De codebreker
De vraag naar meer
en meer is dikwijls gesteld
confuus reageer ik hierop
omdat woorden op bestelling
duidelijk lastig zijn
en misschien nog wel
belangrijker niet willen
rijmen met wat ik wens
edoch oms laat ik mij niet
kennen voldoe aan vraag
en antwoord met enkel
razendsnel bijeengeraapte zinnen
31 augustus 2009
30 augustus 2009
29 augustus 2009
Herfst
Nee, het gaat niet om
Makkers staakt uw wild geraas
wel is het
De wind waait door de bomen
Dode takjes hebben hierdoor
geen schijn van kans
bladeren vallen eveneens
Onder de bomen
kleurt het geel en bruin
De kalender houdt het
nog op augustus
maar wie door
bossen of parken wandelt
spreekt al over de herfst
Nee, het gaat niet om
Makkers staakt uw wild geraas
wel is het
De wind waait door de bomen
Dode takjes hebben hierdoor
geen schijn van kans
bladeren vallen eveneens
Onder de bomen
kleurt het geel en bruin
De kalender houdt het
nog op augustus
maar wie door
bossen of parken wandelt
spreekt al over de herfst
28 augustus 2009
27 augustus 2009
26 augustus 2009
De laatste trein
De trein en het station
zijn
een ware inspiratiebron
voor schrijver en fotograaf
Reizigers
weten zich bespied
slenteren
langzaam
heen en weer
of
leunen tegen een pilaar
Tot er uit de luidsprekers klinkt:
De trein naar Almere Centraal
heeft een vertraging
van een kwartier
een half uur
De eerstvolgende trein
vertrekt morgen
Ik wrijf de slaap
uit mijn ogen
De laatste trein
verrek - vertrekt
De trein en het station
zijn
een ware inspiratiebron
voor schrijver en fotograaf
Reizigers
weten zich bespied
slenteren
langzaam
heen en weer
of
leunen tegen een pilaar
Tot er uit de luidsprekers klinkt:
De trein naar Almere Centraal
heeft een vertraging
van een kwartier
een half uur
De eerstvolgende trein
vertrekt morgen
Ik wrijf de slaap
uit mijn ogen
De laatste trein
verrek - vertrekt
25 augustus 2009
23 augustus 2009
21 augustus 2009
20 augustus 2009
Mooi Twente
De titel van dit stuk is overduidelijk. Daar zal ik heel veel mensen een plezier mee doen. Toch is het niet mijn intentie om mensen te kriebelen. Evenmin is het de bedoeling om mensen bewust te kwetsen. Mensen die aanstoot nemen aan mijn gekrabbel.
Dit stuk is ontstaan na een weekendje logeren in Vasse. Deze krabbel is derhalve een vervolg op ‘De ballonvaart’. Ontstaan in mijn geest, in mijn herinneringen en met gebruikmaking van gegevens die ik gehoord en gelezen heb.
Het begint op de boerderij van Louk en Nel in Vasse. Een woonboerderij, buiten de bebouwde kom. Midden in de natuur. Een plek om tot rust te komen.
Op deze manier verwoord:
De titel van dit stuk is overduidelijk. Daar zal ik heel veel mensen een plezier mee doen. Toch is het niet mijn intentie om mensen te kriebelen. Evenmin is het de bedoeling om mensen bewust te kwetsen. Mensen die aanstoot nemen aan mijn gekrabbel.
De tuin
De zondagsrust
op het platte land
De tuin
de vormgegeven
coniferen
Het vogelnestje
in de berkenboom
fruitbomen
aan de rand
kippen tokkend
in het struikgewas
De duif koert even
De haas wipt over
De vlinder dartelt
in de wind
De poes lui
op de tafel
op het terras
Het gazon
verbleekt in
de zomerzon
De hoop groeit
als de mol
zijn kop opsteekt
Zo, dat vult natuurlijk snel. Dat is niet de bedoeling maar louter en alleen een eerbetoon, aan dit prachtige plekje tussen Vasse en Reutum.
Een bezoek aan het dorp stellen we uit tot een volgend bezoek? Want het is zeker de moeite waard, deze omgeving vaker te bezoeken; te ontdekken. Samen met nog enkele dorpen en enkele buurtschappen behoort Vasse tot de gemeente Tubbergen. Vasse ligt in een gebied waar diverse grafheuvels te vinden zijn. Het bekendste is het Vasser Grafveld, dat uit twintig grafheuvels bestaat. Tussen de 2.500 en 4.000 jaar oud.
Wij komen wel door Vasse, fietsend, hardhollend (Tineke) en met de auto.
Maar zoals gezegd een echt bezoek laten we achterwege. Bezoeken doen we wel Ootmarsum. Louk en ik eerst op een wel heel bijzondere manier. Terwijl Tineke haar conditie op peil houdt, maken wij zaterdagmorgen een ritje in de Rolls Royce van Louk, daterend uit 1930. Louk is de derde eigenaar en zuinig op zijn brede monster, die zelf absoluut niet zuinig is en een liter brandstof opslurpt tijdens iedere twee kilometer.
Maar goed het is heel leuk om met zo’n wagen te rijden. Met zo’n wagen gezien te worden. En dat doe je ook inderdaad. Als je door de smalle straatjes van Ootmarsum rijdt.
Mensen stoten elkaar aan. Het ontbreekt eraan dat er naar ons wordt gezwaaid. En dat wij terugzwaaien.
Toch nog een krabbeltje dan maar:
De zondagsrust
op het platte land
De tuin
de vormgegeven
coniferen
Het vogelnestje
in de berkenboom
fruitbomen
aan de rand
kippen tokkend
in het struikgewas
De duif koert even
De haas wipt over
De vlinder dartelt
in de wind
De poes lui
op de tafel
op het terras
Het gazon
verbleekt in
de zomerzon
De hoop groeit
als de mol
zijn kop opsteekt
Zo, dat vult natuurlijk snel. Dat is niet de bedoeling maar louter en alleen een eerbetoon, aan dit prachtige plekje tussen Vasse en Reutum.
Wij komen wel door Vasse, fietsend, hardhollend (Tineke) en met de auto.
Maar goed het is heel leuk om met zo’n wagen te rijden. Met zo’n wagen gezien te worden. En dat doe je ook inderdaad. Als je door de smalle straatjes van Ootmarsum rijdt.
Toch nog een krabbeltje dan maar:
Rolls Royce
Een ommetje maken
door de Marke van Vasse
en door naar Ootmarsum
door de smalle straten
Het past ook maar net
de hoorn klinkt heel schor
We hebben bekijks
de mensen staan stil
Ik voel mij de Koning
in die oude Rolls Royce
Ootmarsum is in 2001 onder andere met Denekamp gefuseerd tot de gemeente Overdinkel. Wij keren daar ’s middags met zijn vieren terug. Maar ondanks dat het niet langer zelfstandig is blijft het voor de bewoners wel een stad, waaraan zo rond 1300 stadsrechten zijn verleend. Een stad waarin de Spanjaarden zich tijdens de Tachtigjarige Oorlog vestigden en waaruit ze door Prins Maurits in 1597 zijn verdreven. Het stadje heeft niet geprofiteerd van de industriële revolutie, het bleef de akkerbouw trouw. Toch is er tegenwoordig een industrie ontstaan: de toeristenindustrie. En vernoemenswaardig daarbij is de kunstindustrie, want zo mag je dat best noemen.
Ootmarsum herbergt diverse kunstenaars, die zich bezighouden met schilderen, beeldhouwen en of glasbewerken. Soms zelfs een combinatie. En die heb ik het over kunst die niets te maken heeft met het werk van Jacob van Ruisendaal (1628-1682), die in Ootmarsum heeft gewerkt. De bekendste hedendaagse kunstenaar is Ton Schulten, die een eigen museum heeft. Zijn huidige schilderijen kenmerken zich door vlakken met vrolijke kleuren. Maar wel zeer commercieel. Ach, ook hij moet leven. Anderen hanteren een visie die raakvlakken met zijn productie hebben.
Behalve het museum van Ton Scholten zijn er een onderwijsmuseum een centrum voor tijdmeetkunde en een openluchtmuseum – Lös Hoes – gevestigd. Ook zijn er diverse galerieën gevestigd en zijn er bedrijfjes die zich gestort hebben op de aan- en verkoop van oude sieraden.
In de open ruimtes van de stad staan talloze beelden opgesteld, zoals de siepeltrekster, een verwijzing naar de bijnaam van de stad: Siepelstad.
Een ander beeld is de Poaskearls, voor de HH Simon en Judaskerk. Die Poaskearls horen bij een eeuwenoude paastraditie, waarbij de bewoners vlöggeln. Hand in hand lopen zij in een lange rij door de stad en zelfs door enkele horecagelegenheden zingend naar het marktplein, waar bij herhaling twee paasliedjes worden gezongen. Tot besluit worden de kinderen opgetild, waarmee de herrijzenis van Jes wordt gesymboliseerd. Bij die stoet gaan de Poaskearls voorop. De voorste rookt een dikke sigaar. ’s Avonds steken zij vervolgens het paasvuur aan.
De Poaskearls bestaan nog steeds. Het zijn acht mannen, ongetrouwd. Jong ook, hoewel soms een oudere er graag bij zou willen horen. De samenstelling van de groep wijzigt ieder jaar. De leden zijn vier jaar lid. De oudste twee haken na Pasen af en de resterende zes zoeken er vervolgens twee nieuwelingen bij, die op Goede Vrijdag worden voorgesteld. Behalve het ongetrouwd zijn, moeten de leden ook geboren en getogen zijn in Ootmarsum.
De omgeving leent zich uitstekend voor het maken van een wandeling of fietstocht. Na een heerlijk ontbijt doen wij dat laatste. We vertrekken rond het middaguur, waarbij Louk ons gidst. Over boerenweggetjes en fietspaden. Langs de state van de broers Schröder, bekend uit de hippische springsport. We rijden langs de Kroezeboom, een van de oudste loofbomen van het land.
Angstvallig bijeengehouden door ijzeren pennen. Ernaast een katholieke gedenkplaats, ditmaal uit 1944, Religieuze uitingen kom je hier in de omgeving veel tegen. Merendeels met een katholieke achtergrond, want dit gebied eert als vanouds de paus.
Ooit was er ook een levendige Joodse gemeenschap, maar die groep is nog maar heel klein.
Wij rijden door naar het Kanaal van Almelo naar Nordhorn, dat we enige tijd volgen.
Ooit voeren hier trekschuiten door dit kanaal. Er is nog een sluis over. Met een flink verval. Bij de Fleringersluis maken we een stop.
Louk en ik geniete van ijs. Boerenijs dat net na ons arriveert en nog ijzig koud is. Tijd om op te stappen en ons weer warm te trappen. Bovendien houden we het niet droog. Het begint te miezeren en gaat, als we terug zijn bij de boerderij van Louk en Nel over in een kort buitje.
Één ding wil ik nog wel verklappen. Terwijl ik deze letters wegtik, zit ik weer te genieten.
Een ommetje maken
door de Marke van Vasse
en door naar Ootmarsum
door de smalle straten
Het past ook maar net
de hoorn klinkt heel schor
We hebben bekijks
de mensen staan stil
Ik voel mij de Koning
in die oude Rolls Royce
In de open ruimtes van de stad staan talloze beelden opgesteld, zoals de siepeltrekster, een verwijzing naar de bijnaam van de stad: Siepelstad.
De omgeving leent zich uitstekend voor het maken van een wandeling of fietstocht. Na een heerlijk ontbijt doen wij dat laatste. We vertrekken rond het middaguur, waarbij Louk ons gidst. Over boerenweggetjes en fietspaden. Langs de state van de broers Schröder, bekend uit de hippische springsport. We rijden langs de Kroezeboom, een van de oudste loofbomen van het land.
Wij rijden door naar het Kanaal van Almelo naar Nordhorn, dat we enige tijd volgen.
Één ding wil ik nog wel verklappen. Terwijl ik deze letters wegtik, zit ik weer te genieten.
19 augustus 2009
De ballonvaart
Ik ga ver terug in de tijd. En maak daarna al weer snel een grote hink, noem het voor mij part maar een tussenlanding en vervolgens een sprong naar het heden. En uiteraard komen er ook nog wat rustpunten, tussendoortjes dus en een fikse terugblik. Al met al is het een verhaal voor mijn verjaardag.
Maar eerst naar mijn jeugd. Hoog in de lucht vliegt een ballon. Richting het dorp, Huizen. Geen aandacht meer voor de bal. Ik ren naar huis en pak mijn fiets. Er achteraan. De Meent op, het gemeenschappelijke weiland. Racen, tot de ballon is geland.
Dan kruipen er een paar waaghalzen uit het mandje. Dat wil ik ook. Oh lieve heer, laat mij een keer in mijn leven meevliegen, meevaren.
De tijd verstrijkt. Jaren later. De wens komt uit. Ik mag mee omhoog. Voor een verhaal voor het Dagblad, het Dagblad van Almere. Het is zomertijd en de regioverslaggevers hebben er geen zin in. Het komt hen niet goed uit. Niemand heeft er bovendien behoefte aan om met de burgemeester van Almere van gedachten te wisselen in de lucht. Dus mag de sportverslaggever.
Helaas het komt er niet van. Te veel wind. De burgemeester laat zich bovendien niet zien. De ballon wordt nog wel even uitgepakt, maar de vrees dat de wind niet gaat liggen komt wel uit. Met windkracht acht kun je echt de lucht niet in. Het hele festijn gaat niet door.
En zo verstrijken de jaren. Word je ieder jaar een jaartje ouder. Niet dat daar veel aandacht aan wordt besteed. Al een jaar of dertig niet meer. Vooral door mij niet. Dat is het voor- of nadeel (iedereen mag dat voor zichzelf invullen) van in juli of augustus, in mijn geval, jarig zijn. Dan zijn vrienden en familieleden vaak nog op vakantie, gaat jouw geboortedag aan iedereen voorbij. Dus waarom zou je het nog vieren. Dat betekent uiteraard ook geen cadeautjes. Dit jaar heeft Tineke besloten in het geniep toch enige aandacht aan mijn geboortedag (in 1952, iedereen mag dat best weten) te besteden. Ze heeft een weekendje gepland bij Nel, een voormalige buurvrouw die met haar Louk in Vasse woont. Vasse? Ja, dat valt onder Tubbergen en dat ligt weer onder de rook van Almelo. Louk is een veelzijdig man en is onder andere als vrijwilliger betrokken bij het bedrijf van de ballonvaarder Rien Jurg.
Tineke is al eens vaker in Vasse geweest. En ik mag dit keer mee, moet mee en mag niets zeggen. Geen nee zeggen. Ja, wat doe je dan? Dan laat je alleen maar een ballonnetje op. En (ver)raadt daarmee al het geheim. Jammer? Misschien wel. Zo zit ik nu eenmaal in elkaar en daarmee moeten we met zijn allen maar zien te leven.
Vrijdag de achtste is het zover. De dag dat we naar Twente rijden. De dag voor de vuurdoop. Als het weer meezit althans. Want met regen gaat het niet door en, zoals al gemeld, een teveel aan wind is ook dodelijk. Louk controleert regelmatig een weersite, die aangeeft dat de wind uit het zuiden blaast. En regen wordt er niet verwacht. De wolken spreken echter andere taal. De computer laat zich niet van de wijs brengen en we houden het droog.
Dus kunnen we tegen zessen naar Hengelo afreizen. Daar staat de hal van Rien Jurg, die zijn bedrijf in 1983 heeft opgericht en de laatste jaren zich vooral gericht heeft op het bedrijfsleven. Er zijn ongeveer veertig ballonnen, die overigens niet allemaal operationeel zijn. Die ballonnen worden gevaren door een gekwalificeerde ballonvaarder en worden op de grond gevolgd door een team van al net zo ervaren mensen, die helpen bij het opbouwen van de ballon, het opstijgen maar ook bij de landing en het opruimen behulpzaam zijn. Zo’n team werkt iedere keer weer in een andere samenstelling. De samenstelling van het team staat op een bord geschreven in de hal. Zodat iedereen weet, wie er bij wie hoort, op die dag.
Ik ga met Louk naar de hal en stel me voor.
René Elgersma is onze ballonvaarder. En Marjolein het andere teamlid. Daarna help ik mee met de voorbereidingen. Sjouwen, tillen dat soort werk. Voor je de lucht in kan moet er namelijk nog veel gebeuren. In de hal staan gasflessen klaar. Flessen van 45 of 60 liter. Volle flessen, lege flessen. Die moeten worden ingeladen in de aanhangwagen. In ons geval drie van zestig en een van 45 liter.
En als alles in de kar zit, zorgvuldig gecheckt door de piloot, kunnen we met een busje op weg naar Oldenzaal, naar recreatieterrein Het Hulsbeek. Daar wachten ook de overige luchtreizigers van PH-DTT, zoals de ballon officieel heet. Daar wachten ook Nel en Tineke. In de ballonvaartwereld is Het Hulsbeek een bekend vertrekpunt. Hier wordt deze maand ook Twente Ballooning, een groot ballonspektakel, gehouden.
Die avond stijgen van deze locatie maar liefst vijf ballonnen op. Behalve het door Tubantia gesponsorde rode gevaarte waarmee wij de lucht in gaan, ook nog een promotieballon voor Rien Jurg zelf.
De aanhangwagen voor onze ballon wordt leeggemaakt, het mandje opgebouwd, de ballon uitgerold en als het mandje op zijn kant ligt, kan het vullen beginnen.
In de ballon gespoten door twee branders met de kracht van zo’n 20.000 gaspitten. De ballon bolt meer en meer en dan komt het moment dat de mand rechtop moet worden gezet. René geeft de laatste aanwijzingen. En niet veel later mogen wij, de passagiers, er ook in. Naast René, die zijn eigen veilige bewegingsruimte heeft. Van de passagiers sta ik er als eerste in en zoek een plekje vooraan. Dat kan niemand mij meer afnemen.
Voor we omhoog gaan, worden we flink door elkaar geschud.
Tineke is even bang dat er te veel gewicht omhoog getild moet worden en dat ik niet mee mag. Ik ben immers de zwaarste van het stel. En zij heeft mij iets te licht ingeschat. Twee van de passagiers hebben bovendien helemaal geen gewicht (opgegeven). Maar aan het geschud komt uiteindelijk toch een eind. De ballon verheft zich, vliegt over een paar vijvers en gaat dan richting zuidoosten.
Jammer dat het niet helemaal helder is. Waardoor het zicht beperkt blijft. Maar desondanks is het een bijzondere beleving. Het clubhuis van een golfclub glijdt onder ons voorbij. Opvallend hoeveel paarden hier worden gehouden. Twente is zeker geen arme streek, dat kun je uit de lucht wel zien. Bij een boerderij wordt een feestje gevierd.
Met luchtkussens voor de kinderen.
Paarden draven mee en op een akker is het gewas deels platgeslagen. Waardoor? Is hier een ballon geland?
De hoogte van de ballon is te regelen. Maar voor de rest zijn we grotendeels afhankelijk van de weersomstandigheden.
We glippen langs Glanerbrug. De contouren van de vervallen fabriekshallen van een voormalig textielbedrijf tekenen zich duidelijk af. Bijna ongemerkt glijden we de Duitse grens over. De volgers van de blauwe Rien Jurgballon, die iets voor ons is opgestegen, zie ik regelmatig voor en naast ons rijden. Van onze volgers geen spoor. Tot ineens rechts van ons, daar staat de bus met een hele rits auto’s erachter.
René is dan al op zoek naar een landingsplaats. Een pas gemaaid stuk land of een akker, waar het gewas net af is. Net voorbij een paar imposante driebladige windmolens bij Epe ligt de landingsplaats, waar hij naar heeft uitgekeken. Hij meldt dat tweemaal via de radio aan de volgers. Via een frequentie die open staat voor de kleine luchtvaart.
Onze volgers horen hem niet. Maar Louk heeft het in de gaten en leidt de colonne naar de akker, waar ze aankomen terwijl onze mand door de toppen van de bomen raast. Ik kan de zwiepende takken nog net ontwijken.
We huppelen over de akker, schuren over de grond en dan staat het gevaarte stil.
Louk heeft razendsnel contact met de boer. Die heeft een paar dagen eerder zelf met het bedrijf van Jurg gevlogen en vindt het machtig interessant dat er nu een ballon op zijn landje landt. Nee, hij vindt het niet erg dat de auto naar het mandje rijdt, om de spullen binnen te hijsen. Bovendien krijgt hij van het ballonbedrijf ook nog een geschenkenpakket.
Wij wachten ondertussen rustig onze beurt af.
Nee, we mogen er niet meteen uit, want dat zou betekenen dat de mand een stuk lichter is en weer opstijgt, met alle gevaar van dien. Pas nadat René ons toestemming heeft gegeven, mogen wij de vaste grond onder onze voeten kussen. Eigenlijk heeft niemand daar behoefte aan. Dat laten we maar aan de paus over.En dan wordt het voor ons ook weer tijd om de handen uit de mouwen te steken, want er moet nog van alles gebeuren. Alles moet worden losgekoppeld, de resterende lucht wordt uit de ballon geperst en die wordt samengerold en in een opbergzak gestopt. Klaar voor de volgende vlucht.
Voor ons is het feest nog niet afgelopen.
Zo vertelt René de geschiedenis van het ballonvaren.
Het is een uitvinding van de Franse broers Montgolfier, afkomstig uit Annonay, vlakbij Lyon. Joseph Montgolfier ziet op een dag de ballonrok van zijn vrouw opbollen door warme lucht van het haardvuur waar de rok hing te drogen. De papierfabrikanten zagen nieuwe mogelijkheden voor hun product. En begonnen te bouwen. Het van papier en lichte stof vervaardigde exemplaar steeg inderdaad op toen deze boven een open vuur werd gehouden.Op 19 september 1783 werd een demonstratie gegeven voor koning Lodewijk XVI. Nee, de broers stapten niet zelf in een mandje. Onder de ballon hing een kooi met daarin een schaap, een eend en een haan. Daarna was het de tijd om mensen te vervoeren: misdadigers als proefkonijn en aristocraten omdat zij het avontuur niet schuwden.
Het tijdvak van de ballonvaart was begonnen. Datzelfde jaar, 1783, werden in Nederland ook de eerste pogingen ondernomen. De Fransman Blanchard organiseerde twee jaar later in Den Haag de eerste echte bemande vlucht in ons land. Pas op 29 augustus 1804 slaagt Hopman erin met een in ons land vervaardigde ballon op te stijgen, in Rotterdam.
De ballonnen zijn in de loop der jaren voor meerdere doeleinden gebruikt en waren zelfs enige tijd een geducht wapen in oorlogen. Tegenwoordig is het vooral een recreatieve en commerciële happening, want er moet wel betaald worden. Zo’n vlucht is niet goedkoop.
Krijgen de eerste dappere luchtballonvaarders het stuk land toegewezen waarover ze vlogen, tegenwoordig kan dat niet meer. Niet alleen zijn er te veel vluchten, maar ook worden er grotere afstanden afgelegd dan toen. En tenslotte, dat mag zeker niet onvermeld blijven, de uitvoerder van de ballonvaart is geen eigenaar van het de lap grond waarover is gevlogen. Desondanks worden de passagiers symbolisch in de adelstand verheven. Zo heet ik sinds zaterdagavond Hertog Erik van Hulsbeek tot Epe.
Hertog Erik? Inderdaad een lichte verspreking.
Met dank aan Louk, Nel en Tineke. De laatste twee hebben vanaf de grond veel foto's gemaakt.
Ik ga ver terug in de tijd. En maak daarna al weer snel een grote hink, noem het voor mij part maar een tussenlanding en vervolgens een sprong naar het heden. En uiteraard komen er ook nog wat rustpunten, tussendoortjes dus en een fikse terugblik. Al met al is het een verhaal voor mijn verjaardag.
Maar eerst naar mijn jeugd. Hoog in de lucht vliegt een ballon. Richting het dorp, Huizen. Geen aandacht meer voor de bal. Ik ren naar huis en pak mijn fiets. Er achteraan. De Meent op, het gemeenschappelijke weiland. Racen, tot de ballon is geland.
Helaas het komt er niet van. Te veel wind. De burgemeester laat zich bovendien niet zien. De ballon wordt nog wel even uitgepakt, maar de vrees dat de wind niet gaat liggen komt wel uit. Met windkracht acht kun je echt de lucht niet in. Het hele festijn gaat niet door.
Ik ga met Louk naar de hal en stel me voor.
De aanhangwagen voor onze ballon wordt leeggemaakt, het mandje opgebouwd, de ballon uitgerold en als het mandje op zijn kant ligt, kan het vullen beginnen.
Voor we omhoog gaan, worden we flink door elkaar geschud.
De hoogte van de ballon is te regelen. Maar voor de rest zijn we grotendeels afhankelijk van de weersomstandigheden.
We glippen langs Glanerbrug. De contouren van de vervallen fabriekshallen van een voormalig textielbedrijf tekenen zich duidelijk af. Bijna ongemerkt glijden we de Duitse grens over. De volgers van de blauwe Rien Jurgballon, die iets voor ons is opgestegen, zie ik regelmatig voor en naast ons rijden. Van onze volgers geen spoor. Tot ineens rechts van ons, daar staat de bus met een hele rits auto’s erachter.
René is dan al op zoek naar een landingsplaats. Een pas gemaaid stuk land of een akker, waar het gewas net af is. Net voorbij een paar imposante driebladige windmolens bij Epe ligt de landingsplaats, waar hij naar heeft uitgekeken. Hij meldt dat tweemaal via de radio aan de volgers. Via een frequentie die open staat voor de kleine luchtvaart.
Louk heeft razendsnel contact met de boer. Die heeft een paar dagen eerder zelf met het bedrijf van Jurg gevlogen en vindt het machtig interessant dat er nu een ballon op zijn landje landt. Nee, hij vindt het niet erg dat de auto naar het mandje rijdt, om de spullen binnen te hijsen. Bovendien krijgt hij van het ballonbedrijf ook nog een geschenkenpakket.
Wij wachten ondertussen rustig onze beurt af.
Voor ons is het feest nog niet afgelopen.
Het is een uitvinding van de Franse broers Montgolfier, afkomstig uit Annonay, vlakbij Lyon. Joseph Montgolfier ziet op een dag de ballonrok van zijn vrouw opbollen door warme lucht van het haardvuur waar de rok hing te drogen. De papierfabrikanten zagen nieuwe mogelijkheden voor hun product. En begonnen te bouwen. Het van papier en lichte stof vervaardigde exemplaar steeg inderdaad op toen deze boven een open vuur werd gehouden.Op 19 september 1783 werd een demonstratie gegeven voor koning Lodewijk XVI. Nee, de broers stapten niet zelf in een mandje. Onder de ballon hing een kooi met daarin een schaap, een eend en een haan. Daarna was het de tijd om mensen te vervoeren: misdadigers als proefkonijn en aristocraten omdat zij het avontuur niet schuwden.
Het tijdvak van de ballonvaart was begonnen. Datzelfde jaar, 1783, werden in Nederland ook de eerste pogingen ondernomen. De Fransman Blanchard organiseerde twee jaar later in Den Haag de eerste echte bemande vlucht in ons land. Pas op 29 augustus 1804 slaagt Hopman erin met een in ons land vervaardigde ballon op te stijgen, in Rotterdam.
Krijgen de eerste dappere luchtballonvaarders het stuk land toegewezen waarover ze vlogen, tegenwoordig kan dat niet meer. Niet alleen zijn er te veel vluchten, maar ook worden er grotere afstanden afgelegd dan toen. En tenslotte, dat mag zeker niet onvermeld blijven, de uitvoerder van de ballonvaart is geen eigenaar van het de lap grond waarover is gevlogen. Desondanks worden de passagiers symbolisch in de adelstand verheven. Zo heet ik sinds zaterdagavond Hertog Erik van Hulsbeek tot Epe.
Met dank aan Louk, Nel en Tineke. De laatste twee hebben vanaf de grond veel foto's gemaakt.
18 augustus 2009
17 augustus 2009
16 augustus 2009
Wispelturig
Ik wil het wel
en doe het niet
ik pak de fiets
maar ga toch lopen
De telefoon gaat
ik neem niet op
maar luister wel
de voicemail af
Ik ben te zwaar
dat weet ik zelf
maar weiger er
iets aan te doen
De televisie staat
weer aan en ik
lees ondertussen
een spannend boek
De nacht is voor
het slapen gaan
toch duik ik veel
te laat erin
Ze noemen mij
stronteigenwijs en
zo wispelturig
als het weer
Ik wil het wel
en doe het niet
ik pak de fiets
maar ga toch lopen
De telefoon gaat
ik neem niet op
maar luister wel
de voicemail af
Ik ben te zwaar
dat weet ik zelf
maar weiger er
iets aan te doen
De televisie staat
weer aan en ik
lees ondertussen
een spannend boek
De nacht is voor
het slapen gaan
toch duik ik veel
te laat erin
Ze noemen mij
stronteigenwijs en
zo wispelturig
als het weer
15 augustus 2009
14 augustus 2009
Steun en toeverlaat
Twee voeten
stevig op de
grond geplant
Mijn arm ligt om
haar schouder
Zij hoort bij mij
en ik bij haar
Zij is mijn steun
en toeverlaat
Wie aan haar
komt moet eerst
langs mij. Zo
hebben wij dat
afgesproken
Natuurlijk
is er strijd
vallen er soms
harde woorden
Toch zijn wij aan
elkaar verknocht
Al ruim 35 jaar
Twee voeten
stevig op de
grond geplant
Mijn arm ligt om
haar schouder
Zij hoort bij mij
en ik bij haar
Zij is mijn steun
en toeverlaat
Wie aan haar
komt moet eerst
langs mij. Zo
hebben wij dat
afgesproken
Natuurlijk
is er strijd
vallen er soms
harde woorden
Toch zijn wij aan
elkaar verknocht
Al ruim 35 jaar
13 augustus 2009
12 augustus 2009
11 augustus 2009
9 augustus 2009
7 augustus 2009
Fladder
Ik word verrast
zo vroeg op de
vrijdagmorgen
door een vlucht
van aalscholvers
Ze gaan van west
naar oost daar waar
veel minder
water is. In
een lange sliert
Tege de wind
in breekt de vlucht
een plukje doet
wanhopig poging
om maar bij te blijven
Groepjes zwerven
uit, haken aan.
Een solist fladdert
op grote afstand
er achteraan
Ik vraag me af
hebben wielrenners
het waaierrijden
van de vogels
afgekeken
Ik word verrast
zo vroeg op de
vrijdagmorgen
door een vlucht
van aalscholvers
Ze gaan van west
naar oost daar waar
veel minder
water is. In
een lange sliert
Tege de wind
in breekt de vlucht
een plukje doet
wanhopig poging
om maar bij te blijven
Groepjes zwerven
uit, haken aan.
Een solist fladdert
op grote afstand
er achteraan
Ik vraag me af
hebben wielrenners
het waaierrijden
van de vogels
afgekeken
6 augustus 2009
5 augustus 2009
4 augustus 2009
3 augustus 2009
Abonneren op:
Posts (Atom)