dat jij bent wezen fietsen? Vier uur lang? Geef het nou maar toe dat je een vriendinnetje hebt en dat je naar haar toe bent geweest.’

‘Ja en ze heet Marijn. Mens zeur toch niet zo. Het ene moment zeg je dat ik moet sporten, wat meer moet bewegen. En als ik dat dan doe, dan mekker je weer dat ik wegga. Nou ik vind dit gewoon lekker. Hardlopen of naar een sportschool gaan, zijn nu eenmaal niet mijn ding. En ik heb mijn fiets naar Marijn de Vries genoemd, die vroegere wielrenster en columniste.’

Na het opfrissen pakt Jaap een klein boekje dat hij in zijn rugzak bewaart. Driftig begint hij te pennen en trekt het lintje dat als boekenlegger fungeert strak. ‘Zo dat staat er weer in. Toch weer honderdvijftien kilometer. Lekker op weg naar de twintigduizend. En ja blijf jij maar zeuren, maar bij mij vliegen de kilo’s eraf door mijn ritjes op Marijn.’


Opa IJsbeer


PS


Maanduitdaging maart 2019 van Schrijverij op Facebook met steekwoorden:

storingsdienst, boekenlegger, bank, agenda. roompot, toetsenbord, usb-stick, sokophouder, rugzak, rapporteren

Geen opmerkingen: