4 juli 2016

Modderen in Grave

Zondag 3 juli 2016

Modder is een raar fenomeen. Het schijnt dat er vrouwen zijn die het op hun lichaam smeren omdat het heilzaam is, omdat het de schoonheid van het lichaam bevordert. Het schijnt zo, maar het bewijs ervoor heb ik niet gezien, niet letterlijk (lijkt me fascinerend) als figuurlijk. Ook ben ik dit soort vrouwen nog niet tegengekomen in mijn omgeving. De vrouwen die het schijnen te doen nemen de natuur als voorbeeld. Varkens en olifanten wentelen zich immers ook graag in de modder. Inderdaad om parasieten van en uit de huid te verdrijven en als bescherming tegen de zon.
De meesten van ons vinden het ook niet leuk als er modder aan de schoenen zit en dat die dan mee naar binnen wordt genomen. ‘Wie is er met zijn moddervoeten naar binnen gekomen’ heb ik maar al te vaak gehoord. En regelmatig heb ik schuldbewust naar beneden gekeken. Uiteraard heb ik wel eens met een beschuldigende vinger naar iemand gewezen, maar om dan ook meteen maar met modder te gaan gooien…
Tegenwoordig vinden veel mensen dat zelfs niet gek meer. Die kruipen ervoor, erachter en erdoor. Een ware hype lijkt het wel. Dat fenomeen wilde ik toch wel een keer met eigen ogen gezien hebben, zodat ik er ook echt over kan meepraten. Meedoen?
Nee dat is een brug en een plons te ver, daar laat ik de modderzwemmers liever onderdoor gaan, nou ja onder de weg dan. Afgelopen zondag was het zover en heb ik mij uit mijn luie zetel verheven en ben als passagier meegegaan naar Kardinge, waar vanuit het gelijknamige sportcentrum een run was uitgezet, voor bikkels. De echte stoere deelnemers kozen voor een afstand van zestien kilometer, de minder geharden voor de helft en de watjes en de jonkies voor een rondje van vijf kilometer.
Mijn chauffeur behoort tot de eerste categorie. Speciaal getraind voor de Kardinge Run heeft hij niet. Ja, hij loopt zijn rondjes en heeft daarnaast nog genoeg andere lichaamsbeweging en oefeningen (ook voor zijn werk) zodat die afstand voor hem inmiddels een eitje is. ‘Maar ik doe het wel rustig aan’, zegt hij. Martin heeft namelijk wat last van zijn rug. Of het dan verstandig is om mee te doen, vraag ik. ‘Misschien niet, maar ik kan wel iets hebben en zal me niet forceren.’ Wel heeft hij een richttijd. ‘Ik wil onder de twee uur blijven.’
Ik kan er nu wel een lang verhaal van maken, van mensen die graag meedoen maar dan om de modder wandelen en ook langs de andere obstakels, over bikkels die na twee kilometer sprinten al uitgeput zijn en wandelen, maar nog wel veertien kilometer moeten of over die ene dappere dame die zich lang op de derde plaats bevond, wel op respectabele afstand van de twee snelsten.
Ook kan ik het hebben over het ophaalkarretje waarmee een man werd opgehaald, die niet verder mocht met een dubbeldikke enkel na zich verstapt te hebben. Hetzelfde karretje wilde absoluut niet als vuilniswagen worden gebruikt door bikkels met schaafplekjes aan armen of benen. ‘Die moeten maar lopend terug als ze willen stoppen’, was het commentaar van de ophaler.
Nee, daarover heb ik het allemaal niet, ik heb het slechts over die voormalige reservist, die het rustig aan doet en de tweede ronde iets sneller aflegt dan de eerste, omdat ‘ik gezien heb waar de pijnpunten zaten’ en daardoor netjes bij de toptwintig hoort en binnen zijn richttijd blijft.
Versterkt door een bal gehakt, nee daarmee gooien we dus ook niet naar de bikkels die minder bikkel zijn, stapt mijn chauffeur in zijn niet meer blauwe Suzuki en rijdt in een stuk door naar Grave.
Daar wacht een Arsenaal aan bier, waar een kapper jaloers op is. Zo jaloers dat de gel wordt vergeten. Gelukkig hebben ze ook cola en zonder een heel riedeltje waar een postzegelverkoper zelfs niet tegenop kan, krijg ik die voor mijn neus. Wel heb ik nauwelijks tijd om bij te komen en mijn glas leeg te drinken, want het gezelschap Het Kaf gescheiden van de Koren moet verder, terwijl het net als de voorgaande jaren niet is toegelaten tot het officiƫle programma.
Een van de koorleden is daar inmiddels toch wat teleurgesteld over geraakt en heeft voorrang gegeven aan haar eigen programma, heeft besloten haar derde wereldtoer te maken en heeft als voorproefje een bezoek gebracht aan oosterburen. Die beslissing om even afstand te nemen werd bovendien door haar genomen omdat zij het gevoel had dat zij toch wel erg op haar tenen moest lopen (bij ons). Iets waar de overige koorleden absoluut niets van hebben gezegd. Gelukkig was er een Almeers Baasje bereid haar plaats in te nemen. De impresario was daar wel blij mee maar vindt ook dat hoe meer zielen hoe meer vreugd, iets wat wel vreemd klinkt bij een festival waar Gedeelde Smart zwaar telt.
Overigens voor de fans van het koor Het Kaf gescheiden van de Koren heb ik een misschien verrassend bericht. Omdat deze naam mogelijk toch niet aanslaat heeft de impresario besloten een nieuwe naam te introduceren: Eddy’s Gang.  Tevens vond hij het nodig dat het repertoire iets moest worden uitgebreid en besloot hij een nieuw lied te introduceren.

(refrein)
Vandaag geen tranen meer
die zijn genoeg vergoten
vandaag de handen op elkaar
om de vreugde te vergroten

De smart lappen wij bij elkaar
de grijns op de gelaten
dans op tafels en op banken
dans de klinkers uit de straten

refrein

Het bootje mag weer stromen
ook al zijn ze hier erg streng
een daverend applaus klinkt
uit naam van Eddy’s Gang

refrein
(Nogmaals het bootje)
refrein

Toen de impresario dat begon te zingen werd hem meteen dringend verzocht de mond te houden, want met zijn zangkunsten is echt heel veel mis. En misschien moet er ook nog wel iets worden geschaafd aan het lied dat in vijf minuten is ontstaan.
Terwijl de koorleden hun best deden tijdens de samenzang in de tent, en alle ogen op zich gericht wisten, sloop de impresario weg in de hoop elders toch nog een contract in de wacht te slepen. Hij had beelden voor ogen dat iedereen wel in zee wilde gaan met de Gang, maar voelde zich langzaam maar zeker in Den Bonten Os gelogeerd en zich meer aangetrokken tot de barones en Catharina.
Het bekende Don Kiesjot is uiteindelijk wel bereid ons te ontvangen. De koorleider wordt gevraagd om te speechen en brengt een toost uit op allen die er zijn en er niet zijn. Terwijl om ons heen een oorverdovend antwoord op onze kwaliteiten wordt gegeven, dut ik langzaam in. Zelfs de ijskoude Pancho kan daar geen verandering in aanbrengen.



2 opmerkingen:

Lien zei

Je hebt blijkbaar genoten van het hele gebeuren, al sloeg op het einde van de dag de vermoeidheid toe.
Dapper van je om mee te gaan!

Suma zei

Henk, je geeft een mooi kijkje in de modder. Leuk.