Donderdag 11 april
2019
‘Opa, Opa IJsbeer wanneer ga je weer eens mee naar Artis?’
Echt waar; weken, maanden lang heb ik gesoebat om hem mee te krijgen. Maar
iedere keer heeft hij weer een ander vaag verhaal waarom we niet gaan. Op
vrijdag kan het nooit omdat hij dan mijn broer Yari uit school moet halen. Die
komt om half een uit en we moeten alweer terug naar huis om hem te halen als we
net in Artis zijn. Dus dat is niet slim. Een andere keer loopt hij eerst een
tijdje te ijsberen en vertelt dan dat er een leeuw is ontsnapt of dat de treinen
net zo langzaam rijden als een schildpad loopt en weer een andere keer is er
iets met mieren, maar daarover zegt hij vervolgens niets meer.
Maar vandaag kan hij er mooi niet meer onderuit. Want het
is donderdag en dan hoeft hij ook mijn broer niet uit school te halen. Die is
om kwart over drie vrij en gaat dan naar judo. Geen excuses dus, geen
verzinsels. Hij probeert het nog wel met dat het spoor naar Amsterdam zoek is,
maar oma Tineke moet ook naar Amsterdam met de trein, dus weet ik dat dit niet
klopt. En dan eindelijk trekt hij zijn rode schoentjes aan, doet een rugzak op
zijn rug en dan gaan we naar de bushalte.
We moeten een paar minuten wachten en rijden dan naar
Stad, waar de trein al staat te wachten. Onderweg zie ik vanuit de trein koeien
in de wei en zwanen, een molen, bruggen en heel veel treinen. Maar dan zijn we
al in Amsterdam en daarna rijden we nog een klein stukje met de tram voor we
bij Artis zijn. En wie daar wel eens is geweest weet ook dat de oppasser heel
belangrijk is en ervoor zorgt dat de runderen en de ezel zich gedragen als ze
bij de kamelen zijn. Zal ik jullie een geheimpje verklappen. Kamelen zijn
familie van de dromedaris. En weten jullie hoe je ze uit elkaar kunt houden?
Nou? Gewoon de bulten tellen. Als ze er twee hebben is het een kameel.
Het liefst loop ik meteen door naar de krokodillen, maar
omdat Opa IJsbeer daar bang voor is gaan we eerst maar naar de Vliegende hond
kijken. Meestal zijn die overdag heel lui, want het zijn echte nachtdieren, dan
kun je ze alleen maar zien hangen aan het dak. Daarom hebben ze ook een nepperd
opgehangen, zodat je het kopje kan zien. Maar vandaag hebben we geluk en is er
eentje heel actief, maakt met zijn mond de veren van de vleugels schoon.
Volgens mij kan hij beter onder een douche gaan als hij die schoon wil maken en
ze dan spreiden zodat ze in de wind kunnen drogen. Net zoals een aalscholver.
Opa blijft maar uitstellen met naar de krokodil te gaan.
De ene keer wijst hij naar een python en dan weer naar een varaan, of een
bijzondere hagedis, die verstoppertje speelt met de oppasser die water in een
vijver spuit. Mij houdt hij niet voor de gek hoor. Ik heb hem wel gespot in een
buis. Nee echt waar: ik ben al drie jaar en word dit jaar vier, laat dus niet
met mij spotten.
Daarom laat ik mij ook niets op de mouw spelden. De
mensen van Artis zeggen dat er geen krokodil is en proberen mij iedere keer te
vertellen dat er een onechte gaviaal in het water ligt. Nou ik weet wel beter
en ben niet voor niets de kleinzoon van mijn opa; lekker eigenwijs dus.
Speciaal voor mij steekt Krokie de krokodil zijn kop boven water en geeft mij
gelijk.
Er wordt gewerkt aan een nieuw gebied voor de
slingerapen, maar het gebied van de lemuren mogen we wel in en daar zitten en
lopen rode vari’s. Die zijn soms heel brutaal en komen dan heel dicht bij je.
Ik wil er wel een aaien, maar dat mag niet van Opa IJsbeer. Flauw hoor. En als
de oppasser opa nog eens gelijk geeft dan beginnen die apen ineens te brullen
met zijn allen. Die zijn het er duidelijk niet mee eens. Die willen wel geaaid
worden.
Als het dan toch niet mag, ga ik naar de olifanten. Maar
eerst een krentenbol en een pakje drinken. Die heb ik niet voor niets
meegenomen. Nou ja, ik… Daar heb ik mijn opa voor meegenomen, want die man moet
toch ook iets te doen hebben. En zien eten doet eten, dus gaat ook de kleine olifant
eten, drinken bij zijn moeder.
Op de steppe komen de zebra en de giraffe ons een
bezoekje brengen. Nieuwsgierig dat ze zijn. Ze mogen ons wel geld toegeven want
in plaats dat wij naar die dieren kijken, kijken ze mooi naar ons. Een giraffe
buigt zelfs zijn lange nek om maar niets te missen.
Op weg naar de speeltuin gaan we nog even bij de pauwen
kijken. Die zitten in een kooi met de gieren. Dat lijkt mij geen goed idee,
want die grote vale vogels hebben heel grote klauwen en nagels en heel scherpe
snavels, daar kunnen ze heel goed vlees van een lichaam scheuren. Hoe ik dat
weet, nou ik heb eronder gestaan en heb het heel goed kunnen zien.
Maar opa zegt dat de pauw niet bang hoeft te zijn, want
de gieren vallen geen levende vogels en dieren aan. Nou ik weet het niet en
denk dat Opa IJsbeer weer eens een eigen verhaaltje verzint en denkt dat ik
alles geloof. Opa vertel mij dan maar eens waarom die pauw zijn staart helemaal
uitzet. Ik denk dat hij dat doet omdat hij een beetje bang is. Wat denken
jullie heb ik niet een beetje gelijk.
Opa vindt het goed dat ik een tijdje ga spelen. Er is een
echt toffe speeltuin met touwladders en glijbanen en een wip. Hier mogen alleen
kinderen tot en met twaalf jaar spelen. Gianny volgend jaar mag jij daar dus
niet meer spelen en die grote jongens die de kleintjes bijna onder de voet
lopen mogen daar dus ook niet komen. Ik heb nog even naar een oppasser gezocht,
maar omdat die daar niet te zien is, gaan wij maar weer verder.
Spelen kan ik ook bij de zeeleeuwen. En niet alleen bij
ook met hen. Zij zwemmen heel snel langs de ramen en ik doe net alsof ze mij
willen pakken. En duik dan naar beneden zodat ze mij niet kunnen zien. En er zijn
drie meisjes die met mij mee doen.
Spelen doen ook de apen. Daar zijn het ook apen voor. Die
hebben nu eenmaal apenstreken. Zeker als ze verstoppertje spelen. Een aap moet
de andere apen zoeken en moet tellen. Hij blijft tellen en wacht net zolang tot
de andere apen tevoorschijn komen. Slim hè. Je kunt heus nog wel iets van de
dieren leren, ga dat de volgende keer ook maar doen bij het verstoppertje
spelen.
Ondertussen heb ik ook de gorilla’s gezien en de
gorillababy. Lief dat die andere apen voor dat kindje zijn. Hij zit zo lekker
bij zijn mama, dat doe ik ook hoor, bij mijn mama en soms ook bij oma Tineke.
Maar ja die is er vandaag niet bij, dus moet ik het doen met de brede
ijsberenborst van mijn opa.
Hij neemt mij daarna mee naar Ina pinguïn, die heel
parmantig voor de andere pinguïns uitloopt. Je kunt ook heel goed zien dat de
oppassers bij hen een bandje om een vleugel hebben gedaan, zodat ze niet
wegvliegen. Dat wil ik ook niet, want dan kan ik er een volgende keer niet meer
heen.
Zij zitten trouwens vlakbij het aquarium. En daar ga ik
uiteraard nog even bij de haai kijken, maar ook bij Goldie de goudvis. Gelukkig
dat die niet alleen in een kom rondjes hoeft te zwemmen, maar een grotere bak heeft
en met heel veel vriendjes en vriendinnetjes kan zwemmen.
En zo kan ik nog wel even doorgaan. Bij de haai zwemt ook
een rog en Garibaldi. Die is leuk joh en helemaal niet bang voor de haaien. Hij
heeft net zo’n mooie kleur als de goudvissen en verdwijnt zo nu en dan in een
buis en dan komt-ie er aan de andere kant weer uit.
De kwallen heb ik helaas niet kunnen vinden, wel anemonen
en voor Opa IJsbeer zijn we ook nog even bij de zeepaardjes gaan kijken. Een
van de mannetjes is zwanger en binnenkort zijn er dus weer heel veel jonge
zeepaardjes te zien. Spannend hoor.
Zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Bij ons in Almere
zijn ook reigers, maar hier heb ik er heel veel dicht bij elkaar zien staan.
Een van die reigers heeft een visje gevangen en de andere reigers en de meeuwen
proberen dat visje af te pakken. Dat vind ik niet goed. Laten ze zelf een visje
gaan vangen. Alhoewel? Dat is eigenlijk ook wel zielig. Opa IJsbeer vertelt mij
echter dat ik dat helemaal niet zielig hoef te vinden. ‘Daeley zo is de natuur.
De reigers moeten ook eten, net zoals jij.’
In Artis heb je niet alleen heel veel dieren, maar ook
mooie bloemen. En ik mag die niet eens plukken voor mijn mama of oma.
Omdat opa steeds vaker zit te gapen zeg ik dat we maar
naar huis moeten gaan. Opa vindt dat ook een goed idee en samen wandelen we
naar de tram, gaan daarna me de trein en tenslotte ook nog een stukje met de
bus. En als ik dan bij Opa IJsbeer thuis ben, in de Faunabuurt, ben ik ook best
een beetje moe. Maar niet verder vertellen hoor.
Opa IJsbeer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten