Woensdag 21 mei 2008
We hebben ons al een paar dagen op deze dag verheugd. De naamdag van Konstantinos, dat moet toch groot feest zijn bij Agios Konstantionos. Ben ik daarom vroeg wakker? Misschien wel, want soms ben ik nog net een groot, klein kind. De bakker, het ontbijt. Heel normaal eigenlijk. Op naar het grote feest. Op een kilometer of tien van Kokkári. De auto wordt geparkeerd op een parkeerterrein langs de hoofdweg, bij een supermarkt. We wandelen het dorp. Naar de kustweg. Hier gebeurt helemaal niets.





Bij gebrek aan feestelijk gedruis, wordt Plan B uit de achterbak getrokken. Als je in Vathi bent geweest, dan wil je ook nog wel iets meer van de bruisende hoofdstad zien.
Een parkeerplaats vinden valt echter niet mee. De weghelften zijn hier gescheiden door een middenberm met palmbomen. Oversteken naar de andere weghelft kan slechts op enkele plaatsen. Aan de waterkant zijn enkele parkeerterreinen, waar vermoedelijk nog wel een plekje is te vinden. Maar probeer daar maar eens te komen. Aan de standkant wordt iedere centimeter langs het trottoir gebruikt. Dubbel parkeren en zelfs driedubbel parkeren.

Voor we er erg in hebben rijden we de stad al weer uit. Plan C komt van de hoedenplank af. Eerst naar Agia Paraskevi. We zijn toch op weg.
Ho, stop! Niet te snel gaan.
De weg is geblokkeerd. Waar kennen we dat van. Is ons nog nóóit gebeurd.
Een vrachtwagen staat stil in een smalle straat, een hellende smalle straat. Ook dat nog. Achter Tineke stopt een auto. ‘Als ik nu maar niet achteruit hoef.’ Voor de kiepauto wordt een geparkeerde auto weggehaald. Pfff, nu de hellingproef. Geen enkel probleem!
De vrachtauto neemt de leiding in de race omhoog, naar het noorden, langs de kust. Lekker zoiets. Dan ben je verzekerd dat je door kunt rijden. En toch? ‘Dat wordt nog wat, als we straks teruggaan. Krijg ik dan weer zo’n goede gids.’







Het is niet wenden of keren. Het is wenden en keren. We moeten dezelfde weg terug. Er zijn tegenliggers, maar gelukkig niet op het smalste stuk. En ook niet op het gedeelte waar een gapende helling naast mij richting waterlinie gaat.
In de stad is het minder druk, dan op de heenweg. Dat hebben we dan maar weer verdiend. Langs de kant van de weg parkeren is er echter nog steeds niet bij. Maar op de parkeerterreinen bij de haven is ruimte genoeg.





In de verte rommelt het. We houden het droog tot we in Marin zijn. Dan een geweldige plensbui. De natuur frist er zichtbaar van op. De planten in de potten steken parmantig hun kopjes omhoog.
Tineke wil ’s avonds voetbal kijken, de finale van de Champions League. Dus iets eerder naar het restaurant. Vanaf het terras bij Stathis kan ze met een half oog de schermen van het naastgelegen Goal zien. Na de bekende Griekse salade komen er arni stamnos en lambchops op tafel. Van Stathis krijgen we nog een stukje zoetigheid als toetje en dan naar Goal, hét voetbalcafé van Kokkári. Helemaal vooraan zijn nog twee plaatsen. Aan het tafeltje van Joke en Frans. Onderuit gezakt zien we hoe Chelsea de wedstrijd na een achterstand in handen neemt, Droghba rood krijgt en Edwin van der Sar – nadat Terry al een penalty heeft gemist, Ronaldo nog eerder al faalde – de held van de avond wordt voor ons en voor Manchester United door in de extra serie strafschoppen de trap van elf meter van Anelka te stoppen. Met Ajax had hij de cup met de grote oren al eens gewonnen. Dit is zijn tweede. Wel verdiend. De Chelsea-supporters, ver in de minderheid bij Goal, druipen af. Nog een afzakkertje en dan naar bed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten