Onze Koningin
Nederland kleurt Oranje
't is vandaag weer feest
de vlag in top hoezee
voor onze Koningin
Het moet mooier
het moet groter
en een echt defilé
voor onze Koningin
Een gek
doden en gewonden
verbijstering, ook
bij onze Koningin
Het is een grote schande
Nederland in rouw
de vlaggen halfstof, ook
bij onze Koningin
30 april 2009
28 april 2009
Het gevecht
Nog een joint
veel jolijt
en dan naar huis
Te snel
Te laat
Een klap
die ene klap
Fataal
De pijn
De pijn in het hoofd
De pijn in het hart
De pijn in het lijf
De pijn bij de achterblijvers
De pijn die iedereen zien mag
gaat de hele wereld rond
Toch is er ook liefde
Liefde in het hart
Liefde voor de achterblijvers
Liefde voor nieuw leven
Maar de pijn
die eeuwige pijn maakt
dat de liefde geen ruimte krijgt
ruimte om zich verder te ontplooien
De liefde, al dat moois
beperkt zich tot een kleine kring
Nog een joint
veel jolijt
en dan naar huis
Te snel
Te laat
Een klap
die ene klap
Fataal
De pijn
De pijn in het hoofd
De pijn in het hart
De pijn in het lijf
De pijn bij de achterblijvers
De pijn die iedereen zien mag
gaat de hele wereld rond
Toch is er ook liefde
Liefde in het hart
Liefde voor de achterblijvers
Liefde voor nieuw leven
Maar de pijn
die eeuwige pijn maakt
dat de liefde geen ruimte krijgt
ruimte om zich verder te ontplooien
De liefde, al dat moois
beperkt zich tot een kleine kring
27 april 2009
Expeditie schater
Het heeft heel lang geduurd voor ik thuis – en ook elders – een bad durfde te nemen. Dat is allemaal terug te leiden naar mijn onbezorgde jeugd. Naar dat ene moment in zwembad De Sijsjesberg. Het openluchtzwembad in Huizen. De dag van de eerste zwemles. Ik had geen enkele angst voor water en sprong zo het diepe in, want ik ging immers zwemmen. Tja, er was gelukkig een oplettende badmeester die mij van de bodem haalde, want anders had niemand dit stukje kunnen lezen.
Met mij en water is het nooit meer goed gekomen. De zwemlessen werden een krijspartij. Steeds erger, tot mijn ouders me van zwemles hebben gehaald. Zwemmen heb ik daarna zelf geleerd. Nee niet echt goed, maar ik kan me redden. Maar wel met een gebruiksaanwijzing. Die heb ik mezelf opgeplakt. Met koeienletters, zodat mijn naaste omgeving er rekening mee kan houden.
Tijdens het zwemmen – of drijven – mag er namelijk niemand in mijn buurt komen, want anders slaat de angst weer toe en raak ik in paniek. Ja, als ik kan staan in het zwembad of in zee, dan is er niets aan de hand. Hoewel, toch heb ik liever niet dat er iemand onverwacht in mijn buurt komt als ik aan het zwemmen ben.
Als ik niet stevig met twee benen op het beton ben verankerd, met twee voeten in het zand sta ingegraven.
Niet iets om als opa ijsbeer trots op te zijn. Een ijsbeer die bang is voor water? Waar kom je die tegen? Maar het is nu eenmaal de realiteit en ik heb ermee leren leven.
Ik kan me daarom ook heel goed indenken dat mijn kleinzoon Gianny een bloedhekel heeft om onder de douche te gaan staan. Al die harde waterstralen over zijn gezicht. En daar dan lekker in proestend schudden, zoals een echte ijsbeer de spetters van zich afschudt. Vraag dat maar aan Naomi, die weet er alles van.
Ook mijn kleinzoon heb ik meegenomen onder de natte druppels uit de douchekop, maar voorlopig heeft hij nog steeds veel ontzag voor dat water. En een vrolijke douchepartij, daar moeten we nog even op wachten. De angst om met het badwater weggegooid te worden, is gelukkig verdwenen.
Toch heeft het wel een tijdje geduurd voor expeditie schater – in het bad - ook maar ene kans van slagen had. Zijn zwemlessen hebben daar uiteraard toe bijgedragen. En mijn gunstige inbreng is volledig te verwaarlozen. Die eer zal ik nooit opstrijken. Maar mag ik daarom niet genieten?
Genieten van die momenten waarop Gianny zijn lach laat zien, laat horen. Zoals vanmorgen.
Gaat Gianny mee onder de douche? Bij dat woord slaat de stress al bijna toe. Zijn harde ‘nee’ laat ieder vraagteken acuut verdwijnen.
Gaat Gianny mee in bad? Die vraag had ik meteen moeten stellen. Een lichte aarzeling en dan ‘ja’.
Mamoe laat het bad vollopen en legt een washandje, een bal en een spons klaar. Ik kleed de kleine man uit tot op zijn ijsberenkleinzoonvelletje en zet hem in een zwaai in bad. Zachtjes zakt hij door zijn knieën, zijn billetjes toetsen de doorlaatbaarheid van het warme water. Een aarzeling, dan recht overeind. Dit is niet wat hij wil.Maar na enige drang gaat hij zitten, wordt hij in een zittende houding geplaatst. En dan!
Een vrije vertaling van Herman van Veen: spetter, spatter, spater. Gianny is niet bang voor water. Zijn ruggetje, armpjes, beentjes worden ingezeept met babyshampo. De spons uitgeknepen boven zijn hoofd.
Nee geen brulpartij. Genieten, schateren.
Met het washandje kun je gooien en in het water slaan. De bal geeft ook al van die fantastische spatten. Zitten, schuiven, kruipen, staan. Allemaal in de gevulde badkuip.
‘Popa bal, Popa doekje.’
Het klinkt misschien dwingend, maar het is het niet. Het is vertederend.
De spetters vliegen om mijn oren. Mijn T-shirt is bijna net zo nat als Gianny’s velletje. De tegels van de badkamer, worden vochtig en vervolgens echt nat. Het spel gaat door tot, het water zijn warmte verliest. Voor Gianny kippenvelvelletje krijgt.
Hij wordt uit bad getild.
Ja, en dat wil hij eigenlijk niet. Wie had dat nou gedacht.
Het heeft heel lang geduurd voor ik thuis – en ook elders – een bad durfde te nemen. Dat is allemaal terug te leiden naar mijn onbezorgde jeugd. Naar dat ene moment in zwembad De Sijsjesberg. Het openluchtzwembad in Huizen. De dag van de eerste zwemles. Ik had geen enkele angst voor water en sprong zo het diepe in, want ik ging immers zwemmen. Tja, er was gelukkig een oplettende badmeester die mij van de bodem haalde, want anders had niemand dit stukje kunnen lezen.

Tijdens het zwemmen – of drijven – mag er namelijk niemand in mijn buurt komen, want anders slaat de angst weer toe en raak ik in paniek. Ja, als ik kan staan in het zwembad of in zee, dan is er niets aan de hand. Hoewel, toch heb ik liever niet dat er iemand onverwacht in mijn buurt komt als ik aan het zwemmen ben.

Niet iets om als opa ijsbeer trots op te zijn. Een ijsbeer die bang is voor water? Waar kom je die tegen? Maar het is nu eenmaal de realiteit en ik heb ermee leren leven.
Ik kan me daarom ook heel goed indenken dat mijn kleinzoon Gianny een bloedhekel heeft om onder de douche te gaan staan. Al die harde waterstralen over zijn gezicht. En daar dan lekker in proestend schudden, zoals een echte ijsbeer de spetters van zich afschudt. Vraag dat maar aan Naomi, die weet er alles van.

Toch heeft het wel een tijdje geduurd voor expeditie schater – in het bad - ook maar ene kans van slagen had. Zijn zwemlessen hebben daar uiteraard toe bijgedragen. En mijn gunstige inbreng is volledig te verwaarlozen. Die eer zal ik nooit opstrijken. Maar mag ik daarom niet genieten?
Genieten van die momenten waarop Gianny zijn lach laat zien, laat horen. Zoals vanmorgen.
Gaat Gianny mee onder de douche? Bij dat woord slaat de stress al bijna toe. Zijn harde ‘nee’ laat ieder vraagteken acuut verdwijnen.
Gaat Gianny mee in bad? Die vraag had ik meteen moeten stellen. Een lichte aarzeling en dan ‘ja’.
Mamoe laat het bad vollopen en legt een washandje, een bal en een spons klaar. Ik kleed de kleine man uit tot op zijn ijsberenkleinzoonvelletje en zet hem in een zwaai in bad. Zachtjes zakt hij door zijn knieën, zijn billetjes toetsen de doorlaatbaarheid van het warme water. Een aarzeling, dan recht overeind. Dit is niet wat hij wil.Maar na enige drang gaat hij zitten, wordt hij in een zittende houding geplaatst. En dan!
Een vrije vertaling van Herman van Veen: spetter, spatter, spater. Gianny is niet bang voor water. Zijn ruggetje, armpjes, beentjes worden ingezeept met babyshampo. De spons uitgeknepen boven zijn hoofd.
Met het washandje kun je gooien en in het water slaan. De bal geeft ook al van die fantastische spatten. Zitten, schuiven, kruipen, staan. Allemaal in de gevulde badkuip.
‘Popa bal, Popa doekje.’
De spetters vliegen om mijn oren. Mijn T-shirt is bijna net zo nat als Gianny’s velletje. De tegels van de badkamer, worden vochtig en vervolgens echt nat. Het spel gaat door tot, het water zijn warmte verliest. Voor Gianny kippenvelvelletje krijgt.
Ja, en dat wil hij eigenlijk niet. Wie had dat nou gedacht.
26 april 2009
24 april 2009
Geniet
De mopperende fietser
ziet niets van de natuur
Al mokkend zit hij krom
gebogen over zijn stuur
Hij scheldt op alle honden
los en aan de riem
Zelfs een hartelijk goedemorgen
maakt hem al overstuur
Een goede raad voor
deze onvriendelijke man
Smoor snel alle boze
gedachten in de kiem
En geniet van alles
zolang het nog kan
De mopperende fietser
ziet niets van de natuur
Al mokkend zit hij krom
gebogen over zijn stuur
Hij scheldt op alle honden
los en aan de riem
Zelfs een hartelijk goedemorgen
maakt hem al overstuur
Een goede raad voor
deze onvriendelijke man
Smoor snel alle boze
gedachten in de kiem
En geniet van alles
zolang het nog kan
22 april 2009
20 april 2009
18 april 2009
Rode rozen
Twee zachte armen
uitgestrekte handen
boek tussen de vingers
ver van hier aan
rand van de bossen
om even bij te praten
om even bij te komen
weg van de waan
van iedere dag
Eenzame nachten
kilte om mij heen
geen lijf in bed
om te verwarmen
geen bol om te aaien
geen ruzietoon
geen troostende mond
wel rode rozen voor
als je thuis komt
Twee zachte armen
uitgestrekte handen
boek tussen de vingers
ver van hier aan
rand van de bossen
om even bij te praten
om even bij te komen
weg van de waan
van iedere dag
Eenzame nachten
kilte om mij heen
geen lijf in bed
om te verwarmen
geen bol om te aaien
geen ruzietoon
geen troostende mond
wel rode rozen voor
als je thuis komt
17 april 2009
16 april 2009
14 april 2009
12 april 2009
Een eitje
Als kind genoot ik er enorm van om met Pasen naar mijn grootouders in Doorn te gaan. Dan mochten wij eieren zoeken en rapen. Dat is ook niet zo vreemd eigenlijk dat rapen, want mijn opa en oma van Maanen hadden zelf kippen. Daarnaast hadden ze overigens ook varkens en ome Wous, altijd ongetrouwd gebleven, hield zich bezig met het kweken van pietjes, ja kanariepietjes, van die gele vogeltjes.
Soms zaten er trouwens witte of oranje exemplaren tussen, dan had hij gerommeld met het voer.
Dat houden van die beesten kon allemaal heel goed, want ze woonden helemaal vrij, in het bos aan de Fleslaan.
Helaas, het huis is afgebroken dus kan ik mijn kinderen dat huis niet laten zien en de Fleslaan? Die bestaat alleen nog op oude ansichtkaarten.
Terug naar de eieren. Dat rapen deden we in de ren en uit de speciale legkistjes. Het zoeken in de uitgebreide moestuin, want eind jaren vijftig – van de vorige eeuw – werden er voor ons met Pasen witte en bruine eieren in de tuin verstopt.
Zo’n dertig jaar later, liet ik het zoeken van eieren aan onze kinderen over. Die mochten de eieren zoeken in onze tuin en in het hofje waarin we toen aan de Middenhof in Almere woonden.
Het waren meestal geschilderde eieren, een creatie van mijn drie meiden. Dat eizoeken is bij ons vervolgens in de vergetelheid geraakt.
Tot afgelopen week. Toen kreeg ik – opa IJsbeer - onverwacht een krabbel op mijn hyvespagina van Gianny, mijn kleinzoon. ‘Hoi opa !! Gaan we zondag samen paaseitjes zoeken?? Kussies van mij.’
Ja, dan moet je natuurlijk wel. Of is het zoeken toch vooral bestemd voor...
Maar goed eerst even terug naar Pasen, dan herdenken de Christenen dat Jezus voor hen is gestorven aan het kruis en vervolgens na drie dagen is herrezen. Voor die tijd, voor dat de christelijke gebruiken hier doordrongen, was er ook al een soort Pasen, een feest van opstanding. Alleen heette het toen nog gewoon Lentefeest, vooral ter ere van de zon. Misschien moeten we die naam er maar weer aan geven, dan zijn we meteen ook van een hoop geruzie af. In de lente ontkiemt het leven, verschijnt er bloesem aan de bomen. De natuur komt tot leven. Een van de symbolen van de vruchtbaarheid is het ei. Volgens verhalen werden ruim voor de geboorte van Christus door de boeren eieren begraven om de akkers vruchtbaar te maken. Dat gebeurt weliswaar niet meer, maar verstopt worden de eieren nog steeds wel.
De paasrituelen kunnen per streek of land verschillen, maar bijna overal is er wel een vorm te vinden van paaseieren, die verstopt, uitgedeeld of verzameld worden.
Op eerste Paasdag ga ik samen met Tineke dus naar Gianny. Martin en Naomi hebben een brunch verzorgd, met zoete en hartige broodjes, croissantjes en paasbrood of is het een kerstbrood of toch pinksterbrood. Nou laat maar. Verder zijn er miniragoutbakjes, diverse soorten kazen, paasworst, kruidenboter, thee koffie, sapjes en melk.
Oh, ik zal ongetwijfeld iets vergeten, want er stond zoveel op tafel. Echt te veel om op te noemen. Ik zal er nog een ding uithalen: chocolaatjes. Daarnaast staan er op een kast talloze paasversieringen. Ze hebben er echt werk van gemaakt.
Gianny heeft dan allang een rondje door de tuin gemaakt en heeft dus een flinke voorsprong genomen op opa ijsbeer, die absoluut geen idee heeft waar hij al die verstopte eitjes moet zoeken. En als opa er dan al een heeft gevonden, dan is hij zo dom, zo dom zodat hij zijn kleinzoon de kans geeft om er weer een te scoren.
Gianny is vervolgens het braafste jongetje van de klas en begint niet meteen overal van te snoepen, nee hij levert ze braaf in bij mamoe. Al snel ontstaat er een bergje paaseieren..
Echt overal haalt hij ze vandaan. Tussen de planten, in het raamkozijn en in zijn speelhuis.
Nee, in het vogelhuisje zit niets. Maar wel op een lamp. En weer rent Gianny met zijn buit naar mamoe toe.
Een beetje jaloers word ik daar wel van en bedenk ineens: misschien zitten er ook wel eitjes in de helmkoffer van mijn scooter. Daar past vast een heel groot ei in. Maar nee hoor, geen ei in mijn koffer. Gianny wil dat voor alle zekerheid ook nog even onderzoeken en snuffelt door de koffer.
En dan ineens, ineens zie ik hem. Dat maakt mijn dag helemaal goed. Wie ik zie? Nou de paashaas, die al die eitjes heeft gebracht.
Ik schrik er eerst wel een beetje van, maar begin dan te glunderen. Dat geeft Gianny de gelegenheid om zich over de paashaas te ontfermen en de laatste eitjes van de dag in te pikken. Trots bezorgt hij ze bij zijn oma, die als beloning met hem op de wip gaat.
En hoe ik me voel? Nou als het eitje van de dag.
Als kind genoot ik er enorm van om met Pasen naar mijn grootouders in Doorn te gaan. Dan mochten wij eieren zoeken en rapen. Dat is ook niet zo vreemd eigenlijk dat rapen, want mijn opa en oma van Maanen hadden zelf kippen. Daarnaast hadden ze overigens ook varkens en ome Wous, altijd ongetrouwd gebleven, hield zich bezig met het kweken van pietjes, ja kanariepietjes, van die gele vogeltjes.

Dat houden van die beesten kon allemaal heel goed, want ze woonden helemaal vrij, in het bos aan de Fleslaan.

Terug naar de eieren. Dat rapen deden we in de ren en uit de speciale legkistjes. Het zoeken in de uitgebreide moestuin, want eind jaren vijftig – van de vorige eeuw – werden er voor ons met Pasen witte en bruine eieren in de tuin verstopt.
Zo’n dertig jaar later, liet ik het zoeken van eieren aan onze kinderen over. Die mochten de eieren zoeken in onze tuin en in het hofje waarin we toen aan de Middenhof in Almere woonden.

Tot afgelopen week. Toen kreeg ik – opa IJsbeer - onverwacht een krabbel op mijn hyvespagina van Gianny, mijn kleinzoon. ‘Hoi opa !! Gaan we zondag samen paaseitjes zoeken?? Kussies van mij.’
Maar goed eerst even terug naar Pasen, dan herdenken de Christenen dat Jezus voor hen is gestorven aan het kruis en vervolgens na drie dagen is herrezen. Voor die tijd, voor dat de christelijke gebruiken hier doordrongen, was er ook al een soort Pasen, een feest van opstanding. Alleen heette het toen nog gewoon Lentefeest, vooral ter ere van de zon. Misschien moeten we die naam er maar weer aan geven, dan zijn we meteen ook van een hoop geruzie af. In de lente ontkiemt het leven, verschijnt er bloesem aan de bomen. De natuur komt tot leven. Een van de symbolen van de vruchtbaarheid is het ei. Volgens verhalen werden ruim voor de geboorte van Christus door de boeren eieren begraven om de akkers vruchtbaar te maken. Dat gebeurt weliswaar niet meer, maar verstopt worden de eieren nog steeds wel.
De paasrituelen kunnen per streek of land verschillen, maar bijna overal is er wel een vorm te vinden van paaseieren, die verstopt, uitgedeeld of verzameld worden.
Echt overal haalt hij ze vandaan. Tussen de planten, in het raamkozijn en in zijn speelhuis.
En dan ineens, ineens zie ik hem. Dat maakt mijn dag helemaal goed. Wie ik zie? Nou de paashaas, die al die eitjes heeft gebracht.
11 april 2009
Pineut
Loom genietend
in het voorjaar
op een bankje van
de late middagzon
Onzichtbare ogen
verborgen achter
zonnebrilglazen
weerstaan de
waterschittering
Achter haar rug
stapelende
donkere wolken
voorspellen
niet veel goeds
Mijn camera klikt
bliksem in de
verte rollende
donder echoot
over het water
De overhaastige
automobilist
rijdt huiswaarts
zwaar de pineut want
driemaal geflitst
Loom genietend
in het voorjaar
op een bankje van
de late middagzon
Onzichtbare ogen
verborgen achter
zonnebrilglazen
weerstaan de
waterschittering
Achter haar rug
stapelende
donkere wolken
voorspellen
niet veel goeds
Mijn camera klikt
bliksem in de
verte rollende
donder echoot
over het water
De overhaastige
automobilist
rijdt huiswaarts
zwaar de pineut want
driemaal geflitst
10 april 2009
8 april 2009
6 april 2009
Aaibaar
Tussen de redelijk deftige Landgoederenbuurt en de veel gewonere Bouwmeesterbuurt ligt het groene Poldervlak. Voorlopig weer even gered. De intentie om door dit groene gebied een tweede ontsluitingsweg – van Stad naar Buiten - aan te leggen is van de baan. Voorlopig van de baan, want wat de toekomst ons nog brengt weten we niet.
Tussen de redelijk deftige Landgoederenbuurt en de veel gewonere Bouwmeesterbuurt ligt het groene Poldervlak. Voorlopig weer even gered. De intentie om door dit groene gebied een tweede ontsluitingsweg – van Stad naar Buiten - aan te leggen is van de baan. Voorlopig van de baan, want wat de toekomst ons nog brengt weten we niet.
Nee het is geen verwijzingsbord naar de vlindertuin, waar ook straks talloze libelles worden herboren. Het is een aardewerkbord. Kennelijk heeft hier iemand een deel van zijn servies gedeponeerd. ‘Oh, dit is de derde al’, zegt de dankbare Landgoederenbuurtman.
Zijn aandacht gaat daarna uit naar de wipkip. Die bestaat nog steeds; en in tegenstelling tot op het geveerde diertje mag Gianny hier wel op zitten.
Onze ontdekkingstocht gaat langs de sierkippen en hanen, naar de pony, waar hij van Tineke uit de buurt moet blijven. Daar moet opa IJsbeer maar verder opletten, want mamoe pakt haar training weer op en verdwijnt al snel uit zicht.
3 april 2009
Weer
Nee, ik ben geen weerdeskundige, werk niet bij het KNMI, ben dus geen weerman, laat staan een weervrouw en wie mij voor een weerwolf houdt, heeft mij nog nooit goed bekeken.
Nee niet weer een uitgebreid verhaal. Gewoon zomaar weer een tussendoortje in een klein kwartiertje weggetikt. Over het weer, dat toch echt geen weer is. Alweer niet.
Maar goed niet afdwalen; het weer is alweer geen weer. Nee, ik zeur niet over het weer en het is ook geen geklaag, ik som slechts feiten op.
De temperaturen liggen weer ver boven het gemiddelde van deze tijd van het jaar. Op het strand van Blaricum lagen de eerste mensen alweer te bakken. Wel weer een beetje vroeg. Of ze het water ook weer in zijn geweest? Misschien weer met hun grote teen. Maar ik ben doorgesjeed en heb het ze weer niet gevraagd. Stom natuurlijk want dan had ik hier weer iets te vertellen.
Nu beperk ik me maar weer tot de tuin, het terrein van Tineke. Na een dag werken is die wel weer even aan wat rust toe en zij heeft zich daarom weer achter in de tuin genesteld. Terwijl ik weer eens een eenpansgerecht in elkaar frutsel geniet zij van de laatste stralen zon.
Waarna we weer heerlijk ontspannen van onze eerste buitenmaaltijd van dit jaar genieten.
Na het ondergaan van de zon, gaat devuurkorf weer aan en die geeft zoveel warmte af, dat zij het nog wel weer een uurtje vol weet te houden. Terwijl dit weerverhaal op het net verschijnt, zit zij nog buiten en geniet weer van de merels, die weer volop hun riedel laten horen.
Abonneren op:
Posts (Atom)