Na onze eerste dochter willen wij ook graag een tweede kind en gelukkig raakt Tineke weer zwanger. Meiden!, waar Irish coffee niet goed voor is.
Het is weer een spannende tijd, anders dan de eerste keer. Totaal anders. Alleen al omdat Tineke ditmaal niet in het ziekenhuis zal bevallen, maar thuis. En er is er al een, een nieuwsgierig Aagje. Die moet uiteraard worden voorbereid op de komst van een broertje of zusje. Want het blijft tot het laatst toe ongewis wat het wordt. Willen we ook niet weten.

Het is voor Tineke ook een emotionele tijd, vanwege het overlijden van haar grootmoeder, haar moeder die geopereerd moet worden, haar grootvader die in het ziekenhuis belandt. En dat allemaal in een tijdsbestek van een paar maanden. In januari hoor ik bovendien dat Breemer Voering vermoedelijk zijn tent moet sluiten. Aan het eind van die maand gebeurt dat inderdaad. En sta ik op straat.
In mei kan Tineke met Alie Zunnenberg mee naar Vlieland en die rust doet haar goed. Ze denkt veel na, maar kan zich ook ontspannen.
De toekomstige wereldbewoner roert zich ondertussen flink. Een schoppertje! Een voetballertje misschien?
De kinderkamer wordt in juni in orde gemaakt. Naomi bemoeit zich overal mee, gaat mee naar de verloskundige. Hoort het hartje slaan.
Ik ben nerveus, onzeker. Gaat het allemaal wel goed. Als er iets gebeurt, dan kan ik Tineke niet snel wegbrengen. Ik heb geen rijbewijs.

De bevalling gaat snel. Alie is er bij. Weer veel emoties. Tineke wil de kleur haar weten . Opnieuw een dochter. Hartstikke blij.
Raema = de donder. En die naam past in figuurlijke zin bij haar. Naomi komt om het hoekje kijken. Vol bewondering kijkt ze naar het natte kopje. Tineke krijgt een ‘schaar’ in haar handen geduwd en mag de laatste lijfelijke verbinding verbreken.
Ik word kraamvader omdat ik nog steeds geen werk heb.Officieel geen werk. Maar daarover meer in het volgende hoofdstuk.


Raema is een kind voor jazzballet, zwemmen leert ze in Almere Haven (vroeg ingeschreven, zodat de wachtlijst met een gerust hart kan worden uitgezeten) en gaat paardrijden.
Na de lagere school komt ze in een zogenoemde i-klas terecht op Het Baken in Almere Stad, waar ze heel veel wordt gepest. Vanwege haar liefhebberij voor paarden plaatsen wij haar op het Groenhorst College in Lelystad. Als ze een keuze moet maken tussen dierenverzorging en de ‘groene vingers kant’ kiest Raema voor het laatste. Daar leert ze mosterdzaadzaadjes zaaien.
Na haar diploma kiest de jongste voor een zorgopleiding op het ROC Flevoland en na stage gelopen te hebben bij ouderen kan ze bij Sherpa gaan werken, in Baarn. Met verstandelijk gehandicapten. Vanwege het reizen, gaat ze daar intern.
Raema hoort gij de Gothic-scene. Ik heb daar geen moeite mee, maar wel met een deel van de uiterlijke uitstraling. Ik heb het dan over de zwarte lippen en de zwart opgemaakte ogen; waarin ik de dood zie en soms ook hakenkruizen. Daar wil ik niets van weten. En dat zeg ik ook. Piercings vind ik niet mooi, evenals die zware halsbanden. Maar daar kan ik nog wel mee leven.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten