Woensdag 26 september 2007
Ik heb een nachtje zonder apparaat geslapen. Aanvankelijk heel verfrissend, maar ’s morgens voel ik me al snel weer moe. Als ik van de bakker terugkom met brood en wat koekjes is de tafel al gedekt. Er begint een aardig ritme in onze bezigheden te komen en vullen elkaar lekker aan. Opruimen, vaat doen, stofzuigen.
Stofzuigen? Nee, dat niet. Maar wel even ons plaatsje vegen voor we gaan wandelen.

Het is een wandeling die in de brochure van Ross staat beschreven en die we thuis al vanaf internet hebben geprint. Zoals gezegd gaat het om twee routes, die heel goed in een ronde zijn te lopen, maar waarvoor wel enig doorzettingsvermogen is vereist. En in een rolstoel niet is te doen. En ik? Ik kan onderweg best zo nu en dan een zetje gebruiken.
Wij starten bij ons appartement en wandelen zuidwaarts en nemen de eerste afslag naar links. Op die weg ligt het kapelletje van St. Anna dat als officieel startpunt van de wandeling geldt. Deze tocht gaat grotendeels over onverharde wegen. Natuurlijk twijfelen we onderweg of we nog wel op de goede weg zitten. Wat moet je ook met een vermelding als ‘na de open kippen en kalkoenenren’ ziet u een zandpad naar rechts. Zeker als de kippen en de kalkoenen geslacht zijn. Die weg naar rechts betekent bovendien klimmen naar een kapelletje en is buiten het fraaie uitzicht verder niet van belang, want dezelfde weg moet ook weer in omgekeerde richting worden afgelegd. Nou mooi niet dus.

Tegen de heuvels ligt een militair kamp. Niet fotograferen Henk. Niet doen.

Niet veel later staan we bij de hoofdweg, die vanaf de Chora richting vliegveld gaan. Het eindpunt van deze tocht. We slaan rechtsaf en wandelen naar een kapelletje dat iets verderop langs de weg staat.

Maar eerst een rustpauze inpassen, deels in de schaduw van een boom. Een slokje water nemen en een blikje werpen op het binnenste van de kapel, naar de iconen en overige versieringen.









Maar het is slechts voor even. Een oud besje heeft ons gehoord en steekt haar hoofd om de hoek van haar woning en ziet ons zitten.
Ze spreekt ons ik denk de woorden dipsáte? (hebben jullie dorst) en pino (drinken) te herkennen. Maar misschien behoort het gebaar van drinken en het gebaar dat we moeten komen daar ook wel bij. En wat doe je dan? Zoiets sla je niet af. Er worden stoelen aangesleept. Het woord nero (water) is simpel. En heerlijk koel. De Griekse gastvrijheid. Het leven heeft hier stil gestaan. Siega, siega.

Ik loop nog wel achter haar aan, haar kleine woning in. Hier staan inderdaad nog de kleine stoeltjes zoals we in het museum van Faltaits hebben gezien. Alles is klein. Er staat een rustbank en achterin bevindt zich een bed. Het is een ruimte. Met alles erop en eraan.
Geen suiker, dat is nog goed, maar het wordt een kopje koude koffie, geen ijs zoals bij frape. Wel melk. Het smaakt niet. Maar dat zeggen we alleen tegen elkaar. Haar bedoelingen zijn immers goed. En het water smaakt prima.
Er komen druiven op tafel, een nectarine wordt geschild. Wat een weelde. We genieten. En de Griekse oma ook.
Een gordijn wordt opzij geschoven en daarachter bevindt zich een deur en als die opengaat zien we de opkamer. We moeten haar mooie kamer bekijken. Met fotogalerij. Haar man en zoon zijn overleden. Haar kleinzoon (aggonas) is al volwassen, zit bij de luchtmacht en woont in Gyrismata.


Wij bedanken haar uitgebreid voor de gastvrijheid en krijgen nog een hint mee voor de kortste weg naar het dorp.


Onderweg zien we eindelijk diverse vormen van landbouw. Of misschien hebben daar nu eindelijk wel oog voor. Gaat het in de auto toch te snel, want we lopen langs de weg die we al een paar keer met de auto hebben gereden. Het zijn kleine veelal kleine veldjes en een aangeschakeld veld met tomaten, aubergine, kruiden, pepers, paprika en meloenen.

Bij een woning is het gras wel heel erg groen. Een groot slot op het hek maakt duidelijk dat dit pand niet permanent is bewoond. De tuin moet haast wel door een Skyriaan worden bijgehouden, want anders zag alles er niet zo fris uit.


Geen opmerkingen:
Een reactie posten