Van het verleden naar het heden is slechts een stap; een paar uur vliegen.
Via wat knip- en plakwerk kun je bestaande teksten razendsnel naar een eigen product overhevelen. Een beetje overtikwerk kan ook. Beide manieren getuigen van luiheid. Maar anderzijds waarom zou ik het wiel opnieuw uitvinden?
Ik put inderdaad uit gegevens, die ik op internet of elders ben tegengekomen. Maar ook van wat ik onderweg heb gezien of gehoord, heb ik vermeld. En natuurlijk is het niet compleet. Het is ook geen boekwerk. Het is vooral voor mezelf. En misschien zijn er mensen die het leuk vinden om het te lezen.

Dat is ook niet zo vreemd want Skyros ligt redelijk ver van zijn broertjes en zusjes af, het is het meest zuidelijke eiland van de groep. Touroperators krijgen er ook nauwelijks voet aan de grond en buitenlandse vluchten zijn er ook slechts mondjesmaat.
Het eiland heeft wel een luchthaven, of beter gezegd een militair vliegveld, waar tegenwoordig ook een scanapparaat staat opgesteld, maar waar men absoluut niet is ingesteld op het ontvangen van toeristen. Geen bureaus derhalve waar je een auto kunt huren. Daarvoor moet men in de hoofdstad zelf zijn. Maar ook andere (gebruikelijke) faciliteiten ontbreken op de luchthaven.


Er bestaat een groot verschil tussen het noorden (bewoond, groen, gecultiveerd en veel landbouw) en het zuiden (ruig, deels kaal en onbewoond). De denkbeeldige lijn tussen deze twee gebieden loopt van Ahili naar Kalamitsa. Dit gebied heeft in het verleden onder water gestaan. En als we Al Gore moeten geloven zal dit er straks ook weer aan moeten geloven, zodat Skyros straks weer uit twee delen bestaat.
Het stuk tussen Ahili en Kalamitsa is tevens de smalste strook van het eiland, van ongeveer drie kilometer breed.U

Grote schrijvers gaven ieder een andere naam aan het eiland zoals Aepeian (Homerus), Enemoessan (Dionysios de reiziger), Pelagian (Dionysios van Kalliphonta) en Aegiboton (Diodoros).
Op Middeleeuwse (Italiaanse) kaarten stond Skyros als San Giorgio, de naam van het klooster en tevens schutspatroon van het eiland.
De Dolópes waren piraten en vormden een bedreiging voor het noorden van de Egeïsche zee. De Griekse generaal Kimon besloot in 475 voor Christus de Dolópes te verdrijven en verdeelde vervolgens het eiland onder de Atheners. Tot 88 voor Christus hield Athene de overheersing over Skyros. Overigens hebben ook de Macedoniërs een oogje op dit eiland gehad en vochten menig oorlog met de Atheners uit. Later namen Romeinen bezit van het eiland en verscheepten grote ladingen roze marmer naar hun eigen land. Vanaf de tweede eeuw werden er christelijke kerken gebouwd op Skyros dat in de vierde eeuw zelfs een bisdom werd.
Na de val van Konstantinopel in 1204 (door de kruisvaarders) was er sprake van een Venetiaanse overheersing. Aan het eind van de veertiende eeuw kwamen de Turken en werd als handelsmiddel overgedaan aan de Byzantijnen. In 1453 bezetten de Turken Konstantinopel en Skyros schaarde zich weer onder Venetiaans gezag.
Vanwege zijn ligging in de Egeïsche werd het eiland een twistappel tijdens de Turks-Venetiaanse oorlog. De Turken slaagden er niet in de kastro te veroveren en stichten brand op het eiland. De piraat Khaireddin Barbarossa (met zo’n naam kun je niets anders doen) hielp de Turken een handje, waardoor de kastro alsnog viel. Ook tijdens de tweede Turks-Venetiaanse oorlog werd er om het eiland gestreden en na een korte bezetting door Venice, kwamen de Turken opnieuw aan de macht. In 1821 waren de Skyrianen nadrukkelijk betrokken bij de Griekse revolutie en werd een toevluchtsoord voor de Grieken. De definitieve bevrijding – samen met de rest van de Sporaden - volgde echter in 1829.
Net zoals veel andere Griekse eilanden is ook Skyros te lijden gehad onder een aardbeving, die in 1991 heeft ervoor gezorgd dat het machtige klooster van Agios Georgios op de top van de rots boven Skyros-stad en net onder de kastro te gevaarlijk is geworden om te mogen bezoeken. Heeft de priester (pappa’s) echter een goede bui, dan is hij bereid om mensen mee naar binnen te nemen. De kastro zelf is hierdoor eveneens moeilijk te bereiken en daar komt tegenwoordig wel heel veel klimmen bij te pas.

Daarin speelt Achilles een belangrijke rol. Om te voorkomen dat een voorspelling zou uitkomen, dat Achilles zou omkomen in een oorlog, stuurde zijn moeder, de godin Thétis, hem naar het eiland Skyros. Hier werd hij opgevoed door Likomedes, de koning van de Dolópes. Hij werd verkleed als meisje en leefde vooral samen met de dochters van Likomedes. Achilles raakte verliefd op een van die dochters, Deidamia en trouwde met haar. Zij kregen een zoon Neoptólemos.
De profeet Kalchas had voorspeld dat Troje niet veroverd kon worden zonder de deelname van Achilles in de strijd. Via een list wist de slimme Odysseus de plaats te ontdekken waar Achilles zich schuil hield en hij kwam naar Skyros om Achilles over te halen mee te gaan om de troepen te leiden. Achilles scheepte in aan de oostkant van het eiland in een baai, die naar hem is vernoemd: Ahili. Hij gebruikte paardjes die in het wild rondliepen op het eiland. Klein, ongeveer 1.10 meter hoog, wendbaar en zeer sterk. Nadat Achilles dodelijk was geraakt aan zijn hiel onder de muren van Troje, reisde Odysseus terug naar Skyros. Ditmaal om Neoptólemos te zoeken. Weer als gevolg van een voorspelling. Ditmaal omdat de muren van Troje niet zouden vallen zonder dat de zoon van Achilles daar zou strijden. Koning Likomedes was daar een fel tegenstander van, maar boog uiteindelijk toch voor de listige Odysseus, omdat zijn kleinzoon nu eenmaal voorbestemd was om bij Troje te vechten. Neoptólemos hunkerde naar glorie en werd een van de helden van de Trojaanse oorlog. Hij verstopte zich in het houten paard, waarmee de tienjarige oorlog werd beslist, toen dat door de Trojanen binnen de stadsmuren werd gebracht.




De hoofdstad van Skyros heeft dezelfde naam als het eiland en wordt door de bewoners ook wel aangeduid als Chora. Het ligt gebouwd tegen een opvallende rots, waarop de restanten van de oude Venetiaanse burcht nog te zien zijn. Die burcht is gebouwd op de plek waar in vroegere tijden de akropolis heeft gestaan. Bij het al eerder aangehaalde Markessi heeft een tempel voor Poseidon gestaan. En iets ten westen van de Chora op een plaats die aangeduid wordt als Phourka zijn restanten van een tempel voor Appollo gevonden. Zo zijn er nog talloze plekjes te noemen. Veel van de geschiedenis is terug te lezen in het boek van Manos Faltaits (in het Engels) over Skyros, maar ook het boekwerkje van het ministerie van cultuur over de archeologie van het eiland is interessant.
De hoofdstad is het belangrijkste dorp op het eiland. De havenplaats Linaria heeft veel van zijn oude glans verloren, maar door bevoorrading via de veerdienst met Kimi op Evvia is het er toch nog steeds bewoond. Aherounes ligt er bijna tegenaan geplakt bij de gelijknamige baai. Zo’n vijf kilometer ten zuiden van de Chora ligt tenslotte Aspous, een ander dorp dat nog enige omvang heeft.
Voor de standliefhebbers zijn er diverse baaitjes te vinden, waar men kan zonnen en zwemmen. Zoals bijvoorbeeld het hiervoor genoemde Aherounes maar ook bij Agios Petrou, de baaien van Kalogrias, Kolimbada en Renes en bij Kalamitsa. Nee, ik ben niet compleet er zijn er nog veel meer.
Ook op Skyros zijn enkele groten te vinden, die alleen via een boot bereikbaar zijn. Er is een excursie vanaf Linaria die naar de grot van Chloparati gaat, voor de andere grotten moet men zelf een boot huren of hopen dat men een Griek met boot treft die je erheen wil brengen.

1 opmerking:
leuk
Een reactie posten