Het leven nemen zoals het is. Dat is mijn motto. Vandaag
is dat een feestje.
Ik neem jullie even mee naar een jaar geleden. Toen was
alles nog anders en zat ik in een ander lijf, een keurslijf en behoorde niet
aan mijzelf maar was overgeleverd aan zijn grillen. Mijn wil deed er niet toe,
dat hadden mijn ouders mij al vroeg duidelijk gemaakt. ‘Jij bent een meisje en
hebt dus niets te willen.’ Dat kwam niet alleen van mijn vader, maar mijn
moeder vertelde mij dat ook dagelijks. En toen zij tijdelijk in het ziekenhuis
lag, kwamen mijn vier grootouders om beurten mijn vader ondersteunen. Ook zij
zeiden dat iedere dag. Mijn broers kregen die boodschap uiteraard mee en namen
dat al snel over. Als zij iets wilden hebben, spanden ze mij voor hun karretje.
Soms zelfs letterlijk. Als ik dan protesteerde dan klonk het al meteen: ‘Jij
bent een meisje en hebt dus niets te willen.’
Het kon niet uitblijven dat ik uitgehuwelijkt zou worden.
Aan de zoon van vrienden van mijn ouders, die er dezelfde krankzinnige ideeën
op na hielden. Even hoopte ik dat hij anders was dan zijn en mijn ouders. Dat
hij mij op een voetstuk zou gaan zetten, want hij beloofde mij de maan en alles
wat de nacht in petto heeft voor een jong meisje. Bovendien behandelde hij zijn
twee zussen immers met respect.
Maar meteen nadat hij mij heel traditioneel over de
drempel had gedragen was het al mis: ‘Jij bent mijn vrouw en hebt dus te doen
wat ik zeg.’ Inderdaad het waren iets andere woorden, maar ze vertelden
hetzelfde verhaal. Niet iedere dag want ik was al voorbereid en als ik me maar
koest hield dan waren er van die dagen dat hij mij, ja geloof het of niet, meenam
op zijn tochten.
Zelfs hartje winter als hij traditioneel een kerstboom in
huis haalde. Hij liet mij dan kiezen, maar koos vervolgens voor een totaal andere
boom. Dat had ik na een paar jaar wel door, zodat ik juist een boom koos die
hij zou hebben aangeschaft. Inwendig had ik dikke pret, want nu zag hij daar vanaf
en nam de boom die ik voor ogen had.
Onderweg ging het vorig jaar fout. Hij nam de verkeerde
afslag. Voor mij liep dat goed af. Hij tuimelde van de brug en hemelde. Ik werd
opgevangen door een vrij stel. Zo’n stel waarvan mijn familie denkt, die zijn
niet goed bij hun hoofd.
Zij lieten mij allerlei boeken lezen. Boeken waarvan ik
nog nooit had gehoord.
Zij namen mij mee naar feesten, naar andere dorpen,
steden, kleedden mij aan met kleding waarvan ik het bestaan niet wist. Maar
bovenal vertelden zij: ‘Jij bent ons slaafje niet, maar een mooie vrouw met
recht op een eigen mening, een eigen leven.’
En nu ben ik hier. Op jouw feestje.
Opa IJsbeer
(Dit verhaal is geschreven voor Schrijvelarij, voor de
januari uitdaging 2019)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten