20 december 2009

De tocht

Nee, dit is geen reclameboodschap voor een commercieel project. En het project zelf - te volgen via http://www.detocht.nl/ - geen recordpoging, zoals een groepje fanatieke jongeren zelf zegt. Wat is het wel. Een eerbetoon aan pioniers. Mannen die in de vorige eeuw de polder hebben gebouwd. Beter gezegd, de dijken van Flevoland hebben aangelegd. Hiervoor is vooral veel keileem gebruikt. Keileem dat onder andere uit de buurt van Urk kwam. En nu willen die (vier) jonge gasten keileem terug brengen naar Urk. Vanuit Almere. Al roeiend, met een ponton van drie bij drie meter achter zich waarop een kubus is gebouwd. Een holle kubus, afgedekt met platen. En de wanden besmeerd met keileem.
Ze zijn op zaterdag 12 december vertrokken bij het gemaal Blocq van Kuffeler en het plan is om op 28 december te arriveren bij Urk. Onderweg maken zij muziek, terwijl Tom Fassaert veel op beeld vastlegt. Daarnaast is er ook nog een webcam aan boord.
Natuurlijk kunnen zij het voor zichzelf een stuk eenvoudiger maken en zich laten trekken, maar de jongeren willen pijn lijden, ontberingen ondervinden. Zoals ook de polderbouwers het niet gemakkelijk hadden. De start is stroef. Een sluis blijft het weekend dicht, waardoor het kwartet tijd verliest. En ook de tocht bij Almere Buiten door de Lage Vaart gaat niet rap. Veel tijdverlies. Maar overal worden zijn vriendelijk ontvangen. Thee en koffie wordt gehaald om hen te verwarmen. Ontbijt wordt gebracht en maaltijden worden volgens een vast rooster verzorgd.
Het weer wordt ondertussen kouder. Het vriest, sneeuwt, temperatuur daalt tot vijftien onder nul. Batterijen en accu's trekken leeg. Contact is bijna onmogelijk. Talloze mensen gaan op zoek. Zeker als zij ter hoogte van de Oostvaardersplassen door een prachtig natuurgebied trekken.
Zelf heb ik onderweg een paar keer contact met de vier gehad. Gisteren nogmaals een poging gewaagd. In de auto van Cees Ootjers, die zelf ook al eens bij ze is komen kijken. We rijden en zoeken tot het bekende uitkijkpunt langs de spoorlijn, maar geen roeiboot en geen kubus te vinden.
's Avond een mailtje eruit gegooid naar een van de contactpersonen. En dan volgt het verlossende antwoord. Ze zijn de Knardijk voorbij. Aan het eind van de plassen en net ten zuiden van Lelystad. Webcambeelden laten ook zien hoe ze daar de sluis passeren. We zijn er dichtbij geweest. Op een paar kilometer. Jammer.
Toch slaak ik een zucht van verlichting. Ze leven nog en hebben de plassen sneller gepasseerd, dan ik voor mogelijk heb gehouden.
Snel een berichtje doorsturen naar Cees en die stelt voor om zondag opnieuw een poging te wagen. En dat doen we. Eerst naar de Knardijk. Met Patrick achter in de bak van de 4WD Ford Explorer.
We kunnen een heel eind kijken. Nee, niets te zien. Misschien al bij het Industrieterrein van Lelystad?
We rijden door. Zoeken de Lage Vaart weer op. Geen roeiboot. Geen kubus. Van Herre Zwart (Omroep Flevoland) krijgen we snel nog wat telefoonnummers. Een hapje eten halen bij de McDrive voor Cees (diabetes) en Patrick. Ik bedank voor de eer. en dan bellen.
Van woordvoerder Jolle Roelofs hoor ik dat de kubus ongeveer twee kilometer ten noorden van de Knardijk ligt. En daar helpen ze een vastgereden auto weer het pad op. 'We komen eraan', roep ik enthousiast.
'Pas maar op, want anders moeten we jullie ook nog lostrekken', is het antwoord van Jolle.
Cees begint te lachen. Want zijn auto trekt ons overal doorheen. Toch... Cees?
We rijden het bos in. Hier heeft in ieder geval een andere auto gereden. Draaien, keren, want zo gaan we weer van het water weg. Nog een keer. En dan...
Ja, vast! Vast?
Diepe sporen. Het linkerwiel draait zich in de modder vast. 'Gaan jullie er even uit', zegt Cees.
Het achterwiel slipt door. Hebben wij toch de hulp van de dappere kunstenaars/musici nodig om los te komen?
Net naast het onverharde pad zit een greppeltje met wat water. Dat merk ik als ik erin stap. 'Daar moet je niet in terechtkomen Cees.'
Cees zet wagen in de low gear. En dan schiet het bakbeest vooruit. Gelukkig, dat is gelukt. Even later zijn we bijna bij het water. We toeteren. De jongens horen ons. Hoor ik door de telefoon, als ik Jolle weer bel. 'Maar ik heb geen idee van welke kant het geluid komt', zegt hij. 'En we willen weer verder. Dus zoek ook maar niet langer. Bedankt in ieder geval. Met ons gaat het goed. De batterijen doen het weer. Het gaat als een speer.'
We rijden voorzichtig door. De uitgang van het bos wordt vervolgens versperd door een slagboom. Een auto is via een greppel om de slagboom heen gereden. Door een greppel. Nee, dat is geen optie, vindt zelfs Cees. Dus? Simpel toch. Patrick tilt de slagboom op en wij kunnen het bos uit.
Op de terugweg zien we een busje van Omroep Flevoland staan. Op een plaats waar wij ook al zijn geweest, op zoek naar de kubus. Nee, mensen gewoon even wachten. Niet verder zoeken. De kubus komt vanzelf weer in de bewoonde wereld terecht.
En ik blijf ze volgen op hun site. Heel misschien doe ik, doen wij, later nog een poging. Maar de komende dagen moet ik wel gewoon werken.

Geen opmerkingen: