24 februari 2015

Verantwoordelijk

Maandag 23 februari 2015
Het is krokusvakantie, sommigen noemen het ook wel voorjaarsvakantie. Vreemd, want het is nog helemaal geen voorjaar. Van mij mag je het daarom ook best wintersportvakantie noemen. Maar ja sneeuw ligt er niet, hier in Almere. Wel steken de crocussen de kopjes omhoog. Van Opa IJsbeer moet ik dat zo schrijven crocussen, want dat heeft hij op school zo geleerd. Maar ik leer dat het krokussen zijn en dat is echt iets anders dan KRO-kussen. Dit is gewoon weer zo’n flauw grapje van opa. Die maakt hij voortdurend.
Vandaag ga ik naar Artis. Mamoe hoeft jarengeleden voor mij al een abonnement gekocht en ik ben er al heel vaak geweest. Samen met opa, of met oma, maar ook wel met Yari, mijn neefje, of met mijn zusje Fayèn. Die zijn ook wel eens samen in Artis geweest. Maar nooit zijn wij met zijn drieën naar de dierentuin geweest. En Opa IJsbeer en Mamoe mogen ook mee.
’s Morgens haalt oma Fayèn en mij uit bed. Samen hebben we een nachtje in de Python geslapen. Opa maakt voor ons een toverbroodje. Als wij klaar zijn met eten en hebben gedoucht, wordt Yari gebracht door zijn papa. We gaan eerst met de bus en dan met de trein en tenslotte ook nog met de tram. Opa doet net alsof hij niet weet met welke tram wij moeten rijden. ,,Met tramlijn negen, opa. Weet je dat nou nog niet. Hoe vaak moet ik je dat nu nog zeggen.’’ En dan heeft hij het grootste plezier. Dat doe ik hem graag.
Mamoe heeft verteld dat ik vandaag niet op de kleintjes hoef te passen. Dat is niet mijn verantwoordelijkheid. Ik moet gewoon mijn eigen ding doen, genieten. In Artis kunnen we bij de ingang zo doorlopen, omdat we allemaal een abonnement hebben. Bijna allemaal dan. Yari nog niet, maar die wordt door opa naar binnengesmokkeld en ook Fayèn mag gratis naar binnen. Die is nog maar twee en dan hoef je niet te betalen. Yari wel, maar opa dendert soms gewoon door. Zeker als hij naar het toilet moet. Net zoals Yari, die is in korte tijd zindelijk geworden en geeft netjes aan dat hij moet plassen. In de tram kan dat niet. Maar bij Artis hebben ze diverse toiletten dus opa is meteen met hem naar de wc gegaan.
Er is een speurtocht in Artis uitgezet, maar eigenlijk vind ik dat helemaal niet leuk. De eerste opdracht heb ik nog wel gedaan, in het vogelhuis, waar ik de overeenkomst moet zoeken tussen een manenduif en de dodo. Nou toevallig kan ik het verschil tussen een manenduif en een zonnenduif al niet zien, laat staat met een dodo. Een vogel die niet meer bestaat, terwijl de manenduif bijna verscholen tussen het groen staat.
Na het Vogelhuis moet ik naar de Savanne voor een alagazelle. Gezellig is het al wel, dus waarom ik dan ook nog met vertellen waarom dit dier in de buurt van de woestijn kan overleven. Ik snap dat niet, want hij kan dat niet eens; hij is immers uitgestorven, in het wild en leeft alleen nog door een aantal fokprogramma’s.
Ik vind het veel leuker andere dieren te bekijken dan die speurtocht te doen. En er zijn echt heel veel dieren. We zien de leeuwin vorstelijk liggen, en opa ziet ook nog een lynx. Tegen Yari zegt hij dat dit een grote poes is. Maar pas op, je kunt deze poes beter niet aaien. Net zoals de hyena’s, die wel een beetje op wilde honden lijken. Mamoe waarschuwt dat ze scherpe tanden hebben. En als zij dat zegt, kun je het beter maar meteen geloven. 
Yari wil naar de neushoorns en naar de ijsberen. Maar die zijn niet meer in Artis. Dat weet ik wel. Maar daar is hij nog te klein voor om dat al te weten. We wandelen langs de olifanten en de vale gieren, die heel brede vleugels hebben en we kijken bij de giraffen met hun lange nek. Door die lange nek kunnen ze bij de malse blaadjes hoog in de boom.
Hierna is het tijd om bij de zeeleeuwen te gaan kijken. Die worden altijd aan het eind van de morgen gevoerd. Dat is echt een spektakel. Ze kunnen zo hoog uit het water springen. Bovenop een rots, waar de verzorger ze een visje geeft. Ook doet hij een high five met de neus van een zeeleeuw,
Californische zeeleeuwen zijn het, maar dat weten jullie natuurlijk al lang. Want dat heeft opa al eens verteld, nadat hij het heeft gehoord van de verzorger. In het bad zwemmen ineens ook een paar pinguïns rond. Dat is nieuw. Die heb ik hier nog niet eerder zien zwemmen.
Beneden gaan we een krentenbol eten en we wandelen door de vlindertuin, nadat Mamoe een karretje voor Fayèn heeft gehaald. Een van de vlinders zit eerst op de vinger van een mevrouw en daarna op de vinger van Opa IJsbeer. Opa vraagt of ik hem op mijn vinger wil hebben, maar dat durf ik niet en ook mijn zusje en neefje bedanken voor de eer. Daarom zet opa de tere vlinder maar op een tafeltje, waar ook eten voor vlinders is te vinden.
We komen langs de stokstaartjes. De vorige keer dat opa hier is geweest zat er ook nog een gorilla in het hok, maar die zit er nu niet in. En we belanden bij de pinguïns en vervolgens gaan we naar het aquarium.
Yari wil altijd even bij de haaien kijken en we zien ook karpers en kabeljauw en zeesterren. Mamoe laat mijn zusje de vissen zien en Opa tilt Fayèn een paar keer op, omdat zij anders bijna niets ziet. Hij laat haar ook kwallen zien. Nee, dat zijn geen vervelende papa’s en mama’s of grote jongens die niet kunnen luisteren, maar zijn neteldieren die in het water leven. Ze hebben kleine harpoentjes en kunnen daarmee gif afschieten. Van dat gif kun je heel ziek worden of veel pijn krijgen, dus je kunt maar beter niet het water ingaan als er veel kwallen in de buurt zijn.
Omdat het gisteren flink heeft geregend mogen we buiten bij het aquarium niet bij de dinosaurussen spelen. Want alles is nat. En modderig. Wel mag Yari in plassen stampen, omdat hij zijn laarsjes aan heeft. Mamoe wil nog naar de kleine zoogdieren. Voor we daar zijn, zien we eerst nog aapjes met rode billen. Ik weet hoe die heten: bavianen.
En we horen huilen. Dat doet niet alleen mijn zusje als ze verdriet heeft, maar ook opa soms. Als hij iets naars hoort, dan moet hij zomaar huilen. En de wolven, die huilen ook. Opa doet ze heel goed na.
De kleine zoogdieren zitten in een huisje. Ik zie een dwergoeistiti, dat is een klauwaapje. En ik zie een eekhoorn. Ach er zijn zoveel dieren, die ga ik hier vandaag echt niet allemaal ga opnoemen. Opa vraagt in de trein nog wel aan mij wat ik allemaal heb gezien. Nou dat is echt heel veel. En natuurlijk heb ik ook geholpen met het trekken van het karretje met Fayèn erin, want ik voel me toch wel een beetje verantwoordelijk voor mijn zusje.

In de trein is zij trouwens heel erg moe. Ze valt bijna in slaap. En ik ben een beetje druk. Het valt ook niet mee om het oudste kleinkind te zijn. Yari zit rustig bij oma en denkt er het zijne van. Bij het station in Almere staat mama Naomi al op ons te wachten.
Mijn neefje gaat nog met Opa IJsbeer en Mamoe mee naar huis en wordt daar later opgehaald. Morgen beleef ik een nieuw avontuur. Dan ga ik voetballen bij Ajax. Nee opa is er niet bij, dus dat avontuur vinden jullie hier niet terug.

13 februari 2015

Oma ijsbeer


 Donderdag 12 februari 2015

Mijn mama Raema moet heel hard werken, soms wel tot heel erg laat. En dan kan ze mij niet ineens meer lekker instoppen, omdat zij nog aan het werk is als ik naar bed moet. Mijn papa Daniël is ook lief en brengt mij dan naar mijn hoogslaper, die hij zelf in elkaar heeft gezet. Als mama vrij is, gaat ze soms leuke dingen met mij doen. Naar het bos of een kinderboerderij een speelpaleis met mijn vriendje Jens, of…
Ja, inderdaad soms weet ze het gewoon eventjes niet. Dan is ze zo moe. En dan weet Opa IJsbeer wel raad, die zegt dan gewoon: Waar wil je heen. Naar het strand of een dierentuin. En dan gaat hij met ons mee. Mama moet wel autorijden, want dat kan opa niet. Maar dat vindt hij helemaal niet erg en ik ook niet, want ik ben bang dat we dan nergens meer komen. En nu lekker wel.
Vandaag zijn we naar Ouwehands Dierenpark, in Rhenen. Daar is op 22 november een ijsbeerdrieling geboren. Een van de kindjes is helaas overleden, maar met de andere twee gaat het goed. Misschien kunnen we ze wel even zien, samen met moeder Freedom. Naar buiten mogen ze nog niet, daarvoor zijn ze te klein. Oma Huggies loopt wel buiten en die kunnen we wel zien.
Voor mensen die denken dat Rhenen ver weg is, dat is helemaal niet zo! Nog geen uur rijden met de auto. Bij ons vandaan. Als je naar Artis wil ben je met het openbaar vervoer langer onderweg. En de Tomtom wijst ons de weg, als-ie het doet. Gelukkig weet opa ook goed de weg en staan er ook overal borden.
We zijn lekker vroeg en opa is een beetje stout. Hij betaalt niet voor mij. Misschien heeft hij de borden ook niet gelezen en denkt hij dat kindjes onder de vier jaar gratis naar binnen mogen. Het Dierenpark is heel ruim opgezet en bestaat al sinds 1832. Ooit was het een kippenboerderij, met diverse raskippen. Door de crisis in de vorige eeuw was er minder belangstelling voor kippen. Op het grote terrein waren ook enkele andere dieren en die trokken wel aandacht. Daarom werd besloten er een dierentuin van te maken.
Wij volgen de wandelroute. Het is nog winter en daarom zijn niet alle beesten buiten. De leeuw ligt ver weg half verborgen. Zijn kop met volle baard en lange manen kan ik wel goed zijn. Hij is heel mooi en ik wil hem best aaien, maar daar ben ik wel een beetje bang voor. Ik ben ook nog maar net drie.
De giraffen en de struisvogels staan nog binnen. De giraffen staan erg ver weg. Wij moeten achter een touw staan, zodat de giraffen ons niet kunnen bijten. Want ze hebben heel lange nekken en daarmee kunnen ze heel ver reiken. Door die lange nekken kunnen ze ook blaadjes hoog in de bomen eten.

Ik wil eigenlijk alles wel zien. Kan vooral genieten van de visjes, onder water. Weet je de haaien kijken altijd zo gemeen naar me. Maar omdat ze achter glas zitten kunnen ze mij niets doen. De visjes hebben hele mooie kleuren en soms ook gekke vormen. En weet je, ik heb gele zeepaardjes gezien. Opa IJsbeer heeft thuis een gedroogd zeepaardje, gevonden op een strand.
Natuurlijk heb ik ook de krokodillen gezien. Opa vertelt dat het een dwergkaaiman is. Hij tilt mij op, zodat ik de beesten beter kan zien, maar ik geloof hem niet. Ik vind dat het een krokodil is. En het verschil tussen een krokodil en een man is heel groot dus niet. Papa is een man en die heeft geen staart zoals de krokodil, dus…
Een dierentuin zonder apen is geen dierentuin. We hebben er verschillende gezien. Sommige apen wilden slapen en trokken een dekje over zich heen.
Andere waren aan het eten, eentje was een diepe kuil aan het graven en de gorilla had zijn eigen Adventure. Hier kan hij heerlijk klimmen, ook voor kinderen waren er in de gang klimattributen, maar daar ben ik nog te klein voor, vindt opa. Jammer; want ik houd erg van klimmen.
Ook hebben we vogels en pinguins gezien. Mamoe, jammer dat jij er niet bij bent. Want ik weet dat jij dat heel leuke beesten vindt. Nee, niet die uit Huizen. Die leven ook niet meer en dat zijn alleen nog maar verklede vrouwen die uit nostalgie een pinguïnpakje aantrekken.
Maar nog steeds hebben we geen ijsbeer gezien. Een mevrouw van Ouwehand, die het park schoonmaakt, vertelt dat we de kleintjes niet mogen zien, maar dat oma ijsbeer wel buiten loopt. Volgens die mevrouw is oma een beetje chagrijnig, omdat ze niet bij haar kleinkinderen mag komen. Nou dat begrijp ik best; een oma die bij haar kleinkinderen wordt weggehouden. Dat hoort toch niet. Natuurlijk mama’s zijn die liefste en die van mij de allerliefste. Maar daarna komen oma’s en opa’s natuurlijk. Sorry papa dat ik jou nu vergeet. We vinden Huggies uiteindelijk toch, naast de Gorilla Adventure. Daar loopt ze ijsbeert ze eenzaam heen en weer. Ik wil hel haar wel knuffelen, maar ben toch wel een beetje bang.
Het is tijd om een hapje te gaan eten. Het Junglerestaurant is in de winter dicht en daarom gaan we helemaal terug naar de andere kant, naar Ravot Aapia. Wat een rare naam. We lopen aan de buitenkant van het park, door het berenbos, waar een beer zijn winterslaap houdt.
Ook de wolven slapen. Ze lijk wel dood. Als we aan de andere kant zijn, bestelt opa iets te eten en mag ik ravotten zoals de apen. Nou begrijp je misschien ook die gekke naam. Als het eten op is, ga ik verder spelen, klimmen en van de glijbaan af. Ook is er water en daar moet ik natuurlijk doorheen lopen, zodat mijn broekspijpen nat worden. Vindt mama niet erg. De lieverd.
Maar goed aan alles komt een einde. Ook aan het spelen, wel jammer want ik was nog niet uitgespeeld. We moeten echter ook nog naar huis. Van opa krijg ik nog een knuffel, nee geen hug maar een knuffelbeest. En geen ijsbeer, maar ik wil Nemo, de vis. En die koopt hij voor mij, Dan gaan we weer naar huis. In de auto val ik in slaap, want het is toch wel een vermoeiende dag geweest.