12 mei 2015

Logeren

Maandag 11 mei 2015

Door een klein maar niet al te ernstig ongelukje zag ik mijn papa sneller dan verwacht. Hij kwam mij en mijn broer Gianny en mama in de loop van de middag in het centrum van Almere Stad ophalen met de auto. Daar kreeg ik een kusje van mijn neef Yari, een knuffel van Mamoe en deed een high five met Opa IJsbeer, die samen met Yari en Mamoe met de bus naar Buiten gingen.
Het was ook het einde van een logeerpartij. Ik heb wel vaker bij Mamoe en Opa IJsbeer geslapen, maar nooit eerder drie nachtjes achter elkaar en dat is toch wel erg lang. Niet dat ze niet lief voor me zijn, maar het liefste slaap ik toch in mijn eigen bedje in mijn eigen huis.
Omdat mijn mama mij met de bus brengt ben ik al vroeg vrijdagavond in Buiten en kan ik nog een tijdje doktertje spelen. Dat is hartstikke leuk. Opa heeft au in zijn teen en dan ga ik luisteren en hem beter maken met een spuit. Daar ben ik heel goed in. Net zo goed als Mamoe toen die jong was en mensen beter maakte.
Zaterdag is het heel mooi weer en kan ik buiten spelen in de zandbak. Met opa ga ik boodschappen doen en ik mag de toetjes uitzoeken. Voor mezelf en voor mijn broer, die morgen ook komt. We eten soep met balletjes. En na het eten neemt Opa IJsbeer mij nog even mee voor een rondje langs het water. Een zwaan stopt steeds weer zijn kop in het water. Niet omdat de zwaan verstoppertje speelt, maar hij is aan het eten.
Als we terug zijn brengt opa mij naar bed. Maar eerst wordt er een klein verhaaltje vertelt. Dat wordt al snel lachen, gieren en brullen. Over dierentuinbeesten die worden veranderd door een tovenaarsprinsesje. En weten jullie wie dat is? Dat prinsesje, dat ben ik? En ik verander jullie in een kikker! 
Zondagmorgen slaap ik een uurtje uit, omdat het gisteren heel laat is geworden. Opa gaat eerst een uurtje werken op de computer en gaat daarna in de tuin een bankje lakken. Ik mag ook de tuin in en ga met zand spelen. Dat is nog een beetje vochtig en daar krijg ik dan vieze vingers van. Van opa mag ik niet bij het bankje komen, omdat er anders misschien wel zand op het lak komt. Flauw hè. Maar goed, ik moet luisteren en zal daarom maar doen wat opa zegt en op de tegels blijven.
Aan het eind van de middag komt Gianny ook, met Mamoe mee. Die zijn bij Ajax geweest. Daar ga ik ook voetballen. Als ik groot ben. En zeg niet dat meisjes niet kunnen voetballen, want dat is niet zo. Mijn mama kon ook héééél goed voetballen. Bijna net zo goed als Mamoe. En dat zijn ook meisjes. Opa IJsbeer is geen meisje en een jongen en kan niet voetballen. Die kon goed door een hoepel duiken.
Vanavond eten we patat en na het eten mag ik nog even spelen voor ik ga slapen. Gianny en ik slapen op dezelfde kamer en als  we vandaag wakker zijn geworden, spelen wij heel zachtjes even op onze kamer. Niet zachtjes genoeg want Opa IJsbeer hoort ons. Hij is al wakker en haalt ons naar beneden en maakt een boterhammetje voor ons.

Vandaag gaan we naar Artis. Gianny, ik en mijn neef Yari, die vanmorgen ook komt. Eerst gaan we met de bus. Domme opa vergeet zijn buspasje, die zit in zijn jas. Omdat het lekker weer is heeft hij zijn jas niet aangetrokken en niet meer aan de kaart gedacht. Samen met Mamoe wachten we in het bushokje tot Opa IJsbeer terug is. Daarna mogen we met de bus en de trein en de tram naar de dierentuin.
Daar is het al heel druk. Omdat wij pasjes hebben, nou ja ik krijg een pasje als ik drie jaar ben, mogen wij zo doorlopen. Ook Yari ondanks dat die zijn pasje kwijt is. Mamoe regelt dat als we Artis uitgaan. Maar dat kost wel weer centjes. 
Meestal gaan we in de dierentuin eerst naar links, net zoals de meeste mensen doen, maar nu wandelen we de andere kant op. Omdat het daar iets rustiger is. En daardoor hebben we ook tijd om andere dieren te zien. Maar eerst zie ik de grote watoessirunderen met hun grote hoorns. Ze liggen lui te kauwen in het zonnetje.
Via de apenrots komen we bij het gibboneiland. Dat zijn apen. En die klauteren via een touw over het water. Een mooie gouden en een zwarte en ook een kleine gibbon. De baby kan ook al heel goed klimmen en wordt soms door de mama geholpen. Die neemt de kleine gibbon dan op de heup, net zoals Opa IJsbeer mij soms op zijn heup draagt. Als de afstand tussen twee takken te groot is, helpt mamagibbon een handje. Het zijn net mensen.
We wandelen verder langs de ibissen, de lama’s en de tapirs, die ook al lui zijn net als de runderen. De miereneter is er niet omdat er kleine mierenetertjes zijn geboren. Opa vindt dat de capybara’s wel een beetje op muskusratten lijken. Nou ik denk er heel anders over. Ze zien er gewoon dolletjes uit. Het zijn waterzwijntjes en houden van een krop sla.
Natuurlijk 'gaan we naar de haaien'. Net als Yari en Gianny vind ik dat enig om te zien. Opa bekijkt alles van een afstandje. Mijn broer en neef mogen in de hoofdgang van het aquarium vrij rond lopen en hij let op dat ze niet de gang uitgaan. Ik blijf bij mamoe.
Als laatste vissen zien we de roodbuik piranha’s. Die hebben heel scherpe tanden. Ze zijn erg gevaarlijk als ze honger hebben en kunnen ook een mens dan in stukken scheuren.
Voor Mamoe gaan we naar de pinguïns. Daar drinken we een sapje en eten een krentenbol, die opa in zijn rugtas heeft meegesjouwd. Ook krijgen we een hartje. Yari heeft liever een tumtummetje, maar die hebben we niet bij ons. Daarom neemt hij ook maar een hartje.
Een grote gorilla zit met een takje heel stoer te zijn, maar de show wordt toch weer eens gestolen door de stokstaartjes. Die recht overeind zitten, of is het toch staan, en vragen of je hen wel goed zien.
En besteed je geen aandacht aan ze dan draaien ze hun rug naar je toe. Of is dat hun spel? 
In de vlindertuin is het altijd heel warm, benauwd. Maar omdat het buiten ook lekker warm is vandaag, is het verschil niet zo heel groot. Opa laat mij zien dat een vlinder op een stuk banaan zit. Daar eet-ie van. Er zijn heel veel vlinders in de tuin. Hele grote, ja halve vlinders zie je alleen in een reclame, hier zie je alleen hele vlinders. Ze hebben mooie kleuren, blauw en geel en oranje en zwart.
Na de zeeleeuwen, die we beneden bekijken als ze 'onder water' zwemmen, gaan we naar de waterval. In de buurt zitten jonge eendjes. Dat ze die hier ook in Artis hebben wist ik niet. Zouden die eenden verdwaald zijn in de dierentuin?
We mogen nog even spelen in de grote speeltuin. De touwladder is voor mij nog te moeilijk en terwijl mijn broer en neefje klimmen neemt opa mij mee naar de kleine glijbaan.
Daar staat ook een wip, waar ik samen met een ander meisje op mag wippen, terwijl opa voor het verstoren van het evenwicht zorgt.

Uiteindelijk komt aan alles een einde. De giraffen zitten op een afstandje op een kluitje. De gieren zitten in hun kooien. En dat is het einde van dit bezoek aan de dierentuin van Amsterdam.
Mamoe ververst haar Artispas en zorgt ook dat Yari een nieuwe pas krijgt, dan gaan we met de tram en de trein terug naar Almere, moeten in Weesp overstappen. 
En dat ongelukje? Nou laten we het daar maar niet meer over hebben.