Zondag 20 juni 2021
Hij breekt. Met het hoofd bijna tussen de
knieën. Snikkend. En weer komen bij hem de tranen, de schreeuw blijft ergens
tussen hen in hangen. Het is voor het eerst dat zij dit meemaakt. Troostend
legt zij de hand op zijn schouder. Weet niet wat er in hem gebeurt. Weet niet
waar die uitbarsting vanuit het niets vandaan komt.
In haar nog jonge leven heeft zij al veel
meegemaakt. En daarom schrikt zij niet. Haar handelingen volgen bijna
automatisch. Zachtjes gaat de hand van schouder naar arm, terug omhoog en glijdt
over de rug. Dan legt hij zijn hoofd op haar schouder. De tranenstroom is niet te stuiten en haar blouse wordt eerst
vochtig en daarna nat. Zij merkt dat, hij niet. Pas na een kwartier komt er een
einde aan het hikken en het snikken. Geen woord wordt er tussen hen gesproken,
elkaar alleen maar vasthouden. Zij knuffelt, hij zoent; dankbaar.
Elf dagen later, de zon zakt langzaam weg. Op
tafel staan kaarsjes. In een schaal wat stukjes stokbrood, ernaast een
kaasplankje en enkele sausjes. In zijn ogen twinkelen sterretjes, de maan piept
omhoog. In een ooghoek verschijnt een eerste traan. Even later biggelt de traan
over de wang en verdwijnt in de volle baard. Hij zucht diep en vertelt met
horten en stoten, vol lange uithalen zijn verhaal. Het verhaal van die ene dag,
de dag waarop zijn leven is veranderd. En ieder jaar komt de herinnering daaraan
terug.
Het verdriet slijt nooit, alleen hij heeft er
in de loop der jaren wel beter mee leren omgaan. En zij weet: laat hem maar
even.
De avondzon zakte langzaam weg. Het was een warme dag geweest en de avond voelde nog heerlijk zwoel aan. Met een zucht liet zij zich in de terrasstoel zakken en dacht terug aan een zelfde soort warme avond lang geleden toen....
Opa IJsbeer
PS
geschreven voor de maanduitdaging juni 2021 van Schrijvelarij. Bedoeling is om een verhaal af te maken. Ik heb dat gedeelte als laatste alinea gebruikt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten