Maandag 18 februari
2019
Kennen jullie het Calimero-gevoel nog? Zo van: zij zijn
groot en ik is klein en da’s niet eerlijk.
Nou dat slaat vandaag helemaal op
mij. Want Mijn broer, grote neef en mijn nichtje hebben schoolvakantie en mogen
daarom vandaag bij Opa IJsbeer logeren. En ik niet, want ik heb geen vakantie
en moet mijn gewone weekprogramma afwerken.
Dat betekent dus dat ik vandaag bij Opa IJsbeer en oma
Tineke ben. Niet alles is overigens hetzelfde, want niet mijn mama maar mijn
papa brengt mij. En hij neemt mijn broer ook mee, want die blijft immers logeren
en is nog niet groot genoeg dat hij alleen thuis mag zijn. Alleen op ons huis
mag passen. Ja hij is groot genoeg om op Opa IJsbeer te passen en te bouwen en
nog heel veel andere dingen. Maar een hele dag alleen thuis blijven zoals mijn
grote neef Gianny. Nee dat zit er dus niet in.
Naar opa en oma heb ik drie knuffels meegenomen, maar ja
Yari – mijn grote broer – heeft er ook drie dus daar sta ik niet alleen in. Het
speelkleed en de speelbox liggen en staan al klaar zodat ik mij niet hoef te
vervelen.
Daar heb ik toch geen last van, want er valt altijd heel
veel voor mij te doen. Zo moet ik ervoor zorgen dat Opa IJsbeer zijn
boodschappenbriefje meeneemt als hij boodschappen gaat doen. En hij mag niet
zomaar oversteken en daarom moet ik altijd heel goed uitkijken; naar links en
naar rechts of er geen auto of fiets aankomt, want anders loopt hij er zomaar
onder. Ja en de weg naar de winkel lopen zoeken en ervoor zorgen dat hij bij de
kassa niet vergeet te betalen. En in de winkel mag ik uiteraard nergens aankomen.
Want kijken doe je met je… inderdaad ogen en niet met je handen. Nee dat heeft
Opa IJsbeer niet bedacht hoor, maar hij zegt het wel vaak.
Veilig terug bij oma kan ik eindelijk gaan spelen. Maar niet
te lang, want na een uurtje moet ik eten van opa. En ook nog een pakje appelsap
drinken want drinken is gezond. Nou vooruit omdat hij het zo graag wil. Twee
grote slokken en niet in het pakje knijpen. Hoe vaak heeft opa dat al gezegd.
Begrijpen jullie nou ook waar dat Calimero-gevoel vandaan komt.
In de loop van de middag neem ik Opa IJsbeer mee naar
buiten, want anders krijgt hij geen frisse lucht en beweging genoeg. Vlakbij
zijn huis zijn een schommel en een glijbaan. Hij moet mij op de schommel duwen,
zijn enige beweging.
En als hij dan uit geschommeld is dan stuurt hij mij het
bos in om hout te sprokkelen. Dan denkt hij dat zo’n houten stok een zwaard is.
Nou ik ben toch geen houten Jan Klaassen in het leger van de prins. Maar om die
man maar gunstig te stemmen doe ik alsof. Veel liever klim ik omhoog en glijd
ik van de glijbaan af.
Na een uurtje buitenspelen is opa allang vergeten waar
hij woont. Over het veld met de mollen hopen gaan we terug. Om hem te plezieren
doe ik net alsof ik de weg niet meer weet en dat hij een geurspoor heeft
achtergelaten langs de heg en dat ik zo zijn huis weer terugvind.
Oma heeft ondertussen een cake gebakken. Met honing dat
lust ik wel, want al dat oppassen op opa is zo vermoeiend en dan is een beetje
zoetigheid heel goed om de energie weer op te wekken. Het oppasgevoel krijgt
echter toch de overhand en langzaam maar zeker vallen mijn ogen echt dicht van
vermoeidheid. Even een tukkie doen. Weet je zo erg is dat ook weer niet. Want
dan lijkt het net alsof ik toch nog bij Opa IJsbeer en Oma Tineke aan het
logeren ben.
Als ik met papa weer naar huis ben, komen mijn grote neef
en mijn nicht bij opa en die mogen er vervolgens samen met mijn broer een
rommeltje van maken. Zij zijn groot en ik is klein….
Opa IJsbeer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten