Nog eenmaal maak ik
de wandeling van het huis van mijn opa, mijn geboortehuis aan de Kerkstraat in
Huizen, naar de haven. De boom in de tuin is al jaren geleden geveld en het
huis is nu een winkel.
Aan de hand van
mijn opa sla ik linksaf de Verbindingsweg in. Met de geur van vis en hooi in de
neus bereiken we via de Taandersdwarsweg de Havenstraat. Op de hoek van de
Gooilandweg nemen we op het bankje een korte pauze. Mijn opa gebruikt de tijd
om een pruim achter zijn kiezen te steken.
Na tien minuten
gaan we verder langs gasfabriek, Balatum en brandweerkazerne met zijn oude
ladderwagen. Voor ons staat de textielfabriek. Allemaal weg, nou ja allemaal,
de Balatum heet nu BNI en staat niet meer strak langs de Havenstraat. Tegenover
De Driehoek, waar mijn vader een karretje met aardewerk in de oven duwt, liggen
enkele botters in de haven. Mijn opa kent de vissers en koopt voor we naar huis
terugwandelen op een boot een maaltje vis. Maar eerst lopen we de pier op. Hij
houdt mij stevig vast.
Zonder zijn
beschermende hand sta ik nu alleen op de pier. De nieuwe pier. De oude pier
ligt aan de andere kant van het water. Hoeveel huilende vrouwen zouden daar
hebben gestaan? Ik draai me om en neem zonder traan afscheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten