Zaterdag 15 juni 2019
Mijn Opa IJsbeer viert al jaren geen vaderdag en ik wil
hem een plezier doen. Daarom heb ik donderdag mijn opa en oma gebeld of ik een
paar dagen mag logeren. Dat kan nog niet meteen want ik moet op vrijdag nog
naar school. Opa IJsbeer haalt mij op vrijdag altijd op uit school en dat is
een mooi moment om de logeerpartij te laten beginnen; twee nachten zodat ik
zondagmorgen bij mijn opa en oma wakker kan worden en hem kan plezieren met een
voorleesbeurt. Ja, ik kan al lezen. En leer steeds meer moeilijke woorden, maar
mijn opa vindt voorlezen heel erg leuk en dat mag hij nu een paar dagen achter
elkaar doen. Over cowboys en indianen en bizons en boeven en nog veel meer. En
die komen allemaal voor in de boeken van Arendsoog.
Natuurlijk kan Opa IJsbeer niet drie dagen lang achter
elkaar lezen. Dat is wel heel erg vermoeiend en dan blijft er voor mij geen
tijd over om te spelen met duplo en lego en tijd om filmpjes te kijken op de
iPad en spelletjes te doen. En dan kan ik hem ook nog meenemen naar Artis.
Daar heb je heel veel soorten dieren en van sommige hebben
ze zelfs een beeld gemaakt. Zoals van de maraboe, die raakt verliefd op de
watoesikoe Monique en maakt een nest voor haar. Iedere nacht slapen zij samen
in dat nest. Maar op een nacht draait Monique zich iets te wild om en komt op
de maraboe terecht. Die breekt een poot en overlijdt. De beeldhouwer Joos
Bunder vindt dat zo zielig dat hij een mooi beeldje van deze maraboe heeft
gemaakt.
Ik heb voor wij naar Artis zijn gegaan nog een filmpje
gezien over schoonmaken in een dierentuin. Dat is echt heel belangrijk werk en
vandaag zie ik in het echt dat de oppassers heel druk zijn om de verblijven van
de dieren schoon te maken. Overal zie ik meneren en mevrouwen bezig. Soms
harken ze vuil weg, anderen ruimen poep op of spuiten stenen schoon en ik zie
ook een mevrouw die het water bij de incastern van gras en wier ontdoet.
Omdat opa een beetje bang is voor de krokodil gaan we
naar de nieuwe vijver van de roze pelikaan. Pelikanen leven altijd in groepen
en als ze op jacht gaan naar vis dan zwemmen ze bij elkaar, omsingelen de
school vissen en vissen ze dan op met hun grote snavel. Ze happen tegelijk veel
water mee. Terwijl de vis in de grote keelzak verdwijnt loopt het water uit de
snavel.
In de bomen rond de vijver staan allemaal reigers. Mijn
opa kent het verschil tussen een reiger en een kwak niet en hij wijst een kwak
aan als hij mij iets over reigers wil vertellen. Oké hij heeft een klein beetje
gelijk, want de kwak behoort tot de reigerfamilie. In ons land komt de kwak
niet meer in het wild voor, maar hier in Artis staat nog een echte nachtjager
tussen de takken.
Vlakbij staat de Alpensteenbok en daar zijn nog niet zo
lang geleden kinderen geboren. En die zitten allemaal al op de rotsen. Die
kunnen nog beter klimmen dan ik. Een babymens moet alles eerst leren, maar de
babysteenbokjes kunnen meteen klimmen, vertel ik opa. Als ze zich niet meteen in
veiligheid kunnen brengen door op rotsen te klimmen blijven er weinig in leven,
want dan zijn ze een heel makkelijke prooi voor hun vijanden. Opa denkt dat ik
zoiets verzin, maar dat heb ik lekker geleerd op school en op filmpjes. Dan
zijn die toch nog ergens goed voor.
