15 augustus 2024

Hoe Yari zijn hoofd verliest

 Op twee derde van de schoolvakantie vindt de moeder van Yari het tijd worden dat haar oudste zoon wat extra geschiedenislessen krijgt en wie zoekt zij daarvoor uit? Die vraag is toch niet zo moeilijk, die kan Yari zelfs beantwoorden zonder erover na te hoeven denken: Opa IJsbeer. Want die man is inmiddels bijna zelf een stukje geschiedenis.


Nu is het zo dat ik zelf ook wel het een en ander weet, dat geef ik grif toe en laat hem dat ook merken als hij op mijn verzoek uitlegt waar het boek ‘Haar goede hand’ over gaat. Dan komt vanzelf het vroegere Nederlands-Indië ter sprake en de vrijheidsstrijd van de bevolking. Dat Amerika toen Nederland in de steek heeft gelaten vertel ik hem.


Ieder volk heeft recht op zijn eigen vrijheid, zo heb ik al geleerd, maar dan houdt opa mij een spiegel voor. Waarom mogen de Molukkers dan van de rest van de wereld geen eigen land hebben terwijl zij immers wel de Republik Maluku Selatan hebben uitgeroepen. Opa heeft zelf nog een tijdje in een team met Molukkers gevolleybald dus hij kent een deel van hun verhalen.


Geldt hetzelfde niet voor het voormalige Nederlands-Nieuw-Guinea? De oorspronkelijke bewoners van dat land wilden helemaal niet bij Indonesië horen. Maar onder druk van de internationale gemeenschap moest Nederland dat deel toch aan Indonesië afstaan terwijl de bewoners veel liever onafhankelijk wilden worden.


Allemaal lessen die ik leer omdat Opa IJsbeer een boek leest. En hoe dat komt? Omdat er letters op papier gedrukt kunnen worden. Eeuwenlang is Laurens Janszoon Coster als uitvinder van de boekdrukkunst beschouwd. Onderzoekers hebben echter vastgesteld dat niet de toen in Haarlem gevestigde Coster maar Johannes Gutenberg uit Mainz de eerste boekdrukker was. Mogelijk was Coster wel de eerste Nederlandse drukker. Feit is dat hij naderhand een eigen beeld heeft gekregen. In Haarlem dus.


Daarin staat hij niet alleen. Wat weet u bijvoorbeeld van een kenau. Ik zal dat vertellen Dat is een bazige, onvriendelijke vrouw, maar vroeger… En dan zijn we weer teruggekeerd bij de geschiedenislessen. Kenau Simonsdochter Hasselaer. Deze vrouw was vooral houthandelaarster in Haarlem en later ook in Arnemuiden, maar zij duikt ook op in verzetsverhalen tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Feit is dat zij regelmatig procedeerde tegen ‘haar’ stad Haarlem over betalingen. Pas na haar dood werd het geld, van door haar aan Haarlem geleverd hout,  aan haar erfgenamen uitbetaald.


Wel leeft haar naam nog voort. In het Kenaupark staat een ander beeld voor daadwerkelijk een heldin: Jo ‘Jopie’ Schaft. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte zij de schuilnaam Hannie en zo kennen de meeste mensen haar, maar ook als het ‘Meisje met het rode haar’, die zich aansloot bij een communistische verzetsgroep en diverse aanslagen pleegde tegen de Duitse bezetter en hun hulpjes. Drie weken voor het einde van de oorlog werd zij toch nog doodgeschoten. Zielig hè.


Zo kent de geschiedenis veel verhalen en iedere tijdsbeeld heeft zo zijn eigen geschiedenis. Zo weet ik bijvoorbeeld dat in de Jura de triceratops leefde. Opa IJsbeer gelooft daar niets van, want die denkt dat de Jura een gebergte is in Europa en deze dinosoort leefde toch echt in Amerika. Toevallig weet ik echter dat Jura ook een tijdperk is vlak voor het Krijt, het tijdvak waarin de dinosaurussen mogelijk zijn uitgestorven.


De bevestiging wordt geleverd in het Teylersmuseum waar een lezing wordt gehouden over de ontdekking van de restanten van een kudde triceratopsen en daar sleep ik die man mee naartoe want toevallig weet ik alles over dinosaurussen, nou ja bijna alles.


Mijn opa is zelf een omnivoor en denkt dat de triceratops net zoals alle dinosaurussen ook vleeseters zijn. Hij zegt nota bene dat ze kleine kinderen opeten. Hoe verzint die man dat. Naar mij luistert hij niet, maar Anne Schulp legt hem en een hoop anderen geduldig uit dat triceratopsen vegetariërs zijn.


Het duurt echt even voor dat bij hem indaalt. Hij doet nog een poging om zijn gelijk te krijgen maar als ik Vrouwe Justitia erbij haal moet hij toch wel toegeven dat er enige waarheid schuilt in mijn woorden en in die van Anne.


En als ik dan eindelijk zover ben dat ik denk hij is overtuigd, dan bedenkt hij weer iets anders. Spiegelt mij weer een van zijn domme grapjes voor waar niemand om kan lachen. Vind je het gek dat ik aan het einde van de dag mijn hoofd kwijt raak?


Opa IJsbeer

16 juni 2024

Logica

Zondag 16 juni 2024

‘Hallo. Met Jacobus.

Hallo... hallo.

Ja? Met wie spreek ik?’

‘Sorry hoor, dat ik niet meteen antwoordde, maar…’

‘Maar met wie spreek ik nu?’

‘Sorry, maar ik heb niet veel tijd dus… Laat me even uitspreken. Vanmiddag is er een circusvoorstelling in de stad en ik weet dat jij het ontzettend druk hebt, met drie banen en ook nog het nodige vrijwilligerswerk, dus… Ik dacht zo dat jij best wat ontspanning kan gebruiken en nu heb ik voor vanmiddag twee kaartjes voor dat circus kunnen bemachtigen. Ook nog eens op de eerste rij en dus… Ja, ik dacht zo daar kan ik dus Koos echt een plezier mee doen. Die moet er nodig even tussenuit voor hij helemaal instort. Dus is het goed dat ik jou om één uur kom halen.’

‘Hallo, dat kom onverwacht. Mag ik daar even over nadenken?’

‘Nee, eigenlijk niet. Gewoon doen dus… Over anderhalf uur sta ik bij je op de stoep. Tot straks dus.’

Tuut, tuut, tuut.


Om even voor tweeën zitten Jacobus en zijn vriend Tinus aan de rand van de piste van Circus De Kleine Tent. De tent zit afgeladen met kinderen en opa’s en oma’s. Velen hebben gebruikgemaakt van de vrijkaartjes die gisteren in het winkelcentrum zijn uitgedeeld. Sommigen van de bezoekers hebben al een tijdje rondgezworven op het circusterrein waar overal stalletjes met snoepgoed en drinken wordt verkocht, alsmede de nodige feestelijke prullaria. Voor niets gaat immers ook op een regenachtige dag de zon op.


Om klokslag twee uur stapt de circusdirecteur de piste binnen en verwelkomt ons met zijn ‘hooggeëerd publiek’ en verklapt dat wij vandaag in zijn circus een heel bijzonder programma te zien krijgen. Terwijl hij nog aan het praten is komen twee brutale hondjes de piste in en draaien kringetjes rond zijn benen. De kinderen in de tent beginnen meteen te klappen.

Jakobus zit stilletjes voor zich uit te staren. Twee luchtig geklede meisjes komen al struikelend en ruziënd de tent in en halen de beestjes weg voor de directeur de eerste act heeft aangekondigd. Al snel is het publiek opgewarmd en lacht om domme clowns, griezelt bij balancerende evenwichtskunstenaars, klapt de handen warm bij het dresseren van paarden, honden, eenden.

De pauze komt niets te vroeg en het verhitte publiek krijgt de kans met een waterijsje even bij te komen. Ook het tweede deel van de wervelende show met lichteffecten is een mengeling van vermaak met (fiets)acrobatiek, muzikale clowns, dieren en twee messenwerpsters die het publiek laten huiveren.


Als laatste wordt een jongleur aangekondigd. Hij staat aanvankelijk stilletjes in het midden van de tent en houdt drie ballen hoog. Uit een bak haalt hij een vierde en vijfde bal. Naast hem verschijnt een tweede jongleur die hetzelfde doet met hamers, de sterke man van het circus verschijnt en houdt drie aambeelden hoog, terwijl de andere twee hun act naar de rand van de piste hebben verplaatst en op stelten zijn geklommen waarbij de tweede man zijn hamers heeft ingeruild voor ballen.

Langzaam naderen de twee vanaf de buitenkant de man met de aambeelden, gooien elkaar de ballen toe. En dan gaat het mis… Een bal raakt een aambeeld. De jongleur in het midden probeert het gevaarte nog te vangen, maar stoot deze tegen een van de ladders, die kantelt en raakt de tweede en alles tolt over de grond.

Kinderen lachen, anderen huiveren. De jongleurs staan op, buigen naar het publiek. De circusdirecteur breit er een eind aan en roept alle artiesten naar het midden. De toeschouwers klappen in hun handen. De directeur nodigt iedereen uit nog iets bij een van de tentjes te gebruiken.


Jacobus en Theo maken daar geen gebruik van en zoeken de auto van Theo op. Die brengt zijn vriend terug naar huis. Daar draait Jacobus zich naar zijn maat en geeft hem een stevige hand. ‘Bedankt kerel. Dit had ik echt even nodig. Van dat laatste nummer heb ik veel geleerd. Ook ik heb te veel verschillende ballen hoog gehouden en zie in hoe gevaarlijk dat is. Vanaf nu ga ik mijn werk en leven anders inrichten.’


Opa IJsbeer

PS Geschreven voor de juni-opdracht 2024 van Schrijvelarij.

Iedereen heeft wel eens gehoord dat waar een deur sluit er een raam open gaat. Maar ook dat je altijd iets meeneemt uit je verleden. Hoe was dat bij jou? Misschien na het verbreken van een relatie of vriendschap, een nieuwe baan, een verhuizing misschien. Het verhaal mag natuurlijk geheel fictief zijn maar je kunt ook een persoonlijke ervaring delen of dat juist in een fictieve vorm verwerken.

31 mei 2024

Er was eens

Er was eens…Wie heeft deze woorden nog nooit gehoord. Wie heeft deze woorden nog nooit gelezen. Terwijl ik mij samen met de wijze uil tussen de bomen van het duistere bos schuilhoud luister ik naar de woorden van de oude verhalenverteller. Hij weet zich omringd door een schare volgelingen die zijn woorden opzuigt. Zinnen die hij ter plekke verzint net zoals sommige termen, andere worden nieuw leven ingeblazen zoals het ezelsbankje waarop kleine criminelen hun straf dienen uit te zitten.


Vandaag gaat het over een ver land, Ballonië, een land met hoge bergen en diepe dalen waar mensen hun ziel en zaligheid aan hebben verpand. De verhalenverteller laat meerdere ballonnetjes op. De aandachtige toeschouwer begint meteen wild om zich heen te prikken omdat dit niet het beloofde paradijs is. Weer laat de almachtige reisorganisator hem in de steek. Toch staat hij er niet alleen voor.


Haar focus is echter vooral gericht op de camera. De verhalenverteller wil snel verder. Hij is wars van reclamemaken en bovendien is hij bang voor een ander geluid. #metoo is evenwel bijna geheel naar de achtergrond verdreven door een gemeenschap die het vooral heeft over grensoverschrijdend gedrag waarbij de machtsverhoudingen op de werkvloer, binnen het verenigingsleven en in de politieke wereld op de tocht worden gezet.


Gelukkig zijn er nog mensen waaks en anderen gedienstig. Niet iedereen gedraagt zich immers als een hond. Oeps... wat zegt de verhalenverteller nu weer. Gaat hij hiermee een grens over, overschrijdt hij een lijn die niet wordt getolereerd? Het zal hem een worst zijn. In wezen geeft hij de richting aan en is hij de baas over… Indien hij de hoeder wil beschermen dan is dat immers zijn volste recht.


Ondertussen hebben de omgeving en zij een volledige gedaanteverwisseling ondergaan. Het is de macht van de Maan die hier spreekt. Nadenkend heeft zij de weegschaal afgelegd alsmede de blinddoek. De lust van recht spreken van wat krom is, is haar vergaan. Hij keert terug naar het begin en weet zich omringd door elfjes en naast zich het luisterende oor van wie verwacht wordt het juiste oordeel te vellen. Haar maagdelijke witte kleed bedekt de voeten.


De verhalenverteller recht de rug. Voor de laatste keer, langzaam rollen de klanken weg. Zinnen hopen zich op en vinden hun weg naar het krullende papier. Ook dit boek kan dicht.


Opa IJsbeer

Geschreven voor de maanduitdaging mei 2024 van Schrijvelarij bij diverse illustraties.