Op twee derde van de schoolvakantie vindt de moeder van Yari het tijd worden dat haar oudste zoon wat extra geschiedenislessen krijgt en wie zoekt zij daarvoor uit? Die vraag is toch niet zo moeilijk, die kan Yari zelfs beantwoorden zonder erover na te hoeven denken: Opa IJsbeer. Want die man is inmiddels bijna zelf een stukje geschiedenis.
Nu is het zo dat ik zelf ook wel het een en ander weet, dat geef ik grif toe en laat hem dat ook merken als hij op mijn verzoek uitlegt waar het boek ‘Haar goede hand’ over gaat. Dan komt vanzelf het vroegere Nederlands-Indië ter sprake en de vrijheidsstrijd van de bevolking. Dat Amerika toen Nederland in de steek heeft gelaten vertel ik hem.
Ieder volk heeft recht op zijn eigen vrijheid, zo heb ik al geleerd, maar dan houdt opa mij een spiegel voor. Waarom mogen de Molukkers dan van de rest van de wereld geen eigen land hebben terwijl zij immers wel de Republik Maluku Selatan hebben uitgeroepen. Opa heeft zelf nog een tijdje in een team met Molukkers gevolleybald dus hij kent een deel van hun verhalen.
Geldt hetzelfde niet voor het voormalige Nederlands-Nieuw-Guinea? De oorspronkelijke bewoners van dat land wilden helemaal niet bij Indonesië horen. Maar onder druk van de internationale gemeenschap moest Nederland dat deel toch aan Indonesië afstaan terwijl de bewoners veel liever onafhankelijk wilden worden.
Allemaal lessen die ik leer omdat Opa IJsbeer een boek leest. En hoe dat komt? Omdat er letters op papier gedrukt kunnen worden. Eeuwenlang is Laurens Janszoon Coster als uitvinder van de boekdrukkunst beschouwd. Onderzoekers hebben echter vastgesteld dat niet de toen in Haarlem gevestigde Coster maar Johannes Gutenberg uit Mainz de eerste boekdrukker was. Mogelijk was Coster wel de eerste Nederlandse drukker. Feit is dat hij naderhand een eigen beeld heeft gekregen. In Haarlem dus.
Daarin staat hij niet alleen. Wat weet u bijvoorbeeld van een kenau. Ik zal dat vertellen Dat is een bazige, onvriendelijke vrouw, maar vroeger… En dan zijn we weer teruggekeerd bij de geschiedenislessen. Kenau Simonsdochter Hasselaer. Deze vrouw was vooral houthandelaarster in Haarlem en later ook in Arnemuiden, maar zij duikt ook op in verzetsverhalen tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Feit is dat zij regelmatig procedeerde tegen ‘haar’ stad Haarlem over betalingen. Pas na haar dood werd het geld, van door haar aan Haarlem geleverd hout, aan haar erfgenamen uitbetaald.
Wel leeft haar naam nog voort. In het Kenaupark staat een ander beeld voor daadwerkelijk een heldin: Jo ‘Jopie’ Schaft. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte zij de schuilnaam Hannie en zo kennen de meeste mensen haar, maar ook als het ‘Meisje met het rode haar’, die zich aansloot bij een communistische verzetsgroep en diverse aanslagen pleegde tegen de Duitse bezetter en hun hulpjes. Drie weken voor het einde van de oorlog werd zij toch nog doodgeschoten. Zielig hè.
Zo kent de geschiedenis veel verhalen en iedere tijdsbeeld heeft zo zijn eigen geschiedenis. Zo weet ik bijvoorbeeld dat in de Jura de triceratops leefde. Opa IJsbeer gelooft daar niets van, want die denkt dat de Jura een gebergte is in Europa en deze dinosoort leefde toch echt in Amerika. Toevallig weet ik echter dat Jura ook een tijdperk is vlak voor het Krijt, het tijdvak waarin de dinosaurussen mogelijk zijn uitgestorven.
De bevestiging wordt geleverd in het Teylersmuseum waar een lezing wordt gehouden over de ontdekking van de restanten van een kudde triceratopsen en daar sleep ik die man mee naartoe want toevallig weet ik alles over dinosaurussen, nou ja bijna alles.
Mijn opa is zelf een omnivoor en denkt dat de triceratops net zoals alle dinosaurussen ook vleeseters zijn. Hij zegt nota bene dat ze kleine kinderen opeten. Hoe verzint die man dat. Naar mij luistert hij niet, maar Anne Schulp legt hem en een hoop anderen geduldig uit dat triceratopsen vegetariërs zijn.
Het duurt echt even voor dat bij hem indaalt. Hij doet nog een poging om zijn gelijk te krijgen maar als ik Vrouwe Justitia erbij haal moet hij toch wel toegeven dat er enige waarheid schuilt in mijn woorden en in die van Anne.
En als ik dan eindelijk zover ben dat ik denk hij is overtuigd, dan bedenkt hij weer iets anders. Spiegelt mij weer een van zijn domme grapjes voor waar niemand om kan lachen. Vind je het gek dat ik aan het einde van de dag mijn hoofd kwijt raak?
Opa IJsbeer