Ik laat mijn opa nog allerlei beesten zien en omdat die
man altijd honger heeft stel ik voor dat we iets gaan eten. Een croissantje
voor hem en zelf neem ik iets gezonds; een lekkere koek en een soort cupcake
maar dan met chocola. Omdat opa na het eten alles op tafel wil achterlaten ruim
ik de rommel maar op, plastic bij plastic, glas in een krat en de rest bij het
restafval. ‘Dat weet je goed Yari’, zegt mijn opa. Nou dat hoeft hij mij echt
niet te leren. Hij weet het niet, maar ik vind dat heel gewoon hoor.
Om die oude man een beetje te ontzien ga ik na het eten in
de speeltuin spelen, lekker klimmen en uitrazen. En ik ben niet de enige die
speelt. Dat doen de zeeleeuwen in Artis ook. Je kunt vader zeeleeuw al van ver
horen, die maakt een partij herrie.
Dat komt omdat hij trots is dat er een baby is geboren,
maar de mama laat hem er niet dichtbij. De mama is bang dat die grote zeeleeuw het
kindje iets wil aandoen. Ik vind dat wel goed van die mama dat zij haar kind zo
beschermt. Nou weet ik ook meteen waarom babykinderen in een wiegje worden
gelegd en in een kinderwagen, omdat die nog niet meteen kunnen lopen en toch
ook bescherming nodig hebben.
Een bezoek aan Artis zonder even langs te zijn geweest
bij de Afrikaanse pinguïn is niet mogelijk, want dan doe ik mijn oma verdriet.
In hetzelfde hok zijn ook een paar Jan van Genten, dat zijn heel grote vogels.
Opa is een beetje verliefd op de blauwe ogen van die vogel, maar knipogen
willen ze niet. Het vrouwtje is ook veel te druk en zit op een nest.
Een bezoek aan de zeepaardjes weet ik te voorkomen door
de roggen en de haaien te paaien, te klieren over kwallen en door te huppelen.
Niet als een meisje, maar over stenen die in het water liggen. Door dat snel te
doen voorkom ik dat Opa IJsbeer ook over die stenen wil lopen. Ik kan jullie
wel vertellen dat is echt geen gezicht. Alleen als hij het water valt dan…
Over één beest wil ik het vandaag nog hebben. Dat is over
een dier met een slurf. Nou welk dier? ‘Een olifant’, raadt opa. ‘Fout.’ Het
gaat over de tapir die een kleine slurf heeft en de jonge tapirs hebben
strepen. Geinig hè.
Het wordt tijd om terug te gaan naar Almere. Opa is flink
moe en zit te gapen in de trein. Ik laat hem daarom maar even met rust. In
Almere sleur ik hem mee door het centrum naar het NK, dat betekent Nederlands Kampioenschap,
kersenpittenspuwen. Dat wordt vandaag en morgen gehouden. Toevallig weet ik dat
daar ook ijs wordt verkocht en natuurlijk krijg ik daar een ijsje. Met twee
bolletjes.
Die is op als we bij de Brouwerstraat hoek Zadelmakerstraat komen. Daar staat
een bandje met opa’s en een oma muziek te maken en te zingen. No Ego en voor
opa wil ik daar wel even langs. Nee die muziek vind ik niet mooi, maar hij wel
en geloof het of niet hij staat echt een paar minuten te swingen. Alleen jammer
voor hem dat ze Summertime niet spelen terwijl hij staat te luisteren.
Met de bus rijden we het laatste stukje en omdat ik zo
goed op opa heb gepast krijg ik vanavond pannenkoeken. Die kan oma heel goed
bakken. Misschien doet ze dat voor jullie ook wel een keer. Soms maakt zij ze
voor mij met appel, maar daar heb ik vandaag geen zin in.
Als beloning krijgt oma van mij een flinke knuffel. En
opa? Nou niet dus, die heb ik met een dagje Artis al genoeg plezier gedaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten